Samenvattingen en studiehulp bij Capita Selecta in Clinical Psychology van Wessel & Aan het Rot - Boektool

  Tools

De hele tekst op deze pagina lezen? Alle JoHo tools gebruiken? Sluit je dan aan bij JoHo en log in!
 

Aansluiten bij JoHo als abonnee of donateur

The world of JoHo footer met landenkaart

Samenvattingen en studiehulp bij Capita Selecta in Clinical Psychology van Wessel & Aan het Rot

Boeksamenvattingen

JoHo: crossroads via bundels
JoHo worldsupporter.org: gerelateerde samenvattingen en studiehulp

Boeksamenvatting per hoofdstuk

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 2e druk van Capita Selecta in Clinical Psychology van Wessel & Aan het Rot - Bundel

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 2e druk van Capita Selecta in Clinical Psychology van Wessel & Aan het Rot - Bundel

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel and Aan het Rot

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel and Aan het Rot

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology

Online summaries and study assistance with the 2nd edition of Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel & Aan het Rot

Prints & Pickup with Capita Selecta in Clinical Psychology

  • Nederlandse printsamenvatting bij Capita Selecta in Clinical Psychology
  • Pre-order and pickup or use the postal service

Related content on joho.org

Hoe kunnen symptomen beleefd en geïnterpreteerd worden door een individu? - Chapter 1

Hoe kunnen symptomen beleefd en geïnterpreteerd worden door een individu? - Chapter 1

Hoe worden we bewust van de sensaties van ziekte?

Wanneer iemand ziek is, veroorzaakt dat (zichtbare) veranderingen in het lichaam. Iemand merkt op dat je er wat ‘pips’ uitziet terwijl je zelf nog niets merkte. Vaak veroorzaakt ziekte echter kenmerken die door de zieke zelf snel opgemerkt worden. Voorbeelden zijn veranderingen in lichamelijke functies (bijvoorbeeld vaker moeten plassen), sensaties (bv verminderd zicht of reukvermogen), onprettige sensaties (bv pijn, koorts en misselijkheid), het uiterlijk van het lichaam (gewichtsverlies of gewichtstoename) en lichamelijk functioneren (bijvoorbeeld flauwvallen).

Een kenmerk of een verandering is niet per se een symptoom. Een kenmerk is namelijk een feitelijk iets, maar voor je iets een symptoom kunt noemen moet het eerst geïnterpreteerd worden. Zo kun je een verhoogde lichaamstemperatuur constateren, maar voor je aan koorts denkt is het handig om eerst te kijken of de verhoging niet komt door sporten, de omgeving, warme kleren etc.

Terminologie

Er bestaat nogal eens verwarring over de woorden ‘illness’ en ‘disease’. Vaak worden de woorden door elkaar gebruikt, maar er is een subtiel verschil. Illness is datgene wat iemand voelt, de klachten waarmee hij naar de dokter gaat. Disease is datgene wat er mis is met organen, cellen of weefsels.

Waaruit bestaat symptoomperceptie?

Wanneer iemand ziek aan het worden is, zijn er drie fases die te maken hebben met de herkenning en erkenning daarvan:

  1. Het opmerken van symptomen.

  2. Het interpreteren van de symptomen als een ziekte.

  3. Plannen en actie ondernemen.

Hoewel iedereen wel eens last heeft van symptomen, gaan we voor lang niet alle kwaaltjes en pijntjes naar de dokter. Sommige symptomen blijven zelfs onopgemerkt, of er wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Het aandachtsmodel van Pennebaker (1982) beschrijft hoe competitie voor aandacht tussen verschillende interne of externe cues of stimuli ertoe leidt dat dezelfde fysieke tekens of fysiologische verandering in sommige contexten niet opgemerkt worden, maar in andere contexten wel. Het cognitief-perceptuele model van Cioffi (1991) focust zich meer op de processen van interpretatie van fysieke tekenen en invloeden op attributie als symptomen, en op de rol van selectieve aandacht. Er blijken biologische, psychologische en contextuele invloeden te zijn op de interpretatie van symptomen. Over het algemeen krijgt een symptoom aandacht van het betreffende individu wanneer het pijnlijk of storend, nieuw of aanhoudend is. Mensen met een chronische ziekte merken vaker symptomen op en maken er ook vaker melding van.

Individuele verschillen in symptoomperceptie ontstaan doordat mensen verschillende aandacht geven aan hun interne en externe kenmerken. Mensen die erg gericht zijn op het externe blijken interne symptomen minder snel op te merken. Hoe snel iemand afgeleid is van andere (externe) zaken speelt ook een rol. Aan het eind van een college merken steeds meer mensen de kriebels in hun keel, waardoor er steeds meer gehoest wordt.

Wanneer veel mensen een bepaalde ziekte hebben, wanneer een ziekte in het nieuws is of wanneer men iets leest of leert over een ziekte, vergroot dat de aandacht voor symptomen die bij die ziekte horen. Een voorbeeld is medical student disease. Studenten die geneeskunde of psychologie gaan studeren denken in het begin dat ze van alles hebben, omdat ze symptomen bij zichzelf herkennen. Vaak blijkt echter dat ze hun klachten overschat hebben en dat angst een grote rol speelde.

Wat zijn de sociale invloeden?

Individuen hebben stereotypes over wie welke ziekte krijgt. Hierdoor kan de perceptie en reactie op symptomen veranderen. De meeste mensen associëren mannen met hartproblemen. Onder de vrouwelijke hartpatiënten zijn de vroege symptomen vaak ook niet herkend.

De context en de tijd wanneer er symptomen zich voordoen, bepaalt in grote mate onze motivatie om aandacht te besteden aan symptomen of te detecteren. Als de omgeving van een individu ontzettend interessant en afleidend is zullen er minder snel symptomen worden ontdekt dan wanneer de omgeving saai is. Tijdens een bevalling worden spierkrampen niet als symptomatisch gezien, maar bijvoorbeeld wel tijdens het TV kijken.

Wat zijn individuele verschillen en symptoomperceptie?

  • Sekse: vrouwen letten vaak beter op lichamelijke symptomen dan mannen en ze zien lichamelijke veranderingen ook eerder als een symptoom. Het is mogelijk dat fysiologische verschillen de pijngrens beïnvloeden, maar het kan ook zijn dat de geobserveerde verschillen gedrag (naar buiten treden met de klacht) weerspiegelen en niet de symptoomperceptie zelf. Een andere mogelijke invloed is dat het voor vrouwen meer sociaal geaccepteerd is om uit te komen voor hun klachten.

  • Leeftijd: waarschijnlijk heeft leeftijd een redelijk grote invloed op hoe mensen omgaan met symptomen en op hoe zij ze interpreteren. Naarmate iemand ouder wordt, heeft hij meer informatie over zijn eigen lichaam. Hij weet inmiddels wat normaal is en wat niet. Aan de andere kant veranderen de symptomen ook naarmate iemand ouder wordt.

  • Emoties: het humeur van een individu is vrij belangrijk als het om gezondheid gaat. Mensen met een goed humeur zien zichzelf als gezonder en zeggen minder symptomen te hebben dan iemand met een slecht humeur. Mensen met een slecht humeur denken dat ze kwetsbaar zijn voor ziektes of denken pessimistisch over het verlichten van hun symptomen. Depressieve mensen hebben meer aandacht voor hun symptomen en weten meer negatieve gezondheids-gebeurtenissen uit het verleden op te noemen. Angst zorgt ervoor dat individuen symptomen negeren uit angst of juist extreem op hun sensaties letten. Neuroticisme houdt onder andere in dat iemand de neiging heeft om negatieve emotionele sensaties te ervaren en is gerelateerd aan ‘negatieve affectiviteit (NA). Iemand met een hoge score op NA-trekken interpreteert de symptomen vaak negatiever en deze interpretaties leiden weer tot het vaker bezoeken van gezondheidsinstanties.

Cognities en coping

De manier waarop mensen reageren op interne en externe gebeurtenissen blijkt ook invloed te hebben op symptoomperceptie. De zogenaamde type A persoonlijkheden (TAB), gekarakteriseerd door ongeduldigheid, competitie en agressiviteit, blijken symptomen minder snel op te merken. Waarschijnlijk komt dit doordat zij voornamelijk gefocust zijn op de dingen die zij moeten doen en omdat zij tekenen van zwakte liever negeren.

Mensen die bij nare gebeurtenissen de neiging hebben om de bijbehorende gevoelens en gedachtes te onderdrukken, hebben ook minder snel door dat ze iets hebben. Deze repressie wordt weer geassocieerd met onrealistisch optimisme (comparitive optimism). Zogenaamde monitors besteden aandacht aan de bron van hun symptomen en proberen er gelijk iets aan te doen. Tegenovergesteld gedrag vertonen de blunters die de bron van stress zo veel mogelijk negeren, door bijvoorbeeld informatie over de klacht te vermijden.

