Child maltreatment - Cicchetti, Toth (2005) - Artikel


Definities

Er zijn in totaal vier verschillende categorieën te onderscheiden als het gaat om kindermishandeling, namelijk 1) fysieke mishandeling, 2) seksueel misbruik, 3) verwaarlozing en 4) emotionele mishandeling.

Tot nu toe is er nog geen passende definitie voor kindermishandeling. Dit komt ten eerste doordat kindermishandeling vaak als een juridische zaak gezien wordt. De definitie wordt daardoor vaak ook vanuit de juridische kant bepaald en minder vanuit onderzoekers en psychologen. Ten tweede kan er geen eenduidig onderscheid gemaakt worden tussen acceptabele opvoedingsmethodes en kindermishandeling, de ideeën hierover verschillen namelijk per historische periode en cultuur. Daarnaast kan de definitie bepaald worden vanuit het oogpunt van de dader, de effecten op het kind of een combinatie van beide. Tevens is de vraag of er rekening gehouden moet worden met de intentie van de ouder en of het doel waarvoor de definitie gebruikt wordt van belang moet zijn. Daarnaast kunnen er verschillende methodes gebruikt worden voor het onderzoeken van kindermishandeling. Er kan namelijk gebruik gemaakt worden van zelfrapportage (door dader en/of slachtoffer), observatie en rapporten van instanties zoals Bureau Jeugdzorg en het AMK. Alle methodes hebben zowel voordelen als nadelen. De betrouwbaarheid van zelfrapportage kan namelijk beïnvloed worden door de eerlijkheid van de dader of het slachtoffer. Bij observaties worden ervaringen gemist die niet geobserveerd zijn. Ten slotte zijn de rapporten van officiële instanties niet voor iedereen beschikbaar en zal niet alle mishandeling in deze rapporten staan. Daarom wordt geadviseerd meerdere methodes te gebruiken.

Er zijn meerdere methodes om kindermishandeling te meten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld het Maltreatment Classification System (MCS). Deze methode geeft operationele definities van de verschillende categorieën van kindermishandeling, heeft criteria over welke situaties wel en niet onder kindermishandeling vallen en geeft voorbeelden van de vijf soorten ernst niveaus van elke vorm van mishandeling. Daarnaast kan de frequentie, chroniciteit en ernst bepaald worden. Tevens kan gekeken worden in welke ontwikkelingsperiode de kindermishandeling plaatsvond en wie de dader was. Een andere methode, de Record of Maltreatment Expriences (ROME), maakt gebruikt van rapporten van kinderbeschermingsinstanties en kan inzicht geven in de diversiteit en complexiteit van de ervaringen van kinderen. Een voordeel van deze methodes is dat individuen niet direct deelnemen aan het onderzoek. Echter kan het gebruik van officiële rapporten ook een vertekend beeld geven. Dit gebeurt ook wanneer de steekproef bestaat uit mishandelende gezinnen die niet gerapporteerd worden. Er wordt bij het bepalen van kindermishandeling aangeraden niet alleen naar bijvoorbeeld de ouder-kindrelatie te kijken. Om een goed beeld te krijgen wordt daarom geadviseerd gebruik te maken van een semigestructureerd interview met de ouders in combinatie met de andere methodes.

Epidemiologie

In Amerika worden 12.3 op de 1000 kinderen mishandeld. Bij kinderen jonger dan drie jaar zijn het 16.0 kinderen per 1000. Dit zijn echter alleen de kinderen die in officiële rapporten voorkomen. Het werkelijk aantal kinderen ligt waarschijnlijk nog hoger, aangezien slechts één derde van alle meldingen verder onderzocht is. De redenen dat zaken niet verder onderzocht werden, varieerde van “er was geen duidelijke dader” tot “het kind kon geen duidelijke informatie geven”. Daarnaast speelde financiële middelen een rol, net als de werkdruk van de werknemers.

Kindermishandeling zorgt voor zowel directe als indirecte kosten. Onder directe kosten vallen hospitalisatie, chronisch fysieke gezondheidsproblemen, geestelijke zorg, bijstand, politie gerelateerde kosten en rechtszaken. Onder indirect kosten vallen speciaal onderwijs, mentale en fysieke gezondheidszorg, criminaliteit en minder productiviteit van de mishandelde individuen.

Etiologie (oorzaken)

Het één-risicofactor model blijkt niet voldoende te zijn om kindermishandeling te verklaren. Daarom zijn er verschillende interactieve etiologische modellen ontworpen die rekening houden met een combinatie van individuele, gezins- en omgevingsfactoren.

Ten eerste is er het ecologisch-transactioneel model. De kans op kindermishandeling wordt volgens dit model bepaald door verhogende en compenserende factoren op verschillende niveaus, zoals de cultuur, de gemeenschap en het gezin. De balans van risico- en protectieve factoren binnen deze niveaus bepalen de invloed op de ontwikkeling. Als er meer risicofactoren dan protectieve factoren zijn, dan heeft dit negatieve gevolgen voor de ontwikkeling. Andersom, dus als er meer protectieve factoren zijn dan risicofactoren, dan heeft dit een positieve invloed op de ontwikkeling. Hetzelfde geld voor het ontstaan van kindermishandeling. Risicofactoren op een bepaald niveau binnen het ecologisch model kunnen de uitkomsten op een ander niveau beïnvloeden.

Mishandelend families als pathogene relationele omgeving

Kindermishandeling wordt gezien als een gevolg van een pathogene relationele omgeving, omdat het gezin niet in staat is ervaringen te bieden die nodig zijn voor een normale ontwikkeling. Hierdoor hebben deze kinderen een grote kans op een verstoorde biologische of psychologische ontwikkeling en is er een verhoogde kans op slechte adaptie en psychopathologie. Deze individuen zullen hun hele leven lang kwetsbaar blijven voor bepaalde factoren. Echter betekent dit niet dat de ontwikkeling van elk mishandelt kind negatief is.

Het psychopathologie ontwikkelingsperspectief

Vanuit het psychopathologie ontwikkelingsperspectief wordt er zowel gekeken naar de abnormale als de normale ontwikkeling. Hierbij is de gedachte dat iemand iets over de normale ontwikkeling kan leren als gekeken wordt naar de abnormale ontwikkeling en andersom. Voorheen werd de abnormale ontwikkeling toegeschreven aan het individu. Echter tegenwoordig wordt deze ontwikkeling bekeken vanuit een relatie tussen het individu en de omgevingen (zowel intern als extern). Aan de hand van onderzoek is een ontwikkelingsschema opgesteld. Dit perspectief heeft inzicht geboden in hoe mishandelde kinderen zich normaal kunnen aanpassen.

De effecten

Belangrijk is dat niet elk kind dat mishandeld is op dezelfde manier beïnvloed wordt. Het effect van kindermishandeling is tevens per ontwikkelingsperiode verschillend. Het organisatieperspectief stelt dat ontwikkeling plaatsvind volgens een hiërarchisch principe, waarbij eerdere ontwikkelingsstructuren samengaan met een nieuwe ontwikkeling. Invloeden in een bepaald stadium van de ontwikkeling zullen dus het hele leven van invloed blijven. Een goede ontwikkeling in elke fase, betekent in het vervolg een grotere kans op een goede aanpassing aan een nieuwe ontwikkeling. Tegelijkertijd zorgt moeite in een fase voor een grotere kans op moeilijkheden in de toekomst. De interne en externe omgevingen zijn van invloed op latere aanpassingsvaardigheden. Er is hier dus sprake van een continue veranderend model. Er kan hierbij gekeken worden naar mediatoren en moderatoren die van invloed zijn op de uitkomst van de ontwikkeling.

Psychologische gevolgen

Affectregulatie

Al op jonge leeftijd is het belangrijk dat kinderen vaardigheden aanleren om hun affectieve ervaringen te kunnen reguleren en te differentiëren. Affectregulatie wordt gedefinieerd als: de interne en externe factoren die van invloed zijn op het richten, reguleren en moduleren van emotionele opwinding, waardoor een individu in staat is om op een aangepaste manier op emotioneel uitdagende situaties te regeren. Kindermishandeling kan de optimale ontwikkeling van affectieve vaardigheden in gevaar brengen. Mishandelde kinderen laten problemen zien in het herkennen, uiten en begrijpen van emoties. Deze problemen kunnen voor problemen in de toekomst zorgen met betrekking tot het moduleren van emoties.

Verschillende onderzoeken laten zien dat herhaalde blootstelling aan boosheid en familiegeweld kan leiden tot een heftigere emotionele reacties. Ook blijken mishandelde kinderen moeite te hebben met het mentaal representeren en verwerken van sociale informatie. Uit onderzoeken met platen waarop gezichten verschillende emoties uitbeelden blijkt dat kinderen die verwaarloosd zijn meer moeite hebben met het onderscheiden van verschillende emoties. Daarentegen hebben kinderen die fysiek mishandeld zijn, een bias voor boosheid. Zij zijn in staat boosheid veel eerder en accurater te zien dan niet-mishandelde kinderen. Daarnaast hebben deze kinderen heel veel aandacht voor de signalen die met boosheid te maken hebben, waardoor zij andere emotionele signalen missen.

Ook hebben deze kinderen een beperkte emotionele leeromgeving gehad. De emotionele ontwikkeling van een kind wordt beïnvloed door de ervaringen die een kind heeft. Door de problemen laten deze kinderen vaak agressief gedrag zien op school. Tevens wordt de latere sociale effectiviteit beïnvloed.

Een hoger niveau van externe controle is van invloed op de relatie tussen mishandeling en internaliserende problemen. Tevens blijkt dat externe controle een protectieve factor kan zijn.

Mishandelde kinderen interpreteren gedrag eerder als vijandig en door hun ervaringen met geweld hebben zij sneller de neiging om geweld te gebruiken. Zij hebben geleerd dat agressief gedrag positieve gevolgen kan hebben. Door problemen in de regulatie van emoties reageren deze kinderen vaak met behulp van agressie.

Ontwikkeling van hechting

De hechting tussen verzorger en kind vindt voornamelijk plaats in het eerste levensjaar. Een veilige hechting houdt in dat de relatie een basis van waaruit het kind kan exploreren. Hierdoor ontwikkeld het kind cognitieve, affectieve en gedragsvaardigheden die van invloed zijn op toekomstige relaties en op het beeld dat deze persoon van zichzelf heeft. Kinderen die mishandeld zijn, lopen gevaar een onveilige hechting te ontwikkelen. De opgebouwde hechting is moeilijk te veranderen en blijft het gehele leven aanwezig. De onveilige hechting gaat regelmatig gepaard met depressieve symptomen.

Ontwikkeling van zelfbewustzijn

Op een bepaald moment gaan kinderen een zelfbewustzijn ontwikkelen en worden zij zelfstandig van de ouder. Hierbij gaan kinderen zichzelf en hun emoties reguleren. Dit gebeurt echter alleen als de ouder sensitief is naar het kind toe en de pogingen naar autonomie toestaan. Kinderen die mishandeld zijn lopen het risico om zich aan deze ontwikkeling slecht aan te passen. Dit betekent niet dat zij zichzelf niet herkennen, maar het gaat hier om de negatieve of neutrale gevoelens die met deze herkenning gepaard gaan. Tegelijkertijd hebben deze kinderen evenveel kennis van woorden, maar gebruiken zij minder woorden die te maken hebben met gevoelens. Waarschijnlijk komt dit doordat eerdere ervaringen het kind geleerd hebben dat praten over gevoelens gevaarlijk kan zijn. Dit veroorzaakt op den duur een vertraging in de ontwikkeling van de theory of mind. De theory of mind zorgt ervoor dat mensen in staat zijn gevoelens en intenties toe te schrijven aan anderen. Zij kunnen zich daardoor inleven in anderen.

Deze problemen zorgen voor verschillen bij het uiten van trots en schaamte tussen niet en wel mishandelde kinderen. Er blijkt dat mishandelde meisjes minder trots en meer schaamte voelen dan zowel mishandelde als niet-mishandelde jongens. De representatie van de verzorger blijkt ook mee ook te spelen bij het zelfbeeld. Als er negatief over de verzorger wordt gedacht, dan heeft dit negatieve gevolgen voor het zelfbeeld van het kind. Dit negatieve zelfbeeld kan zorgen voor afwijzing door leeftijdsgenoten. Daarentegen zorgt een positief beeld voor prosociaal gedrag en een voorkeur voor prosociale leeftijdsgenoten.

Verschillen tussen mishandelde en niet-mishandelde kinderen zijn ook te zien op het gebied van moreel redeneren. Zij verschillen in wat zij als moreel zien en dit wordt beïnvloed door internalisatie van de morele standaarden en socialisatie. Daarnaast laten mishandelde kinderen minder empathie zien, minder sociaal en meer agressief gedrag, minder geïnternaliseerde gehoorzaamheid en meer delinquent gedrag. De abnormaliteiten in het zelfbewustzijn variëren per kind en per leeftijd.

Relaties met leeftijdsgenoten

Mishandelde kinderen laten meer agressie naar leeftijdsgenoten zien of trekken zich juist terug. Over het algemeen wordt gevonden dat mishandelde kinderen meer antisociaal gedrag laten zien en voor meer verdriet bij hun leeftijdsgenoten zorgen. De afwijzing door leeftijdsgenoten neemt toe naarmate kinderen ouder worden. Daarnaast zijn zij op latere leeftijd minder sociaal effectief, hebben zij problemen met het aangaan en behouden van vriendschappen, is er minder intimiteit in vriendschappen en hebben zij meer conflict met vrienden. Kinderen die mishandeld zijn, hebben een grotere kans om te gaan pesten of gepest te worden. Hierbij spelen problemen met de emotieregulatie een belangrijke rol.

Adaptatie aan school

School wordt gezien als de eerste en een belangrijke externe omgeving waar kinderen mee te maken krijgen. Het kan zowel gezien worden als een uitdaging voor het functioneren of als manier om gedragspatronen te doorbreken. Mishandelde kinderen lopen door hun eerdere ervaringen een grotere kans om te mislukken op school. Dit kan komen door factoren vanuit het kind zelf (zoals angst, leerproblemen en sociale competentie), vanuit de omgeving (dus door de relatie met de ouder), of andere factoren (zoals sociaaleconomische status).

Neurobiologische gevolgen

De neurobiologische ontwikkeling wordt gedeeltelijk beïnvloed door de genetische informatie en gedeeltelijk door de omgeving. Bepaalde structuren hebben informatie uit de omgeving nodig om zich te vormen. Er is dan sprake van ervaringsafhankelijke plasticiteit. Ervaringen kunnen levenslang van invloed blijven op de structuur van het brein.

Akoestische schokken

Uit onderzoeken met harde geluiden blijkt dat mishandelde jongens een kleinere amplitude als respons laten zien, later reageren en minderen last hebben van het harde geluid dan niet-mishandelde jongens. Deze resultaten komen overeen met onderzoeken onder kinderen met een post-traumatisch stressstoornis (PTSD). Deze resultaten komen door langdurige psychologische stress, die voor een verandering in de homeostase heeft gezorgd. Dit heeft weer gevolgen voor andere lichaamsfuncties, zoals het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel.

Neuro-endocrine regulatie

In het geval van acute stress is de aanmaak van het hormoon cortisol noodzakelijk om hierop te kunnen reageren. Hierbij speelt de HPA-as een grote rol. In het geval van kindermishandeling zorgen chronische stressoren voor een abnormale werking van de HPA-as. Hierdoor zijn er verschillen in cortisolniveaus gedurende het etmaal tussen mishandelde en niet-mishandelde kinderen. Mishandelde kinderen met internaliserende problemen hadden meer last van hoge cortisol niveaus en mishandelde kinderen met externaliserende problemen juist last van lagere niveaus dan normaal. Echter laten niet alle mishandelde kinderen een abnormaal niveau van cortisol zien.

ERP op emotionele gezichtsplaten

ERP is het cognitief gebeurtenis gerelateerd potentieel en hiermee wordt de reactie op externe stimuli gemeten door te kijken naar functioneren van het centrale zenuwstelsel. Hiermee kan onderzocht worden of mishandelde kinderen overreageren op gezichtsplaten met de emotie boosheid. Kinderen kregen gezichtsplaten te zien met verschillende emoties en moesten op een knop drukken wanneer zij een bepaalde emotie zagen. Kinderen waren even snel en accuraat bij het bepalen van de emotie. Echter was er in de amplitude in een bepaalde golf een verschil te zien, genaamd de P3b component. Bij normale kinderen is de amplitude bij boosheid en blijheid gelijk. Echter bij mishandelde kinderen is de amplitude bij boosheid hoger. Dit ondersteund de gedachte dat mishandelde kinderen sensitiever zijn voor boze gezichten.

Neuro imaging

Door middel van hersenscans kan het volume van verschillende hersenstructuren gemeten worden. De scans van mishandelde kinderen, adolescenten en volwassenen werden vergeleken met controlegroepen. Hieruit bleek dat de ervaringen van kindermishandeling een negatief effect hebben op hersenstructuren, waarvan de meeste structuren een kleiner volume hadden.

Psychopathologie

Alhoewel niet alle mishandelde kinderen problemen zullen ervaren in de ontwikkeling, toch kan dit leiden tot psychopathologie. Er is onder mishandelde kinderen een grotere prevalentie op het gebied van psychiatrische symptomen en diagnose. Daarnaast kunnen andere problemen spelen, zoals depressiviteit, conduct disorders en delinquentie. Bij onderzoek onder tweelingen naar het effect van kindermishandeling op antisociaal gedraag werd gekeken naar de invloed van genetische kwetsbaarheid. Hieruit bleek dat tweelingen die mishandeld werden een grotere kans op een conduct disorder hadden wanneer zij ook een groter genetisch risico liepen. Dus zowel de genen als de omgeving zijn van invloed.

Daarnaast speelt ook het gen MAOA een rol bij het ontwikkelen van antisociaal gedrag bij mishandelde kinderen. Het MAOA enzym komt voor in twee types, namelijk hogere en lagere niveaus van activiteit. Hogere activiteitsniveaus zorgt bij mishandelde kinderen voor minder kans op antisociale problemen. Daarentegen hadden mishandelde kinderen die een laag niveau van activiteit hadden een grotere kans op antisociaal gedrag.

Veerkracht

Veerkracht kan gedefinieerd worden als het bereiken van een positieve adaptie ondanks negatieve ervaringen. Dit aspect verklaart waarom sommige mishandelde kinderen toch in staat zijn zich goed aan te passen. Bepaalde individuele karakteristieken zijn beschermende factoren, zoals meer zelfvertrouwen en interne controle. Deze aspecten kunnen gebruikt worden bij de preventie van kindermishandeling. Toch moet veerkracht gezien worden als iets dat dynamisch, aangezien uit onderzoek is gebleken dat minder mensen op een latere leeftijd veerkrachtig waren.

Preventie en interventie

Om kindermishandeling tegen te gaan kan gebruik gemaakt worden van het huisbezoek model. Hierbij worden moeders van hun eerste kind thuis opgezocht. In een onderzoek werden 400 zwangere vrouwen thuis bezocht gedurende de eerste twee levensjaren van hun kind. Na twee jaar tijd was het risico op mishandeling met 75% gedaald. Na 15 jaar waren er nog steeds minder gevallen van kindermishandeling.

Daarnaast kan de nadruk gelegd worden op de hechtingsrelatie. In een onderzoek werden moeders en hun 12 maanden oud kind toegewezen aan één van drie interventiegroepen, namelijk een psycho-educatief huisbezoek (PHV), een interventie met informatie over de hechtingstheorie en kinder-ouderpsychotherapie (IPP), een normale behandeling die in de gemeenschap beschikbaar is en een controle groep. Individuen in de groepen PHV en IPP lieten een significante verandering zien in hun hechting en verschilde niet van individuen in de controle groep. De groep die de normale behandeling kreeg liet geen verschil zien in hechting. Hieruit blijkt dus dat bestaande programma’s in de maatschappij weinig voor de vorm van hechting doen. Daarnaast blijkt uit deze resultaten dat de hechting kan veranderen en dat het niet per se nodig is om een programma te volgen dat specifiek gericht is op het veranderen van de hechting. In onderzoek bij iets oudere kinderen had alleen de hechting gerelateerde interventie een effect. Hieruit blijkt dat naarmate het kind ouder wordt meer specifieke interventie nodig is om verandering te brengen.

Implicaties voor sociaal beleid

Door deze hoeveelheid aan kennis kunnen preventieve en interventie strategieën ontwikkeld worden, om er voor te zorgen dat minder kinderen mishandeld zullen worden en de gevolgen van mishandeling behandeld kunnen worden. Echter blijft er sprake van verschillende hindernissen, zoals het juridisch systeem dat bij kindermishandeling blijft kijken naar de ouders en niet naar het hele gezin. Daarnaast moeten de middelen voor preventie vergroot worden, waardoor huisbezoeken gedaan kunnen worden bij alle nieuwe ouders. Echter een nadeel is het geld en de tijd die hiervoor nodig is.

Conclusie en toekomstperspectieven

Het ervaren van mishandeling en de daarmee gepaarde slechte opvoedingskwaliteit kan een grote impact hebben op de psychologische en neurobiologische ontwikkeling. Het onderzoeken van de ontwikkeling kan helpen bij het vaststellen van kindermishandeling. Daarnaast heeft kennis over de genetica bijgedragen aan kennis over slechte aanpassing, de ontwikkeling van psychopathologie en de rol van veerkracht. Alhoewel mishandelde kinderen op veel gebieden verschillen van niet mishandelde kinderen, hoeft het niet zo te zijn dat elk mishandeld kind problemen ervaart. Tot nu toe is er nog niet bekend of de gevolgen van kindermishandeling terug te draaien zijn en of er sprake is van sensitieve periodes. Daarnaast is het de vraag of bepaalde hersenstructuren plastischer zijn dan anderen en of er een periode bestaat waarin alleen dan verandering mogelijk is. Wat betreft hechting blijkt dat verandering ook op latere leeftijd nog mogelijk is. In de toekomst zullen er methodologische vooruitgangen plaats moeten vinden waardoor de gevolgen van mishandeling duidelijker worden. Langdurige onderzoeken, onderzoeken met neuro imaging en onderzoeken met steekproeven uit de gemeenschap zullen daarbij een belangrijke rol spelen. Tevens kunnen technische vooruitgangen hier aan bijdragen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.