Hoe ziet de geschiedenis van onderzoek naar aandacht eruit? - Chapter 1

Mensen worden in het dagelijks leven blootgesteld aan verschillende stimuli. Deze verschillende waarnemingen van stimuli roepen vaak tegenstrijdige reacties op. Hoe mensen de verschillende waarnemingen en acties coördineren om het gewenste doel te bereiken, wordt onderzocht in onderzoeken naar aandacht. Onderzoeken naar aandacht spelen een belangrijke rol in de cognitieve (neuro)psychologie. Sinds de opkomst van de psychologie zijn er mensen bezig geweest met het onderzoeken van aandacht. Ribot en Tichener stelden al in begin 1900 aandacht centraal in het psychologisch onderzoek. Zij beweerden dat alle delen van een individu door aandacht worden beïnvloed. Er zijn 5 periodes te onderscheiden in het onderzoek naar aandacht.

Welke filosofen waren belangrijk voor dit vakgebied?

Filosofen waren de eersten die zich met aandacht bezig hielden. Zij beweerden dat aandacht centraal stond in menselijk waarnemen en denken. Bovendien kon een mens zijn aandacht maar op één ding richten. Belangrijke thema’s waren de rol van aandacht bij bewustzijn en of aandacht een automatisch of een gestuurd proces was.

Belangrijke filosofen waren:

  • Vives: deed voornamelijk onderzoek naar aandacht en geheugen.

  • Malebranche: beweerde dat aandacht nodig is om iets te begrijpen.

  • Leibniz: bedacht de term apperceptie, het proces dat nodig is om een gebeurtenis bewust waar te nemen.

  • Hamilton: beweerde dat een mens meer dan 1 ding aankan.

  • Herbart: ontwikkelde wiskundige modellen voor onderzoek.

Wie waren de eerste psychologische onderzoekers en wat onderzochten ze?

Dankzij de methodologische vooruitgang (wiskundige modellen), kwamen psychologische experimenten aan het eind van de 19e eeuw op gang (de ideeën kwamen echter nog uit de filosofie). Wundt deed onderzoeken naar de snelheid van mentale processen. De snelheid werd gemeten op basis van reactietijden. Zijn conclusie was dat aandacht bewust gestuurd kon worden. Wundt noemde zijn theoretische systeem voluntarisme omdat mensen konden kiezen op welke delen van hun eigen bewustzijn ze een beroep zouden doen. De eerste echte psychologische onderzoeken (dus niet meer vanuit de filosofie) werden gedaan naar de relatie tussen waarneming en aandacht. Men stelde dat aandacht essentieel was voor visuele waarneming, dat de capaciteit van aandacht beperkt was en dat aandacht bewust gestuurd kon worden (Helmholz).

Andere belangrijke ideeën kwamen van James. Hij meende dat aandacht vooral duidelijkheid bracht. Door aandacht stop je bepaalde stimuli weg, zodat je met andere stimuli efficiënt kan omgaan. De discussie van het begin van de 20e eeuw ging met name over hoe deze duidelijkheid vergroot kon worden. Heeft aandacht directe invloed op de duidelijkheid (Mach, Stumpf), of heeft aandacht indirecte invloed op duidelijkheid doordat andere vertroebelende invloeden geremd worden (Wundt, Kulpe).

James maakte de volgende classificatie:

  • Aandacht kan gericht worden op fysieke dan wel niet fysieke objecten (idee).

  • Aandacht kan gericht worden op andere dingen dan dingen in het hier en nu.

  • Aandacht kan automatisch/onbewust (exogene controle) gestuurd worden of bewust gestuurd worden (endogene controle).

De meeste psychologen richtten zich op het waarnemen. Enkele onderzoekers echter keken ook naar de spierbewegingen die bij aandacht kwamen kijken. In de periode tot 1909 stond aandacht centraal in psychologische onderzoeken en werd vooral het effect van aandacht bestudeerd. De mechanismen achter aandacht bleven tot dan toe nog een raadsel.

Welke ontdekkingen werden gedaan toen de focus op gedrag lag?

Ook tijdens de periode 1910-1940 werd er niet veel onderzoek naar het mechanisme achter aandacht gedaan. De focus lag in deze periode op het gedrag. Toch zijn er een aantal belangrijke ontdekkingen gedaan waar nu nog steeds onderzoek naar gedaan wordt. Deze ontdekkingen worden hieronder beschreven.

  • Taak-veranderkosten: het blijkt dat wanneer mensen meerdere opties hebben om iets te doen, mensen langer over dezelfde acties doen, dan wanneer ze maar één optie hadden.

  • ‘Refractory period effect’: het blijkt dat een neuron na stimulatie minder gevoelig wordt voor een volgende stimulus. De tijd dat de neuron ongevoelig is, is het refractory period effect.

  • Effecten van irrelevante informatie in de Stroop test: als bijvoorbeeld rood in blauw geschreven staat, hebben mensen heel veel moeite om te zeggen dat het woord blauw is (rood komt er tussen). Terwijl mensen geen moeite hebben met het lezen van rood.

Waarom was de cognitieve revolutie belangrijk?

Van 1950 tot 1974 interesseerde men zich voor de menselijke informatieverwerking. Hierdoor kreeg onderzoek naar het mechanisme achter aandacht eindelijk een kans. Er werd vooral onderzoek gedaan naar het samenspel tussen theorie en technische toepassingen. Ook werd benadrukt dat selectie essentieel is in aandacht. Er ontstonden twee verschillende stromingen met ieder een eigen kijk op selectie: de ‘vroege selectietheorieën’ en de ‘late selectietheorieën’.

Broadbant was de grondlegger van de eerste stroming met zijn filtertheorie. Deze theorie houdt in dat je maar een bepaalde capaciteit hebt om berichten te ontvangen. Hierdoor zullen berichten waar geen aandacht op gevestigd wordt, niet worden geïdentificeerd (cocktailparty-fenomeen). Informatie wordt gefilterd voordat het geïdentificeerd wordt (in een vroeg stadium dus). Treisman beweerde dat in sommige gevallen ongeattendeerde berichten wel kunnen worden waargenomen, als de content niet te lastig is (filter-attenuation-theorie). Deze theorie is dus een aanvulling op de filtertheorie van Broadbant.

De ‘late selectietheorieën’ beschreven dat alle berichten wel worden geïdentificeerd, en dat de selectie pas later plaatsvindt (vandaar de naam). De selectie vindt plaats als de berichten verwerkt worden. Door aandacht worden er duurzame representaties van de berichten gemaakt, terwijl aandachtsloze berichten snel vergeten worden. Maar aandachtsloze objecten worden dus wel altijd geïdentificeerd, de filter zit pas in een later stadium!

Door het ontstaan van deze theoretische modellen werd het onderzoek naar aandacht populair in het midden van de 20e eeuw. Voor de jaren 70 richtte men zich vooral op auditieve stimuli, na de jaren 70 vooral op visuele stimuli. De aandacht voor visuele stimuli leidde tot de ‘unitary capacity’ of ‘resource’ theorie. Deze theorie houdt in dat je aandacht niet kan opsplitsen. Als je het op iets richt, kun je het niet ook op iets anders richten. Deze theorieën verklaren ‘dual task’-problemen. Beide taken vechten voor dezelfde aandacht.

Vanaf 1970 was het mogelijk om via ‘event-related-potential’ (hersenonderzoek waarin je bekijkt of een bepaalde gebeurtenis invloed heeft op de hersenenactiviteit) mensen te onderzoeken. