Hoe is de sociale psychologie ontstaan en hoe is het vakgebied opgebouwd? - Chapter 1
Inleiding
In de sociale psychologie houdt men zich bezig met de effecten van sociale en cognitieve processen, op de manier waarop individuen anderen waarnemen, hoe zij elkaar beïnvloeden en hoe zij zich tot elkaar verhouden. De sociale psychologie is een wetenschap, en sociaal psychologen zijn even geïnteresseerd in de onderliggende sociale en cognitieve processen als in de openlijke, observeerbare gedragingen. In het dagelijks leven gebruikt iedereen common sense, zogenoemde straatwijsheid, om de wereld om zich heen te begrijpen. De conclusies die hieruit worden getrokken zijn echter vaak inconsistent. Zo kennen we in het kader van relaties het gezegde “tegenpolen trekken aan”, maar ook “soort zoekt soort”. De wetenschappelijke methode van sociaal psychologen bevat minder vertekening (bias), waardoor een adequater beeld kan worden gevormd van de werkelijkheid dan bij de common sense-methode. Dit komt omdat er bij de wetenschappelijke methode systematisch wordt geobserveerd (en men bewust is van de kans op fouten), en niet slechts vanuit het eigen perspectief wordt geobserveerd!
Sociale processen zijn de manieren waarop onze gedachten, gedragingen en gevoelens beïnvloed worden door de mensen om ons heen, de groepen waartoe we behoren, onze persoonlijke relaties, de opvoeding en cultuur van onze ouders, en de (sociale) druk die we ervaren van anderen.
Cognitieve processen daarentegen zijn de manieren waarop onze herinneringen, observaties, gedachten, emoties en motieven ons helpen om de wereld om ons heen en ons eigen gedrag te begrijpen. Emotie en motivatie zijn een intrinsiek onderdeel van elk cognitief proces, net als herinneringen en gedachtes. De effecten van sociale en cognitieve processen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Ze werken samen en zijn van invloed op onze gedragingen, gedachten en gevoelens. Er worden twee punten genoemd waaruit dit blijkt. Allereerst worden sociale processen niet alleen in werking gesteld als anderen in de buurt zijn, maar ook als zij afwezig zijn. Zodra er bijvoorbeeld een belangrijke beslissing gemaakt moet worden, wordt er nagedacht over de mogelijke reacties van anderen, hetgeen jouw beslissing beïnvloedt. Daarnaast wordt, zodra anderen fysiek nabij zijn, de mate waarin sociale processen invloed hebben afhankelijk van de manier waarop wij anderen zien.
Sociaal psychologen willen begrijpen waarom mensen doen wat ze doen in sociale situaties. Als we dit begrijpen, kunnen we oplossingen gaan bedenken voor sociale vraagstukken, zoals: wat veroorzaakt geweld tussen rassen? Of: waarom stranden zoveel huwelijken?
Het verleden en het heden
Toen wetenschappers zich in de late 19e eeuw gingen afvragen hoe sociale situaties invloed konden hebben op gedachten en gedragingen van een individu, ontstond de sociale benadering van de psychologie.
Tripplet (1898) deed als één van de eersten onderzoek naar de sociale psychologie. Hij toonde aan dat prestaties beïnvloed worden door de aanwezigheid van anderen. Zo bleek dat mensen beter gaan presteren zodra er andere mensen aanwezig zijn. Dit was in tegenstelling tot Ringelmann’s studie van slechts enkele jaren eerder. Ringelmann’s en Triplett’s resultaten zijn echter niet per se inconsistent: later in dit boek zal blijken dat de aanwezigheid van anderen vaak de prestatie verbetert wanneer individuele bijdragen makkelijk te identificeren zijn, maar dat de prestatie juist minder wordt wanneer individuen “verloren gaan in de groep”.