Wat is symptoom interpretatie?

Ook al leiden symptomen niet per se tot ziekte, ze kunnen wel tot gevolg hebben dat iemand de ziekterol aanneemt. Die ziekterol wordt weer beïnvloed door de cultuur waarin iemand leeft, bijvoorbeeld een individuele of een meer groepsgerichte cultuur, of een cultuur waarin men gelooft in de invloed van geesten of een cultuur waarin men uitgaat van fysiologische en psychologische invloed op de gezondheid. Dat de één gewoon doorleeft met bepaalde symptomen en de ander zich aanpast, wordt veroorzaakt door individuele verschillen. Die individuele verschillen kunnen bestaan op verschillende gebieden:

  • Geslacht: Somatisatiestoornis komt vaker voor bij vrouwen, en vrouwen scoren hoger op maten van neuroticisme. Vrouwen interpreteren lichamelijke signalen dus eerder als symptoom van een onderliggende ziekte dan mannen. Vrouwen gaan ook vaker naar de dokter.

  • Levensfase: het is aannemelijk dat (jonge) kinderen verschillen van adolescenten in het cognitieve besef van ziekte. Het is erg lastig om dit uit te zoeken, omdat kinderen hun gedachten nog niet kunnen verwoorden en vanwege ethische redenen. Er is wel bewijs dat kinderen dezelfde multidimensionale ideeën hebben over ziektes als volwassenen. Er is nog veel onderzoek nodig op dit gebied.

  • Persoonlijkheid: Persoonlijkheid en emotionele eigenschappen kunnen beïnvloeden hoe symptomen geïnterpreteerd worden. Mensen die hoog scoren op Neuroticisme hebben bijvoorbeeld vaker symptomen. Gematigde niveaus van neuroticisme zijn echter wel voordelig, omdat het leidt tot het beter volhouden van de behandeling en sneller naar de dokter gaan als er daadwerkelijk sprake is van ziekte.

  • Zelfidentiteit: Veel mensen hebben verschillende sociale identiteiten afhankelijk van de context (student/partner/dochter), en de interpretatie van symptomen verschilt afhankelijk van iemands huidige sociale identiteit op dat moment.

  • Ziekte-ervaring: Eerdere ervaringen beïnvloeden de interpretatie van en reactie op symptomen.

Prototypes: als een lichamelijk signaal wordt gezien als een symptoom, wat bepaalt dan dat een persoon gelooft dat hij/zij ziek is? Meestal denkt een persoon ziek te zijn als het symptoom in een schema past die hij/zij uit zijn geheugen weet op te halen. Ziektes die vrij duidelijke symptomen hebben worden sneller herkend bij een zelf diagnose. Het common-sense model: de representaties die mensen hebben van ziektes worden gevormd door de media, door persoonlijke ervaring en door wat vrienden meemaken. Deze cognitieve schemata bepalen hoe iemand reageert op signalen van het lichaam. Het common-sense model is een raamwerk voor het omgaan met en begrijpen van ziekte. Dit model gaat uit van de parallelle verwerking van de componenten van de stimuli: een symptoom veroorzaakt pijn (cognitie) en de persoon reageert emotioneel, bijvoorbeeld met angst. Het model heeft een zogenaamde feedback-loop van coping en representaties.

Een ziekterepresentatie ontstaat zodra iemand zich bewust wordt van de symptomen. In de loop der tijd zijn er vijf consistente thema’s in ziekterepresentatie geïdentificeerd:

  1. Identiteit: variabelen die de aan- of afwezigheid van een ziekte aangeven.

  2. Consequenties: de verwachte invloed van de ziekte op de betreffende persoon.

  3. Oorzaak: de aangenomen oorzaak: iemand kan denken dat het biologisch, psychologisch, emotioneel, genetisch of omgevingsgerelateerd is.

  4. Tijdsbestek: verwacht iemand dat het kort duurt (acuut) of lang (chronisch)?

  5. Controleerbaarheid/geneesbaarheid: in hoeverre iemand denkt dat er iets aan de ziekte gedaan kan worden?

Al deze representaties hebben invloed op het verloop van de ziekte. Of iemand bijvoorbeeld hulp zoekt, hangt af van in hoeverre iemand denkt dat de ziekte te genezen is.

Wat is de Illness Perception Questionnaire (IPQ en IPQ-R)?

De IPQ is een goed gevalideerde vragenlijst en er is een specifieke versie voor kinderen. De herziene versie, de IPQ-R, maakt onderscheid tussen overtuigingen over persoonlijke controle over de ziekte van uitkomstverwachtingen en van verwachte behandelcontrole. Ook wordt een nieuwe dimensie van emotionele reacties op ziekte zoals angst beoordeelt, en het onderzoekt de mate waarin een persoon het gevoel heeft zijn/haar conditie te begrijpen.

Wat is de invloed van ziekte representaties op uitkomsten?

De representaties van ziektes hebben invloed op uitkomsten, zoals:

  • Het zoeken en gebruiken van medische behandeling.

  • Het deelnemen aan zelfverzorgend gedrag of gedragsverandering.

  • Attitudes richting medicijnen en behandelkeuzes.

  • Ziekte-gerelateerde gebreken en terugkeer naar werk.

  • Angst en depressie van verzorger.

  • Kwaliteit van leven.

Over het algemeen is het ervaren van controle geassocieerd met adaptieve uitkomsten, waaronder psychologische gezondheid en sociaal functioneren, terwijl hoge symptoom identiteit, chroniciteit en serieuze gevolgen negatief geassocieerd zijn met zulke uitkomsten. De laatste tijd is er ook een toename in longitudinale studies, wat laat zien wat het belang is van de relaties tussen componenten en uitkomsten over een veranderend ziekteverloop.

Wat is de impact van behandelveranderingen op ziektepercepties?

Onderzoeken laten het belang zien van het overwegen van de percepties van de patiënt over belangrijke behandelovergangen om percepties zo goed mogelijk te kunnen managen en kwaliteit van leven en adaptatie van de patiënt te optimaliseren.

Wat zijn causale attributies?

Attributiemodellen gaan over waar een persoon de oorzaak van een gebeurtenis ziet. We maken attributies om onverwachte gebeurtenissen begrijpelijker te maken of om een gevoel van controle te krijgen. Levensstijlfactoren en stress zijn de meest gemaakte attributies. Mensen met longkanker zien roken vaak niet als mogelijke oorzaak, en dit kan een verdedigingsmechanisme zijn. Attributies van oorzaken kunnen beïnvloeden hoe we reageren op onze ziekte, helaas is de attributie niet altijd goed. Cultuur beïnvloed causale attributies. Er is bijvoorbeeld variatie in de mate waarin leden van een specifieke cultuur geloven in bovennatuurlijke oorzaken van ziekte. Cultuurverschillen spelen ook een rol in andere ziekte representatie dimensies.

Waaruit bestaat de reactie op symptomen?

De eerste stap is het herkennen van de symptomen als een ziekte. Het gedrag van mensen die symptomen herkend hebben maar nog geen medische hulp zoeken, wordt ziektegedrag genoemd. Ziektegedrag bestaat uit rusten, zelfmedicatie, het zoeken van sympathie en het zoeken van (informele) informatie om de gezondheidsstatus vast te stellen. Wanneer ze dat gedaan hebben kunnen ze besluiten de symptomen te negeren en hopen dat ze over gaan, ander advies inwinnen of naar een gezondheidsprofessional gaan. Meestal onderneemt iemand uiteindelijk al deze stappen in de bovenstaande volgorde. Om advies vragen bij familie, vrienden, kennissen en collega's over gezondheidskwesties wordt ook wel het lay referral system genoemd.

Mensen die denken dat ze een hartaanval hebben of krijgen, wachten vaak minstens een uur voordat ze professionele hulp inroepen. De medicijnen die bloedverdunnend werken en zo de schade aan het hart kunnen reduceren, werken echter het beste binnen een uur na het beginnen van de problemen. Het is dus niet altijd goed om af te wachten. Wanneer iemand eenmaal besloten heeft dat hij ziek is en professionele hulp nodig heeft, duurt het meestal ook nog even voordat de hulp daadwerkelijk geboden kan worden.

Wat verstaat men onder vertraging?

Een groot aantal mensen wacht met het zoeken van professionele hulp bij het hebben van symptomen. Safer et al. (1979) heeft een model bedacht van drie fasen en geeft aan dat een individu hulp zal zoeken als de drie fasen zijn doorlopen met een positief antwoord.

  • Appraissal delay: het wel of niet hebben van symptomen.

  • Illness delay: het wel of niet zoeken van medische hulp.

  • Utilisation delay: de tijd tussen het vaststellen dat men hulp nodig heeft en echt een dokter bezoeken.

