Hoe is het recht tussen de lidstaten geregeld in Europa? - Tentamens 10
Oefenvragen, gebaseerd op een bachelor jaar 1 vak aan de Rijksuniversiteit Groningen
Vraag 1
Welke omissie in het EVRM verhindert uniforme interpretatie van het verdrag, dat wel gewaarborgd is in de Europese Unie?
Wat het doel van de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) in 1952, waaruit later de Europese Unie is voorgekomen?
Vraag 2
De Europese gemeenschap heeft een belangrijkste wetgevende orgaan. Welk orgaan is dit?
Vraag 3
Aan wie kan de nationale rechter een prejudiciële vraag (waar een regel van Europees recht in geding is) voorleggen?
Vraag 4
Er zijn drie gevallen wanneer het Court of Appeal (het Engelse Hof van Beroep) mag afwijken van eigen eerdere beslissingen. Welke drie gevallen zijn dit?
Vraag 5
Toepassing van het Europees recht is aan een bepaalde rechter voorbehouden. Welke rechter is dit?
Vraag 6
Hoe heten de wetgevingsdocumenten met rechtstreekse werking van de Europese Unie?
Motiveer of en, zo ja, waarom de eenwording en harmonisatie van het Europees privaatrecht ingrijpend worden beïnvloed door wetgeving beschreven onder a.
Antwoordindicatie
Vraag 1
De mogelijkheid tot het stellen van een prejudiciële vraag ontbreekt in het EVRM. De lagere rechters hebben de mogelijkheid en de hoogste rechters zijn verplicht een vraag te stellen aan het Europees Hof van Justitie van de Europese Unie als ze een vraag hebben over Europees recht. Het Hof van Justitie beantwoordt dan de vraag over Europees recht, op grond waarvan de nationale rechter de nationale beslissing kan maken. Het EVRM kent deze procedure niet. Als een rechter een vraag heeft over het EVRM, dan kan hij alleen kijken naar de jurisprudentie van het EHRM, maar hij heeft geen formele mogelijkheid om vragen te stellen. Dit kan tot verschillende interpretaties van het EVRM leiden, die het EHRM pas kan uniformeren als iemand toevallig een zaak over dat onderwerp aan het EHRM voorlegt.
Het herstel van de Duitse staat in 1949 maakte het onmogelijk om Duitsland ondergeschikt te houden. Het in stand houden van de Ruhr-autoriteit werd steeds lastiger en er was spanning tussen Duitsland en de buurlanden, met name Frankrijk. Men wilde deze spanning wegnemen, want het geeft mogelijkheid tot een nieuwe oorlog. Met name de Duitse kolen- en staalindustrie was een pijnlijk punt, aangezien hiermee wapens gevormd kunnen worden en dit een sterke economische kracht was toen ter tijd. Frankrijk kwam daarom met het idee om de kolen en staal aan de zelfstandige Duitse beschikkingsmacht te ontnemen en een supranationaal orgaan op te richten. Dit leidde bij Jean Monnet uiteindelijk tot het idee voor de EGKS. Een andere reden voor het samenvoegen was een al langer gewenste Europese samenwerking, met verdere integratie in het verschiet. De EGKS was in eerste instantie een Frans-Duits initiatief, maar de Benelux en Italië besloten zich ook aan te sluiten.
Vraag 2
De Raad is het belangrijkste wetgevende orgaan van de Gemeenschap. De Commissie heeft echter het initiatief tot Europese wetgeving, maar in de Raad wordt daarover beslist.
Vraag 3
De nationale rechter heeft de mogelijkheid om een prejudiciële beslissing, een voor hem dienende zaak waarin een regel van Europees recht in het geding is, voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie. Het Europese Hof van Justitie geeft dan een uitleg betreft de Europese regel.
Vraag 4
Het court of Appeal mag afwijken van eigen eerdere beslissingen als de uitspraak in strijd is met een gebonden uitspraak van de House of Lords. Daarnaast heeft het court of Appeal de bevoegdheid om een uitspraak van een lagere rechter, met name de High court, op zij te zetten, dit wordt overruling genoemd. En tot slot kan ieder precedent worden overruled door een beslissing van het parlement, aangezien in geval van conflict de ‘statury law’ boven de ‘common law’ gaat.
Vraag 5
De toepassing van het Europees recht is aan het Europese Hof van Justitie voorbehouden. Het Europees Hof van Justitie is bevoegd om kennis te nemen van geschillen waarbij een regel van Europees recht in het geding is tussen burgers van een lidstaat onderling of tussen een lidstaat en één van zijn burgers.
Vraag 6
Ze heten verordeningen.
Verordeningen hebben rechtstreekse werking en hoeven derhalve niet omgezet te worden tot nationaal recht om werking te hebben in de lidstaten. Daardoor zorgen ze voor een grote mate van harmonisatie en eenwording. Echter, de bevoegdheid van de EU voor het uitvaardigen van verordeningen is beperkt. Dit kan de EU enkel doen waar de het Verdrag van de Europese Unie of het Werkingsverdrag van de Europese Unie dit specificeert en dergelijke bevoegdheden zijn uitzonderingen. Daarom is de invloed van verordeningen op privaatrecht beperkt.
Oefenvragen, gebaseerd op een bachelor jaar 1 vak aan de Universiteit van Amsterdam
Vraag 1
De Franse filosoof Saint Simon (1760-1825) verwachtte weinig heil van de wijze waarop het Congres van Wenen (1814) de vrede in Europa trachtte te garanderen.
Wat achtte Saint Simon zelf de beste garantie voor vrede en welvaart in Europa?
- Frans-Duitse samenwerking ten aanzien van zware industrie.
- De creatie van supranationale en werkelijk Europese instellingen.
- Het tot stand brengen van verdragen met behoud van de soevereiniteit van de deelnemende landen.
- Een volkomen staatkundige eenwording van Europa.
Antwoordindicatie
- 2