Handreiking beroepsgeheim - GGZ - Artikel


Aanleiding voor deze handreiking

De huidige wet over geheimhouding zorgt er voor dat je de plicht tot geheimhouding kan verbreken, maar het is niet voor iedereen duidelijk wat de mogelijkheden zijn. Dat wordt in deze handreiking uitgelegd. Voor zorgprofessionals geldt in principe dat ze geheimen die aan hen toevertrouwd worden of dingen die als geheim gezien worden geheim moeten houden.

De grondslag van het beroepsgeheim

Een BIG-professional is een beroepsoefenaar in de individuele gezondheidszorg, en heeft te maken met beroepsgeheim. De betrokken mensen hebben een afgeleid beroepsgeheim. Een beroepsgeheim houdt alle informatie in over de patiënt die de zorgverlener te weten is gekomen. Dit blijft, ook als de patiënt overleden is, het recht van de patiënt. Het beroepsgeheim is in meerdere wetten opgenomen, zoals de Grondwet en Wet bescherming persoonsgegevens.

Zwijgplicht

De zwijgplicht is essentieel, omdat er zo een vertrouwelijke sfeer gecreëerd wordt. Het is op individueel en maatschappelijk niveau van belang, omdat men zo toegang heeft tot hulpverlening zonder dat je bang hoeft te zijn dat de informatie doorgespeeld wordt.

Verschoningsrecht

Dit recht heeft een hulpverlener tegenover de rechter, politie, officier van justitie en de rechter-commissaris, wat inhoudt dat de hulpverlener het recht heeft om zich tegenover hen te “verschonen” van het afleggen van een getuigenis (mits dit het beroepsgeheim zou schenden). Voor een duidelijkere uitleg, zie bijlage.

Situaties om beroepsgeheim te doorbreken

Bij een vermoeden dat andere mensen, de hulpverlener of de patiënt zelf in gevaar zijn, kan de hulpverlener de zwijgplicht doorbreken. Er zijn een aantal momenten waarop dit kan.

Met toestemming van de patiënt

Als de patiënt aangeeft dat het goed is, mag de hulpverlener de zwijgplicht doorbreken. Er moet dan gekeken worden of de patiënt de informatie zelf doorgeeft of dat de hulpverlener dit doet. Dit kan meerdere gesprekken in beslag nemen.

Meldplicht

Als er een wettelijke verplichting is, moet de hulpverlener de zwijgplicht verbreken, maar mag alleen die informatie verstrekken die absoluut nodig is. De wetten die hiermee te maken hebben zijn de Wet BOPZ, Wet publieke gezondheid, Wet op de lijkbezorging, Wet op de jeugdzorg en ook als er twijfel is over een natuurlijke dood.

Plichtenconflict

Dit kan voorkomen wanneer het doorbreken van de zwijgplicht de enige manier is om gevaar te voorkomen. De hulpverlener moet zich afvragen of andere belangen groot genoeg zijn. Er zijn een aantal voorwaarden: als het niet verteld wordt is er grote kans dat er ernstige schade ontstaat; er is geen andere oplossing; het is bijna zeker dat door het verbreken schade beperkt/voorkomen kan worden; de zwijgplichtige verkeert in gewetensnood en de zwijgplichtige heeft moeite gedaan om toestemming te krijgen van de patiënt om het zelf te vertellen.

Meldrecht

Als er sprake is van meldrecht, mag de hulpverlener de zwijgplicht verbreken, waarbij de hulpverlener overweegt of er wettelijk recht is om het te delen en of het de enige manier is om gevaar te beperken of voorkomen. De wet die hiermee te maken heeft is de Wet op de Jeugdzorg.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Subsidiariteit houdt in dat de hulpverlener andere opties overweegt om het gevaar te wenden in plaats van de informatie door te spelen aan derden. Proportionaliteit wil zeggen dat het doorspelen van de informatie zodanig positieve gevolgen oplevert dat het in balans staat met de schade die het berokkent.

Strafbaarheid

Als het beroepsgeheim verbroken wordt, kan dit strafrechtelijk vervolgd worden. De kans om straf te krijgen is echter niet groot wanneer het duidelijk is dat dit gedaan is om inderdaad ernstig gevaar af te wenden. De hulpverlener kan zich beroepen op artikel 40 in Wetboek van Strafrecht (overmacht). Bij een plichtenconflict is er overmacht.

Informatie delen binnen de organisatie

Mensen die direct betrokken zijn bij het hulpverleningsproces mogen informatie krijgen uit het dossier van de patiënt. Dit hoeven niet per se mensen te zijn van de eigen organisatie. De patiënt kan hier nadrukkelijk bezwaar tegenin brengen.

Betrokken partijen

Omdat huisartsen of verwijzers niet per se betrokken zijn bij de hulpverlening, moet er toestemming gevraag worden aan de patiënt om informatie door te geven aan hen. Een ketensamenwerking houdt in dat er verschillende hulpverleners van verschillende organisaties betrokken zijn, en zij hebben toegang tot de informatie over de patiënt, tot daar waar het precies nodig is om hun hulp te verlenen. Ook bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) of Kliniek voor Intensieve Behandeling (KIB) geldt dit.

Wettelijke vertegenwoordiger

Een wettelijke vertegenwoordiger van een meerderjarige patiënt is bijvoorbeeld door de rechter benoemd (curator, mentor) of door de patiënt aangesteld (echtgenoot, familie). Een wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige is de ouder of voogd (niet gezinsvoogd). Tegenover deze mensen bestaat niet de zwijgplicht. Zij hebben verder niet dezelfde rechten als de patiënt. Informele vertegenwoordigers zijn bijvoorbeeld kleinkinderen of goede vrienden. De ouders van minderjarigen tot 16 jaar hebben recht op informatie en inzage in het dossier als dit hoort bij het medebeslissingsrecht voor de behandeling. Die inzage kan beperkt worden als de hulpverlener denkt dat het schadelijk is tegenover de patiënt. Een ouder zonder gezag moet toestemming hebben van de ouder met gezag of voogd om informatie te krijgen. Dit kan ook gecombineerd worden met toestemming van de minderjarige (12-16 jaar).

Leeftijd

Als je 12 jaar of ouder bent en wilsbekwaam, mag je toestemming verlenen om de geheimhouding te verbreken. 16 jarigen en ouder moeten toestemming verlenen aan hun ouder met gezag als die informatie willen krijgen, omdat zij voor de WGBO als meerderjarig gezien worden. Dit is alleen als de patiënt in staat is om verstandig over zijn eigen behandeling kan nadenken.

Politie

In principe geldt in Nederland dat de geheimhoudingsplicht belangrijker is dan het opsporen van strafbare feiten. Vragen zoals “Was patiënt op die dag daar?” of “Is er een patiënt met bruin haar, van ongeveer 1,65 met blauwe ogen bij u in behandeling?” moeten dus niet beantwoord worden. Het beste is om zulke vragen te behandelen met de (geneesheer-)directeur, die kan beslissen over het wel of niet beantwoorden van de vragen.

Advocaten

Een advocaat heeft niet automatisch recht op alle informatie; hiervoor is schriftelijke toestemming van de patiënt nodig, waarin ook staat in hoeverre de informatie strekt. Er moet tevens rekening gehouden worden met proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De vraag of de patiënt bekwaam is, moet niet beantwoord worden. Wanneer de hulpverlener er toch antwoord op wil geven, moet er alleen feitelijke informatie gegeven worden. In een echtscheidingsprocedure komen vaak tuchtmaatregelen voor, dus er moet zeker sprake zijn van schriftelijke toestemming.

IGZ

De IGZ controleert of wetten goed opgevolgd worden. De IGZ moet door de zorgaanbieder op de hoogte gesteld worden van calamiteiten en seksueel misbruik waar de patiënt bij betrokken is geweest. Inspecteurs mogen het dossier inzien tot waar noodzakelijk is en voor hen geldt dezelfde geheimhoudingsplicht.

Zorgvuldig handelen in 6 stappen

Signaleren (1)

Een hulpverlener moet in staat zijn om signalen op te vangen over de veiligheid van de patiënt of anderen. Als hij zich hier niet in staat toe voelt, moet hij dit overleggen met zijn leidinggevende.

Risico inschatten (2)

Vanaf het intake-gesprek maakt de hulpverlener constant een inschatting van de ernst van de risico's voor de patiënt en anderen. Als die risico's aanwezig zijn moet dat worden vastgelegd en overlegd. Wanneer iemands veiligheid in gevaar komt, bespreekt de hulpverlener dit met de patiënt.

Collegiale toetsing (3)

Wanneer er geen toestemming is van de patiënt, maar er wel sprake is van gevaar moet er nagedacht worden over het doorbreken van beroepsgeheim. De informatie wordt anoniem overlegd, waarbij de hulpverlener kijkt naar het waarheidsgehalte (soms kan een patiënt overdrijven), de risico-inschatting toetst en bespreekt of er echt geen andere optie is dan het doorbreken van zwijgplicht. Een second en third opinion zorgt er voor dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is, hoewel de uiteindelijke verantwoordelijkheid van het doorbreken bij de ggz-professional zelf ligt.

Beslissing (4)

De volgende stap is beslissen met wie de informatie gedeeld wordt en hoe hij de patiënt op de hoogte stelt. De hulpverlener kan er ook, ondanks toestemming van de patiënt, voor kiezen om de informatie niet te delen. Hij moet deze beslissing kunnen verdedigen aan de hand van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid.

Documenteren (5)

Elke handeling moet toetsbaar zijn en moet goed vastgelegd worden in het dossier, inclusief de overweging om de handeling uit te voeren. Het is van belang om de verslaglegging ook door de teamleider/hoofdbehandelaar te laten controleren.

Evalueren (6)

Er wordt tenslotte geëvalueerd of alle stappen goed zijn verlopen, of de handelswijze proportioneel en tijdig was, hoe de afweging uitgepakt heeft, wat het effect was op de relatie met de patiënt en of het behandelplan aangepast moet worden.

Verantwoordelijkheden

De instelling moet de hulpverleners goed ondersteunen. De hulpverleners moeten in staat zijn om risico's te signaleren. De instelling zorgt er voor dat er aandacht is voor het wel of niet doorbreken van beroepsgeheim en legt uit hoe bij plichtenconflict interne toetsing plaatsvindt. De instelling helpt bij het informatie geven aan derden (welke informatie wordt er verstrekt en hoe en wanneer wordt dit gemeld aan de patiënt). Verder is er sprake van een beleid voor het doen van aangifte en heeft vastgesteld welke informatie vastgelegd wordt.

Bijlage

Hieronder worden een aantal begrippen toegelicht.

Beroepsgeheim

Dit is het geheim van de patiënt dat beschermd moet worden. Het is een algemeen belang en zeker niet een recht van de professional. Het zorgt er voor dat iedereen om hulp kan vragen zonder bang te zijn dat het geheim uitkomt.

Geheim

Het geheim van de patiënt gaat over medische dingen, behandeling of andere persoonlijke informatie. Dit geldt ook na het overlijden. De patiënt kan, als hij wilsbekwaam is, schriftelijk aangeven wat er met de informatie gebeurt na het overlijden.

Verschoningsrecht

Hiermee geven de betrokkene die bij de rechter als getuige moeten komen aan dat ze niet kunnen praten over de dingen die hen als geheim zijn toevertrouwd. Als deskundige gaat dit niet op.

Zwijgplicht

Een geheim is “datgene wat de hulpverlener als geheim is toevertrouwd, wat als geheim ter kennis is gekomen of waarvan de hulpverlener het vertrouwelijk karakter moet begrijpen” (uit artikel 88 van de Wet BIG). Als je geen zelfstandige plicht hebt om te zwijgen, moet dit komen uit de instelling. De zwijgplicht is tegenover iedereen, behalve de patiënt en betrokken hulpverleners.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Studeren in het buitenland, stagelopen of onderzoek doen? Check welke verzekeringen voor jou van toepassing zijn via de JoHo Insurances Foundation, of bereid je vertrek naar het buitenland voor

Study or work abroad: check your insurance options

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.