Er zijn een hoop factoren die bepalen waarom mensen wel of geen hulp zoeken. Denk bijvoorbeeld aan sociale klasse, financiën en opleidingsniveau. Hieronder zullen een aantal factoren worden besproken.

Het type symptoom kan een rol spelen. Als het symptoom goed zichtbaar is voor jezelf en voor anderen, zal iemand het minder uitstellen om hulp te zoeken. De effecten van symptomen zijn ook van belang. Als symptomen normale relaties bedreigen of activiteiten of interacties verstoren, zoeken mensen eerder hulp. De locatie van de symptomen beïnvloeden ook de vertraging in het zoeken van hulp: sommige dingen bespreken mensen makkelijker met vrienden/familie dan andere zaken. Ook de waargenomen prevalentie over de symptomen en ziekte kunnen bepalen of ze medische hulp zoeken. Ziektes die veel voorkomen worden genormaliseerd en als minder ernstig gezien.

Iemands financiële situatie kan ook een rol spelen. Gediagnosticeerd worden met een bepaalde ziekte klinkt voor sommige mensen aantrekkelijk omdat zij op die manier aan verplichtingen als werk kunnen ontkomen en toch geld ontvangen van de verzekering. Aan de andere kant kunnen financiën er ook voor zorgen dat iemand juist geen hulp zoekt. Mensen zijn bang voor de kosten die de interventie met zich meebrengt als de hulp niet (volledig) vergoed wordt of wanneer ze niet verzekerd zijn.

Jonge mensen en oude mensen zoeken sneller hulp dan de leeftijdsgroep daar tussenin. Oude mensen maken zich sneller zorgen en mensen van middelbare leeftijd willen hun problemen minimaliseren zolang dat mogelijk is.
Vrouwen gebruiken gezondheidsdiensten vaker dan mannen. Mannen laten hun mannelijkheid zien door te doen aan risicogedrag en door geen tekenen van zwakte te laten zien. Vrouwen willen eerder medische hulp zoeken.
De invloed van anderen is ook van belang: mensen ondernemen vaak pas actie als ze hiertoe aangezet worden door anderen in hun netwerk. Het lijkt erop alsof veel mensen eerst zoeken naar toestemming om hulp in te roepen.

Wat ook een grote rol speelt bij de vertraging in het zoeken van hulp, is de angst voor diagnose. Sommige mensen wachten met hulp zoeken omdat ze bang zijn dat ze een bepaalde ziekte hebben, maar dat eigenlijk nog niet officieel willen weten.

Welke psychologische invloed kan ziekte hebben op een patiënt? - Chapter 2
Welke psychologische invloed kan ziekte hebben op de familie en andere bekenden van een patiënt? - Chapter 3
Wat is klinische forensische psychologie? - Chapter 4
Summaries per chapter with the 2nd edition of Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel & Aan het Rot - Bundle

Summaries per chapter with the 2nd edition of Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel & Aan het Rot - Bundle

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel and Aan het Rot

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel and Aan het Rot

Study guide with Capita Selecta in Clinical Psychology

Online summaries and study assistance with the 2nd edition of Capita Selecta in Clinical Psychology by Wessel & Aan het Rot

Prints & Pickup with Capita Selecta in Clinical Psychology

  • Nederlandse printsamenvatting bij Capita Selecta in Clinical Psychology
  • Pre-order and pickup or use the postal service

Related content on joho.org

How can symptoms be experienced and be interpreted? - Chapter 1

How can symptoms be experienced and be interpreted? - Chapter 1

How do we become aware of the sensations of illness?

When someone is ill, it causes (visible) changes in the body. Someone remarks that you look pale while you didn't notice anything yet. Often, however, illness causes characteristics that are quickly noticed by the ill person. Examples are changes in bodily functions (for example, having to pee more often), sensations (eg, reduced vision or sense of smell), unpleasant sensations (eg, pain, fever, and nausea), the appearance of the body (weight loss or weight gain), and physical function (e.g., fainting) .

A characteristic or a change is not necessarily a symptom. A characteristic is in fact something, but before you can call something a symptom it must first be interpreted. You can detect an elevated body temperature, but before you think about a fever it is useful to first check whether the increase is not due to sports, the environment, warm clothes etc.

Illness or disease?

There is often confusion about the words 'illness' and 'disease'. Often the words are used interchangeably, but there is a subtle difference. Illness is what someone feels, the complaints with which he goes to the doctor. Disease is what is wrong with organs, cells or tissues.

What does the perception of symptoms entail?

When someone is getting sick, there are three phases that have to do with recognition:

  1. noticing symptoms;

  2. interpreting the symptoms as a disease;

  3. plan and take action.

Although everyone sometimes suffers from symptoms, we do not go to the doctor for all ailments and aches and pains. Some symptoms even go unnoticed, or hardly paid attention to. The Pennebaker (1982) attention model describes how competition for attention between different internal or external cues or stimuli leads to the same physical signs or physiological change immediately being noticed in some contexts, but not in other contexts. The cognitive-perceptual model of Cioffi (1991) focuses more on the processes of interpretation of physical signs and influences on attribution as symptoms, and on the role of selective attention. There appear to be biological, psychological and contextual influences on the interpretation of symptoms. In general, a symptom receives attention from the individual dependent of when it is painful or disruptive, new or persistent. People with a chronic illness more often notice symptoms and also report them more often.

Individual differences in symptom perception arise because people give different attention to their internal and external characteristics. People who are very focused on the external appear, notice internal symptoms less quickly. How quickly someone is distracted from other (external) issues also plays a role. At the end of a lecture, more and more people notice the jitters in their throats, causing more and more coughing.

When many people have a particular illness, when an illness is in the news or when people read or learn something about an illness, it increases the attention for symptoms associated with that illness. An example is medical student disease. Students who are going to study medicine or psychology initially think that they have everything because they recognize symptoms in themselves. However, it often appears that they have overestimated their complaints and that fear played a major role.

Social influences

Individuals have stereotypes about who gets which disease. This can change the perception and response to symptoms. Most people associate men with heart problems. Among the female heart patients, the early symptoms are either often not recognized.

The context and the time when symptoms occur largely determine our motivation to pay attention to or detect symptoms. If the environment of an individual is incredibly interesting and distracting, symptoms will be less likely to be detected than if the environment is dull. During labor, muscle cramps are not seen as symptomatic, but they are seen while watching TV.

Individual differences affecting symptom perception

  • Gender: women often pay more attention to physical symptoms than men and they also see physical changes as a symptom. It is possible that physiological differences influence the pain threshold, but it is also possible that the observed differences reflect behavior (coming out with the complaint) and not the symptom perception itself. Another possible influence is that it is more socially acceptable for women to come out for their complaints.

  • Age: age probably has a fairly large influence on how people deal with symptoms and how they interpret them. As someone gets older, he has more information about his own body. He now knows what is normal and what is not. On the other hand, the symptoms also change as someone gets older.

  • Emotions: the mood of an individual is quite important when it comes to health. People with a good mood see themselves as healthier and say they have fewer symptoms than someone with a bad mood. People with a bad mood think they are vulnerable to diseases or think pessimistic about relieving their symptoms. Depressed people pay more attention to their symptoms and manage to list more negative health events from the past. Anxiety causes individuals to ignore symptoms out of fear or to pay extreme attention to their sensations. Neuroticism means, among other things, that someone has a tendency to experience negative emotional sensations and is related to 'negative affectivity' (NA). Someone with a high score for NA traits often interprets the symptoms more negatively and these interpretations lead to more frequent visits from health authorities.

Cognitions and coping style

The way in which people respond to internal and external events also appears to influence symptom perception. The so-called type A behavior (TAB), characterized by impatience, competition and aggressiveness, appear to be less likely to notice symptoms. This is probably because they are primarily focused on the things they should do and because they prefer to ignore signs of weakness.

People who tend to suppress the associated feelings and thoughts during aversive events are also less likely to realize that they have something. This repression is again associated with unrealistically optimistic (comparitive optimism). So-called monitors pay attention to the source of their symptoms and immediately try to do something about it. Opposite behavior is shown by the blunters who ignore the source of stress as much as possible, for example by avoiding information about the complaint.

What does the interpretation of symptoms entail?

Even though symptoms do not necessarily lead to illness, they can result in someone taking on the disease role. That disease role is in turn influenced by the culture in which someone lives, for example an individual or a more group-oriented culture, or a culture in which people believe in the influence of spirits or a culture in which people assume physiological and psychological influence on health. The fact that one person simply lives on with certain symptoms and the other adapts is caused by individual differences. These individual differences can exist in different areas:

  • Gender: Somatisation disorder is more common in women, and women score higher in terms of neuroticism. Women therefore interpret physical signals more as a symptom of an underlying disease than men. Women also go to the doctor more often.

  • Life stage: It is plausible that (young) children differ from adolescents in the cognitive awareness of disease. It is very difficult to find this out, because children cannot yet express their thoughts and for ethical reasons. There is evidence that children have the same multidimensional ideas about diseases as adults. Much research is still needed in this area.

  • Personality: Personality and emotional traits can influence how symptoms are interpreted. For example, people who score high on neuroticism have often symptoms. Moderate levels of neuroticism are, however, beneficial, because it leads to a better continuation of the treatment and to go to the doctor sooner if there really is an illness.

  • Self-identity: Many people have different social identities depending on the context (student / partner / daughter), and the interpretation of symptoms differs depending on a person's current social identity at that time.

  • Disease experience: Previous experiences influence the interpretation and response to symptoms.

Prototypes: if a physical signal is seen as a symptom, what determines that a person believes he / she is sick? Usually a person thinks he is ill if the symptom fits into a schedule that he / she can retrieve from his/her memory. Diseases that have fairly clear symptoms are more quickly recognized by a self-diagnosis. The common-sense model: the representations people have of diseases are formed by the media, by personal experience and by what friends experience. These cognitive diagrams determine how someone responds to signals from the body. The common-sense model is a framework for dealing with and understanding disease. This model is based on the parallel processing of the components of the stimuli: a symptom causes pain (cognition) and the person reacts emotionally, for example with anxiety. The model has a so-called feedback loop of coping and representations.

A disease representation is created as soon as someone becomes aware of the symptoms. Five consistent themes in disease representation have been identified over time:

  1. Identity: variables that indicate the presence or absence of a disease

  2. Consequences: the expected influence of the disease on the person concerned

  3. Cause: the assumed cause: someone may think that it is biological, psychological, emotional, genetic or environmental

  4. Timeframe: does anyone expect it to be short (acute) or long (chronic)?

  5. Controllability / curability: to what extent someone thinks something can be done about the disease?

All these representations influence the course of the disease. For example, whether someone seeks help depends on the extent to which someone thinks the disease can be cured.

The Illness Perception Questionnaire (IPQ and IPQ-R)

The IPQ is a well-validated questionnaire and there is a specific version for children. The revised version, the IPQ-R, distinguishes between convictions about personal control over the outcome outcome disease and expected treatment control. It also assesses a new dimension of emotional responses to illness such as anxiety, and examines the extent to which a person feels they understand their condition.

Ilness representations and outcomes

Illness representations have also been shown to have direct effects on a wide range of outcomes, including:

  • Searching and using medical treatment

  • Participating in self-sufficient behavior or behavioral change

  • Attitudes towards medicines and treatment choices

  • Illness-related disability and return to work

  • Anxiety and depression from caregiver

  • Quality of life

In general, experiencing control is associated with adaptive outcomes, including psychological health and social functioning, while high symptom identity, chronicity, and serious consequences are negatively associated with such outcomes. Lately, there has also been an increase in longitudinal studies, which shows the importance of the relationships between components and outcomes over a changing course of the disease.

The impact of treatment changes on disease perceptions

Studies show the importance of considering the patient's perceptions about important treatment transitions in order to manage perceptions as well as possible and to optimize the patient's quality of life and adaptation.

Causal attributions

Attribution models are about where a person locates the cause of an event. We make attributions to make unexpected events easier to understand or to gain a sense of control. Lifestyle factors and stress are the most commonly made attributions. People with lung cancer often do not see smoking as a possible cause, and this can be a defense mechanism. Attributions of causes can influence how we respond to our disease, unfortunately the attribution is not always good. Culture influences causal attributions. For example, there is variation in the extent to which members of a specific culture believe in supernatural causes of disease. Cultural differences also play a role in other disease representation dimensions.

How do we respond to symptoms?

The first step is to recognize that they have symptoms of an illness. The behavior of people who have recognized symptoms but are not yet seeking medical help is called illness behavior. Illness behavior consists of rest, self-medication, seeking sympathy and seeking (informal) information to determine health status. When they have done that, they can decide to ignore the symptoms and hope that they will pass, seek other advice or go to a health professional. Usually someone ultimately takes all these steps in the above order. The lay referral system is also called for advice from family, friends, acquaintances and colleagues about health issues.

People who think they have or are having a heart attack often wait at least an hour before seeking professional help. However, the drugs that have a blood-thinning effect and can thus reduce the damage to the heart work best within an hour of starting the problems. So it's not always good to wait. Once someone has decided that he is ill and needs professional help, it usually takes a while before the help can actually be offered.

