Het proces van individualisering in Nederland: een kwart eeuw sociaal-culturele ontwikkeling - Felling - Artikel


Wanneer we kijken naar sociaal-culturele ontwikkelingen in Nederland kunnen we na de Tweede Wereldoorlog drie periodes onderscheiden:

  • De eerst periode. Dit is de eerste naoorlogse periode, met relatieve stabiliteit en continuïteit op sociaal-cultureel vlak en snelle modernisering op economisch gebied.

  • De tweede periode. Dit is de periode van ontzuiling en de culturele revolutie in de jaren zestig. Er vinden snelle en diepgaande veranderingen plaats in opvattingen, waarden, normen en levenswijzen. Door de gestegen welvaart is er een sterke uitbouw van de verzorgingsstaat, economische groei en toenemend opleidingsniveau. Er is sprake van ontzuiling. Individuele vrijheid wordt een belangrijke waarde.

  • De derde periode. Dit is de periode na 1975. In de jaren zeventig wordt het sociaal- cultureel weer wat rustiger. Nu moet de crisis van de verzorgingsstaat worden opgelost.

Sommigen zeggen dat deze drie ontwikkelingen aspecten zijn van modernisering. Modernisering is een complex van onderling samenhangende structurele en culturele veranderingen, waarin het gaat om langetermijn-veranderingen in de economie, in de sociale en politieke structuur en in de cultuur van de samenleving. Modernisering is vanaf 1960 steeds sneller gegaan.

Individualisering kan worden gezien als culturele modernisering. Belangrijk hierbij is de waardigheid van het individu, het verlangen naar autonomie en zelfontplooiing en het recht op een privéleven waarin men kan doen en laten wat men wil. Ook dit is sinds de jaren zestig steeds sneller gaan ontwikkelen.

Radicale individualiseringsthese

Sommigen zeggen dat we nu leven in een geïndividualiseerde post-traditionele samenleving. Deze mensen zeggen dat individualisering een proces is van de-traditionalisering, omdat algemene waarden, politieke opvatting en geloofsopvatting niet meer collectief gedeeld worden. Er was eerst een traditionele samenleving. Hierin werden geen vragen gesteld en was er weinig ruimte voor individuele autonomie. Mensen leven in groepen, en in de sociale controle dat dat met zich meebrengt. In de post-traditionele samenleving is dat niet langer zo. Mensen hebben de mogelijkheid om te denken en te handelen op een manier waarbij zij zich laten leiden door hun individuele keuzes. Deze vrijheid kan worden gezien als een voordeel van de post-traditionele samenleving, ook al kan de onzekerheid dat dat met zich meebrengt gezien worden als een negatief aspect.

Heitmeyer (1997) zegt dat deze overgang te verklaren is door processen van functionele differentiatie. Individuen hebben meer mogelijkheden om zich te ontplooien. Er ontstaan daardoor interindividuele verschillen in leefstijlen. Dit wordt mogelijk gemaakt door structurele processen in de moderne samenleving, waarbij multi-functionele instituties worden opgesplitst in uni-functionele instituties.

Individualisering

Individualisering wordt hier gedefinieerd door middel van vijf processen:

  • De-institutionalisering. Dit is een leegloop van traditionele instituties, zoals politieke partijen, vakbonden, kerken.

  • De-traditionalisering/culturele individualisering. Dit is een afname van de populariteit van traditionele opvattingen. Hierbij komt steeds minder nadruk te liggen op het sturende effect van tradities, maar steeds meer op zelfcontrole, zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid.

  • Privatisering. Dit is een afname van de effecten van het behoren tot sociale groepen (zoals kerken, sociale klassen) op opvattingen. Je kunt dan niet meer praten over opvattingen van bijv. katholieken of hoogopgeleiden, omdat deze opvattingen nu zijn geprivatiseerd en teveel uiteenlopen.

  • Fragmentering. Hierbij bestaat er steeds minder samenhang tussen verschillenden waarden en opvattingen, en is er een vermindering van het normatieve belang van opvattingen en waarden voor het alledaagse leven.

  • Heterogenisering. Dit is een toename van de verschillen in opvattingen tussen de individuen.

Er wordt later gekeken of deze processen met de empirie te bevestigen zijn. Er kan al wel worden gezegd dat er niet verder op heterogenisering in zal worden gegaan, omdat dat helemaal niet bevestigd kon worden.