Het grootste deel van de 20e eeuw werd de algemene psychologie gedomineerd door een stroming genaamd het behaviorisme: een stroming in de psychologie die begon bij Watson en Skinner, die ervan uitgaat dat gedrag slechts wordt beïnvloed door externe stimuli, en dat interne processen er niet toe doen omdat deze niet geobserveerd kunnen worden. Hoewel sociale psychologen ook hetzelfde doel nastreven als algemene psychologen (namelijk: het verklaren van gedrag), vonden zij dat het begrijpen en meten van percepties, overtuigingen en gevoelens juist essentieel zijn voor het begrijpen van gedrag. Hier begonnen de sociaal psychologen zich dus af te scheiden van de algemene psychologie. De opkomst van het nazisme heeft veel betekend voor de ontwikkeling van deze aftakking. In de jaren ’30 en ’40 vluchtten namelijk veel Europese sociale psychologen naar Amerika, waar ze veel invloed hadden op de vorming van de sociale psychologie. Zo werd er veel onderzoek gedaan naar vooroordelen en andere processen die interessant werden door de opkomst van het nazisme. Tijdens deze cruciale periode van onderzoek en theorievorming werd veel onderzoek gedaan door één van deze gevluchte psychologen: Kurt Lewin. Lewin (1936) concludeerde o.a. dat elk gedrag van een individu afhangt van de huidige doelen en zijn/haar sociale omgeving. Lewin’s ideeën vormden twee blijvende thema’s van de sociale psychologie: 1) de subjectieve interpretatie van de realiteit is de belangrijkste determinant van overtuigingen en gedragingen, en 2) sociale invloeden geven structuur aan deze interpretaties.
Nadat de sociale psychologie in de jaren ‘50 en ‘60 steeds meer groeide, begon in de jaren ‘70 de integratie van sociale en cognitieve processen. Dit houdt in dat Europese en Noord-Amerikaanse sociaal psychologen het steeds meer eens werden over de manier waarop deze processen gezamenlijk het menselijk gedrag beïnvloedden. Naarmate de wereld nauwer verbonden raakte in de late 20e eeuw, en sociaal psychologisch onderzoek zich wereldwijd verspreidde, werd men zich er ook van bewust dat er veel verschillende basistheorieën zijn tussen naties en culturen. Sociaal psychologen kregen het druk met het integreren van deze theorieën met de principes van hun eigen wetenschap, om zo een completer beeld te kunnen vormen over de aspecten van sociaal gedrag die gevoelig zijn voor culturele contexten. Ook nieuwere theoretische trends worden geïntegreerd in de sociaal psychologische denkwijze, denk bijvoorbeeld aan de neurowetenschap. Naast de integratie van sociale en cognitieve processen, alsmede de integratie van andere onderzoektrends, mag er ook gesproken worden van een integratie van de wetenschap met sociale problematiek. Vroeger zagen veel psychologen de wetenschap en de praktijk als strikt gescheiden gebieden, maar in het geval van sociale psychologie zijn deze twee juist nauw verbonden.
Opbouw van de sociale psychologie
Er zijn acht principes van belang binnen de sociale psychologie, die alle de diversiteit van de mens in de sociale wereld verklaren. Al het mogelijk getoonde gedrag kan door één (of meerdere) van deze principes verklaard worden. De acht principes zijn op te delen in fundamentele axioma’s. Een axioma is een onbewezen, maar als grondslag van een theorie aanvaarde stelling. Er zijn twee fundamentele axioma’s voor de sociale psychologie, de andere axioma’s zijn principes met betrekking tot motivatie en verwerkingsprocessen.
De fundamentele axioma’s van de sociale psychologie zijn:
- Constructie van de realiteit. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de kijk op de realiteit van ieder individu een constructie is, die tot stand komt door cognitieve processen (de manier waarop het brein werkt) en sociale processen (de werkelijke of ingebeelde beïnvloeding van anderen).
- De doordringendheid van sociale beïnvloeding. Dit betekent dat andere mensen in principe al onze gedragingen, gevoelens en gedachten beïnvloeden, ongeacht of ze fysiek nabij zijn of niet. Soms wordt dit ervaren als sociale druk, maar sociale beïnvloeding is diepgaander en is het geval wanneer onze meest fundamentele aannames en overtuigingen worden beïnvloed zonder dat we ons hier bewust van zijn.
