De politieke supernanny - In hoeverre mag de politiek de vrijheid van de burger begrenzen? - Chapter 1

In dit hoofdstuk worden de opvattingen van Isaiah Berlin aangehaald, om te laten zien hoe de opvoeding van vandaag zeer eenzijdig is geworden. We focussen alleen nog op het beperken en inperken van gedrag van kinderen en ouders en vergeten de positiviteit in opvoeding.

Opvoeding als therapie

Binnen de opvoeding werken continu allerlei spanningen tussen processen. Langeveld, een Nederlandse pedagoog, noemde die spanningen antinomieën, oftewel verhoudingen tussen twee processen die in balans moeten blijven.

  1. De spanning tussen vrijheid en binding: kinderen willen vrijheid om te experimenteren, te ontdekken, en ouders begrenzen die vrijheid zodat kinderen zich niet bezeren of te ver gaan.

  2. De spanning tussen ideaal en werkelijkheid: ouders moeten zorgen dat het kind voldoende uitdaging krijgt om zo te groeien dat het de wereld aankan, maar er moet wel rekening gehouden worden met zijn mogelijkheden en behoeften

  3. Cultuuroverdracht en cultuurvernieuwing: kinderen moeten dingen leren waardoor zij kunnen invoegen in de bestaande cultuur, maar ook voldoende eigenheid en vrijheid houden om de toekomst zelf verder vorm te geven.

Toch staan deze spanningen in de hedendaagse opvoeding helemaal niet meer zo centraal volgens de schrijver. Opvoeding lijkt een vorm van gedragstherapie te zijn geworden: hoe kunnen gedragsproblemen bij kinderen worden verholpen door positief opvoeden, consequent zijn en belonen (effective parenting). Jeugdbeleid focust kortom meer op gedragsregulering dan op maatschappelijk niveau. Dit geldt voor het gedrag van kinderen, maar ook het gedrag van ouders wordt steeds sterker ingeperkt. Dit inperken van de vrijheid lijkt dus wel het centrale pedagogische thema van deze tijd te zijn.

Deze focus op gedragsregulering doet kinderen echter tekort. Doordat ouders en professionals focussen op het oplossen van op de voorgrond liggende problemen (ADHD, depressie, criminaliteit) met gedragsregulering, gaan zij voorbij aan het werken aan een saamhorigheidsgevoel in de samenleving, identiteitsvorming en verbondenheid. En andersom lijkt er ook weinig aandacht te zijn voor hoe ons beeld van het kind, waar dus eigenlijk niet zo veel meer mis mee mag zijn, een hoge druk kan leggen op kinderen. De rol van de maatschappij lijkt dus compleet buiten beschouwing te worden gelaten.

Opvoeding in de politiek

Ook in de politiek komt steeds meer een voorkeur voor ‘simpele’ en snelle oplossingen voor gedragsproblemen. Bijvoorbeeld door kinderbijslag in te trekken bij slecht opvoeden of door heropvoedingskampen op te richten. De politiek houdt zich bezig met zowel incompetentie bij ouders, als ongehoorzame jeugd. De centrale gedachte is dat de opvoeding te soft is geworden op school en thuis. Problemen bij kinderen komen door gedrag van de ouders. En dat gedrag is weer het resultaat van problemen in de samenleving (taalachterstand, comazuipen, voortijdige schooluitval).

Er lijkt sprake te zijn van een polarisatie in het politieke debat over opvoeding: de standpunten worden steeds radicaler. Een risico daarvan is dat het groepen tegen elkaar opzet. Bijvoorbeeld wanneer uitspraken worden gedaan over de hele Marokkaans-Nederlandse gemeenschap die verantwoordelijk is voor alle jongerenoverlast. Ook lijkt het zo te zijn dat de standpunten steeds radicaler worden om daarmee de tegenpartij nog sterker aan te kunnen vallen (zodat men eigenlijk aan het doel voorbij gaat, namelijk verandering).

Isaiah Berlin

Dit was een politiek filosoof uit halverwege de 20e eeuw, die een theorie over vrijheid ontwikkelde. In Two Concepts of Liberty uit 1958 stelde hij de vraag wanneer iemand moet gehoorzamen, of juist vrijheid moet hebben. Berlin vond het belangrijk dat er in een samenleving genoeg ruimte is voor meerdere waarden en opvattingen over vrijheid, oftewel: pluraliteit. Het begrip vrijheid is namelijk zo los, dat het veel verschillende manieren heeft waarop het kan worden ingevuld. Het kan misbruikt worden (de nazi’s wilden Duitsland bevrijden van niet-Arische invloeden). Berlin onderscheidt in ieder geval twee soorten vrijheid:

  1. Negatieve vrijheid: hoeveel ruimte heeft het individu of de groep om te doen wat hij zelf wil (in hoeverre is hij begrensd door anderen)

  2. Positieve vrijheid: de behoefte van mensen om hun eigen leven in te richten en met wie ze dat willen doen

Deze vrijheden kunnen gaan botsen. Wanneer de overheid teveel nadruk legt op een bepaald ideaal dat burgers moeten nastreven, zoals een sterke gemeenschap, dan komt de negatieve vrijheid in het gedrang. Dat zorgt er dan weer voor dat er weinig ruimte is voor een eigen autonomieontwikkeling (positieve vrijheid). Ligt de nadruk heel sterk op autonomie, dan komt negatieve vrijheid weer in het gedrang. Dit dilemma tussen samenlevingsgevoel en autonomie noemt Blokland het ‘emancipatiedilemma’.

Wanneer Berlins theorie wordt toegepast op de visie op opvoeding, dan zie je al snel dat de debatten uitsluitend over de negatieve vrijheidsruimte gaan. In hoeverre mag een overheid bepalen tot hoe laat kinderen op straat zijn, mogen we een straatverbod aan hangjeugd geven? De opvatting lijkt dat de negatieve vrijheid te groot is geworden en dat die moet worden ingeperkt. De aandacht voor positieve vrijheid lijkt vrijwel verdwenen. Terwijl dit een principe is over ontwikkeling, idealen, levenswijzen. Volgens Blokland staat deze vrijheid voor de democratie zelf. Op scholen zie je soms wel aandacht voor positieve vrijheid: via peer-mediation conflicten oplossen, groepsvergaderingen om samen te beslissen, etc.

Conclusie

De polariteit in de politiek lijkt dus uitsluitend over de beperking van negatieve vrijheid te gaan. Daarin is dus ook geen ruimte voor ondersteuning en ontwikkelingsruimte voor kinderen en jongeren: weinig autonomie of betrokkenheid. Ons jeugdbeleid is dus nu zeer eenzijdig ingesteld. Deze eenzijdigheid leidt vervolgens ook tot een doorslaan van de balans: jongeren voelen zich gediscrimineerd, zoeken contact met anderen die ook radicaal denken, etc. Het inperken van de negatieve vrijheid leidt dus tot het kapen van positieve vrijheid.

De schrijver pleit voor meer aandacht voor positieve vrijheid: wat voor idealen hebben de jongeren, wat is hun identiteit, hoe ervaren zij hun samenleving. Niet alleen op school, maar ook buiten school. Wij mensen moeten kinderen opvoeden tot positieve vrijheid.

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten