Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
Sociale angststoornis (SAD) komt veel voor onder de populatie, 7,3-12,1%. De eerste kenmerken laten zich zien in de late kindertijd en adolescentie.
Een periode van een leeftijd-gerelateerde toename van sociale angsten en vrezen
Adolescente veranderingen zijn gekenmerkt door hormonale veranderingen. Typische neurologische ontwikkelingen die de ‘emotionaliteit’ doen toenemen tijdens de ontwikkeling zijn uiteenlopend. Men noemt de amygdala en het striatum, welke betrokken zijn bij de basis verwerking van dreiging en beloning. Uit fMRI onderzoek kwamen de verschillen in mediale en laterale functionele subdivisies van de prefrontale cortex naar boven. Dit in verband met de respons op emotioneel provocerende stimuli tussen adolescenten en volwassenen.
De betrokkenheid van het prefrontale gebied samen met een verhoogde reactiviteit van de limbische systemen op bedreigende en belonende stimuli kunnen verantwoordelijk zijn van verhoogde emotionele responsen in de adolescentie. Typische neurologische ontwikkelingen die de ‘sociabiliteit’ doen toenemen tijdens de ontwikkeling zijn minder uiteenlopend. Er wordt een relatieve afname in het anterior dorsale mediale prefrontale cortex gebied gevonden en een toename in de posterior temporale gebieden wanneer adolescenten vergeleken worden met volwassenen. Er wordt recentelijk een verschuiving gezien van de frontale naar de temporale gebieden wanneer men denkt over het mentale welzijn.
Veranderingen in het breinnetwerk door sociaal-affectieve stimuli tijdens de adolescentie kunnen resulteren in een grotere affectieve respons en een grotere betrokkenheid en begrip van interpersoonlijke situaties. Dit maakt de adolescent flexibel in de keuze van gedrag, maakt ook vatbaarder voor sociale angsten en vrees.
Een periode van neerslaande individuele verschillen in sociale angst
Waar bovenstaand bevestigt dat het ouder worden naar adolescentie de kans op sociale angsten en vrees vergroot, is er een klein deel van de adolescenten waar deze klachten zeer hevig zijn en volhoudend zijn. Waar verschilt dit type adolescent dan in? Ontwikkelingsveranderingen in zowel het emotionele brein als het sociale brein. Er wordt een nadruk gelegd op biases in de informatie verwerking (o.a. attention bias, interpretation bias en expectation bias). Recente fMRI studies tonen aan dat de cognitieve biases geassocieerd zijn met individuele verschillen in breinactiviteit.
Jongeren met een bestaande neiging om aandacht te besteden aan negatieve aspecten van sociale cues of situaties (of deze verwachten) lijken deze ervaringen vaker te ervaren en kunnen op mal-adaptieve wijze gedragsmatig gaan handelen, zoals vermijding om deze situatie uit de weg te gaan. Doordat men in de adolescentie beter in staat is om te mentaliseren, is er een toename in de complexiteit en ambiguïteit van situaties. Men kan deze situaties op meerdere manieren uitleggen, maar ook met meer kans op een negatieve interpretatie. Het is belangrijk om in toekomstige studies per leeftijdsgroep te kijken welke neurocognitieve factoren een rol spelen.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 2160
- next ›
Add new contribution