Delay behavior

A large number of people wait to seek professional help with symptoms. Safer et al. (1979) has devised a three-phase model and indicates that an individual will seek help when the three phases have been completed with a positive answer.

  • Appraissal delay: having or not having symptoms

  • Illness delay: whether or not to seek medical assistance

  • Utilizsation delay: the time between determining that people need help and actually visiting a doctor

There are a lot of factors that determine why people seek help or not. Consider, for example, social class, finances and education level. A number of factors will be discussed below.

The type of symptom can play a role. If the symptom is clearly visible to yourself and others, someone will postpone it less to seek help. The effects of symptoms are also important. If symptoms threaten normal relationships or disrupt activities or interactions, people are more likely to seek help. The location of the symptoms also affects the delay in seeking help: some things are easier for people to discuss with friends / family than others. The observed prevalence over the symptoms and illness can also determine whether they seek medical help. Diseases that are common are normalized and considered less serious. A person's financial situation can also play a role. Being diagnosed with a certain disease sounds appealing to some people because it allows them to escape obligations such as work and still receive money from insurance. On the other hand, finances can also ensure that someone is not looking for help. People are afraid of the costs that the intervention entails if the assistance is not (fully) reimbursed or if they are not insured. Young people and old people seek help faster than the age group in between. Old people worry more quickly and middle-aged people want to minimize their problems as long as possible. Women use health services more often than men. Men show their masculinity by engaging in risk behavior and by showing no signs of weakness. Women want to seek medical help sooner. The influence of others is also important: people often only take action if they are encouraged to do so by others in their network. It seems that many people first seek permission to seek help. What also plays a major role in the delay in seeking help is the fear of diagnosis. Some people wait to look for help because they are afraid that they have a certain disease, but actually don't want to know that yet.

What are the impacts and outcomes of illness? - Chapter 2
What are the impacts and outcomes of illness from family and informal caregivers perspective? - Chapter 3
What is clinical forensic psychology? - Chapter 4
JoHo nieuwsupdates voor inspiratie, motivatie en nieuwe ervaringen: winter 23/24

Projecten, Studiehulp en tools:

  • Contentietools: wie in deze dagen verwonderd om zich heen kijkt kan wellicht terecht op de pagina's over tolerantie en verdraagzaamheid en over empathie en begrip, mocht dat niet voldoende helpen check dan eens de pagina over het omgaan met stress of neem de vluchtroute via activiteit en avontuur in het buitenland.
  • Competentietools: voor meer werkplezier en energie en voor betere prestaties tijdens studie of werk kan je gebruik maken van de pagina's voor vaardigheden en competenties.
  • Samenvattingen: de studiehulp voor Rechten & Juridische opleidingen is sinds de zomer van 2023 volledig te vinden op JoHo WorldSupporter.org. Voor de studies Pedagogiek en Psychologie kan je ook in 2024 nog op JoHo.org terecht.
  • Projecten: sinds het begin van 2023 is Bless the Children, samen met JoHo, weer begonnen om de slum tours nieuw leven in te blazen na de langdurige coronastop. Inmiddels draaien de sloppentours weer volop en worden er weer nieuwe tourmoeders uit deze sloppen opgeleid om de tours te gaan leiden. In het najaar van 2023 is ook een aantal grote dozen met JoHo reiskringloop materialen naar de Filipijnen verscheept. Bless the Children heeft daarmee in het net geopende kantoortje in Baseco, waar de sloppentour eindigt, een weggeef- en kringloopwinkel geopend.

Vacatures, Verzekeringe en vertrek naar buitenland:

World of JoHo:

  • Leiden: de verbouwing van het Leidse JoHo pand loopt lichte vertraging op, maar nadert het einde. Naar verwachting zullen eind februari de deuren weer geopend kunnen worden.
  • Den Haag: aangezien het monumentale JoHo pand in Den Haag door de gemeente noodgedwongen wordt afgebroken en herbouwd, zal JoHo gedurende die periode gehuisvest zijn in de Leidse vestiging.
  • Medewerkers: met name op het gebied van studiehulpcoördinatie, internationale samenwerking en internationale verzekeringen wordt nog gezocht naar versterking!

Nieuws en jaaroverzicht 2023 -2024

  

  

   

    

   

Shop voor prints & pickups

Samenvattingen en studiehulp per gerelateerde opleiding

  

 

JoHo: crossroads uit de bundels