Principes met betrekking tot motivatie zijn:
- Het streven naar beheersing. Dit is het principe dat mensen op zoek zijn naar begrip over dingen die in de wereld gebeuren om deze zodoende te kunnen voorspellen. De voorspelling van deze gebeurtenissen kan leiden tot beloningen en zijn daarom van belang.
- Het zoeken naar verbondenheid. Dit is het principe dat men op zoek is naar steun, aardig gevonden worden en acceptatie van de mensen die veel voor ze betekenen.
- De waardering van “mij en mijn”. Dit is het principe waarin ervan uit gegaan wordt dat mensen zichzelf en de mensen en groepen waartoe ze vinden dat ze behoren (zoals vrienden, of familie), in een positief daglicht zetten. Zo kunnen zelfs chronisch zieke mensen een positief beeld van zichzelf behouden, door zichzelf te vergelijken met anderen die het nog slechter getroffen hebben.
Principes met betrekking tot verwerkingsprocessen zijn:
- Conservatisme. Eenmaal gevormde standpunten en meningen van zowel individuen als groepen zijn niet snel te veranderen. Ze neigen ertoe zichzelf in stand te houden.
- Toegankelijkheid. Informatie die op dat moment het meest beschikbaar is heeft de meeste impact op onze gedachten, gevoelens en gedragingen. Op deze manier wordt dus lang niet alle mogelijke relevante informatie gebruikt.
- Oppervlakkig vs. diepgaand. Men kan zowel oppervlakkig als diepgaand informatie verwerken. Meestal wordt er oppervlakkig verwerkt, omdat dit weinig moeite kost. Diepgaand informatie verwerken kost meer moeite en tijd. Vaak gebeurt dit pas als men ervoor gemotiveerd is en het voor hen van belang is.
Acht basisprincipes van de sociale psychologie
In totaal zijn er acht basisprincipes van de sociale psychologie (zie hierboven). De twee fundamentele axioma’s linken de persoon aan de sociale wereld (wederkerige relatie). De drie motivationele principes en de drie verwerkingsprincipes hebben invloed op deze twee fundamentele axioma’s. Gecombineerd zijn deze principes verantwoordelijk voor al het sociale (zowel het nuttige als het destructieve) gedrag.
- Hoe is de sociale psychologie ontstaan en hoe is het vakgebied opgebouwd? - Chapter 1
- Hoe werk je met onderzoeksvragen, validiteit en ethiek? - Chapter 2
- Op welke manieren kun je individuen waarnemen? - Chapter 3
- Hoe wordt een zelfconcept opgebouwd en beïnvloed? - Chapter 4
- Op welke manieren kun je groepen waarnemen? - Chapter 5
- Wat is de invloed van groepslidmaatschap op de sociale identiteit? - Chapter 6
- Hoe ontstaan en veranderen attitudes? - Chapter 7
- Hoe beïnvloeden attitudes en gedrag elkaar? - Chapter 8
- Hoe beïnvloeden normen en conformiteit elkaar? - Chapter 9
- Hoe beïnvloeden normen en gedrag elkaar? - Chapter 10
- Hoe beïnvloeden groepsleden elkaar en de groep? - Chapter 11
- Hoe ontstaan en veranderen vriendschappen en (liefdes) relaties? - Chapter 12
- Wat zijn kenmerken en oorzaken van agressie en conflicten? - Chapter 13
- Hoe en waarom ontstaat hulpgedrag en samenwerking? - Chapter 14
Chapters
Teksten & Informatie
JoHo 'chapter 'pagina
Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?
- JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp
Crossroad: volgen
- Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website
Crossroad: kiezen
- Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.
Footprints: bewaren
- Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
- Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.
Abonnement: nemen
- Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.
Abonnement: checken
- Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee
Aantekeningen: maken
- Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Je kunt zelf online aantekeningen maken en bewaren, je eigen antwoorden geven op tests, of bijvoorbeeld checklists samenstellen.
- De aantekeningen verschijnen direct op de pagina en zijn alleen voor jou zichtbaar
- De aantekeningen zijn zichtbaar op de betrokken webpagine en op je eigen userpage.
Prints: maken
- Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.