Waardenoriëntaties

Waardenoriëntaties zijn collectieve opvattingen over wat goed, belangrijk, en nastrevenswaardig is. Deze komen samen tot waardenpatronen en hebben een hiërarchische verhouding. Ze worden gekenmerkt door relatief grote continuïteit en stabiliteit, waardoor ze maar langzaam veranderen. Ze maken deel uit van de cultuur van de samenleving.

In de data wordt er gekeken naar vier waarden: familialisme (het belang dat je hecht aan huwelijk, gezin, en kinderen), economisme (het belang dat je hecht aan beroep, carriere, en financieel-maatschappelijke zekerheid), egalitarisme (het belang dat je hecht aan politieke en economische gelijkheid) en hedonisme (het belang dat je hecht aan genieten van het leven en de vrijheid om te doen en laten wat je wilt).

Nu wordt er gekeken of de bovengenoemde trends van individualisering terug te zien zijn in de werkelijkheid. Is er sprake van individualisering van de waardenoriëntaties?

De-institutionalisering

Dit proces wordt niet behandeld.

De-traditionalisering

Er worden twee benaderingen opgeworpen die de veranderingen op het gebied van waardenoriëntaties mogelijk kunnen verklaren:

  • De eerste ziet individualisering als een verschuiving in het relatieve belang van de basiswaarden (vrijheid en gelijkheid), en een toenemende nadruk op vrijheid, autonomie en de rechten van het individu, en een afnemende nadruk op gelijkheid en solidariteit. Meer gespecificeerd is het een afname van de familialisme, toename van economisme, dat gericht is op het eigen beroep, toename van hedonisme, en minder egalitarisme.

  • De tweede impliceert ontburgerlijking, waarbij traditionele burgerlijke waardenpatronen verdwijnen, en er nieuwe alternatieve waarden voor in de plaats komen. Meer gespecificeerd is er een afname van familialisme en het economisme, en vormen het hedonisme en het egalitarisme alternatieve waarden.

De data komt het beste overeen met de eerste benadering. Behalve wanneer we kijken naar egalitarisme, waarvan de data geen van beide theorieën bevestigd. We kunnen verder wel bevestigen dat het traditionele waardenpatroon niet meer van toepassing is, en dat vrijheid belangrijker is geworden dan gelijkheid.

Privatisering

Individualisering van waardenoriëntaties met betrekking tot privatisering betekent dat waardenoriëntaties steeds minder samenhang zullen vertonen met allerlei sociale kenmerken, en dat sociale groeperingen daarom steeds minder consistent gekarakteriseerd kunnen worden wanneer het gaat om waardenoriëntaties.

Dit proces heeft zich sinds 1979 slecht in geringe mate voorgedaan.

Fragmentering

De mensen in Nederland combineren tegenwoordig veel vaker waarden die vroeger niet of nauwelijks in één persoon zaten. Zoals bijvoorbeeld hedonisme en economisme, of familialisme en egalitarisme. Het burgerlijke waardenpatroon van familialisme en economisme is uit elkaar gevallen.

Politiek

Of er sprake is van individualisering in de politiek wordt er gebruik gemaakt van de theorie van Middendorp. Dit is een theorie over de verschuiving van het relatieve belang van de waarden vrijheid en gelijkheid met betrekking tot de politieke onderwerpen. Hij benoemt hierbij een conservatieve ideologie, die gebaseerd is op beperkte culturele vrijheid en onbeperkte economische vrijheid. En de progressieve ideologie, die gebaseerd is op culturele vrijheid en vermindering van verschillen in inkomen en status.

In de data wordt er gekeken naar economisch conservatisme (met vragen over weerstand tegen inkomensnivellering, overheidsingrijpen in de economie, etc.) en naar cultureel conservatisme (met vragen over burgerlijke vrijheden, ingrijpen in leven en dood, rol van de vrouw, etc.).

De-institutionalisering

Het aantal mensen dat lid is van een politieke partij en vakbonden is afgenomen tot aan midden jaren tachtig. Daarna is er geen afname meer, en is het proces van de-institutionalisering dus gestopt. Daarnaast is er ook een groei van het maatschappelijke middenveld, waarbij er nieuwe organisaties ontstaan die zich bezighouden met morele kwesties, natuur, milieu, en internationale solidariteit.

De-traditionalisering

In de jaren tachtig is er sprake geweest van een toename van economisch conservatieve opvattingen, met name tegen overheidsingrijpen in de economie, weerstand tegen het zich harder opstellen van de vakbonden, en het afwijzen van inkomensnivellering. Deze trend is niet doorgegaan in de jaren negentig. Ook is er een afname geweest van cultureel conservatisme. Mensen hebben steeds minder vaak traditionele normen. Dit bevestigd dus de trend van de-traditionalisering, maar de toename van economisch conservatieve opvattingen ontkent deze trend.

Privatisering

De samenhang tussen sociale kenmerken en politieke opvattingen zijn door de jaren heen weinig verandert. De verschillen in economisch conservatisme tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus is toegenomen, in plaats van afgenomen wat logischer zou zijn bij privatisering. Bij cultureel conservatisme is er wel een afname gevonden. Ook is er een afname van de samenhang tussen geboortecohort en cultureel conservatisme. Dit zijn aanwijzingen van privatisering.

Fragmentering

Cultureel conservatisme en economisch conservatisme zijn onafhankelijk van elkaar. Er is dan dus fragmentering binnen het conservatieve gedachtegoed. Ook onafhankelijk van elkaar zijn zowel cultureel conservatisme en economische conservatisme op zich zelf gefragmenteerd.

Godsdienst

Hier spreek je over secularisering. Secularisering kan gezien worden als een proces van individualisering op het gebied van godsdienst. Bij dit proces kun je drie dimensies onderscheiden: 1) vermindering van godsdienstigheid, zoals een afname van kerklidmaatschap en kerkelijke participatie, 2) beperking van de reikwijdte van godsdienst, zoals vermindering van de invloed van godsdienstige instellingen op het alledaagse leven, en 3) het geloof steeds meer aanpassen aan de ontwikkelingen in de samenleving.

De-institutionalisering

Kerkelijke betrokkenheid is heel erg afgenomen. Het lidmaatschap en de frequentie van kerkbezoek zijn afgenomen. Inmiddels is de minderheid van de bevolking nog lid van de kerk.

De-traditionalisering

Dit zou betekenen dat er een afname moet zijn van het traditionele christelijke geloof, en een toename van binnenwereldlijke levensovertuigingen. Deze verhouding tussen traditioneel en het nieuwe geloof kan vier vormen aannemen:

  1. theïsme, wanneer men het geloof in een hogere macht erkent, en een binnenwereldlijke overtuiging afwijst,

  2. religieus immanentisme, waarbij mensen zowel binnenwereldlijke overtuigingen als het christelijke geloof erkennen,

  3. waarbij mensen niet langer geloven in een persoonlijke God, maar wel een binnenwereldlijke levensbeschouwing heeft,

  4. puur immanentisme, waarbij elke verwijzing naar transcendentie weg is.

Uit de data blijkt dat er inderdaad een sterke toename is van het puur immanentisme. Het religieus immanentisme en theïsme zijn maar kleine groepen. Er heeft zich horizontalisering van het geloof voorgedaan.

Privatisering

Een eerste vorm van privatisering in de godsdienst kan zijn het verminderen van de samenhang tussen christelijk geloof en sociale kenmerken van individuen. Een tweede vorm is het langzaam verdwijnen en vervagen van de confessionele culturen van katholieken en protestanten. Een derde vorm is de verminderende samenhang tussen kerklidmaatschap en christelijk geloof.

Alleen voor de eerste vorm is er bewijs gevonden.

Fragmentering

Er is sprake van een proces van subjectieve fragmentering van het christelijke geloof. Dat betekent dat het geloof voor steeds minder mensen een rol gaat spelen in de inrichting van hun leven. Er is geen sprake van objectieve fragmentering, omdat de onderlinge samenhang tussen de opvattingen niet is afgenomen.

Conclusie

Als we nu even kort terugkijken op de vijf processen die individualisering definiëren, dan zien we dat de-institutionalisering het meest ingrijpend is geweest. De-traditionalisering heeft wel plaatsgevonden, maar niet in hele erge mate. Ook privatisering en fragmentering hebben maar een klein beetje plaatsgevonden. Heterogenisering, een toename van de verschillen in opvatting tussen individuen, is er helemaal niet geweest.

Er is ook geen sprake van een drastische verandering van de maatschappij. Deze veranderingen vinden plaats op een langzaam en geleidelijk tempo.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.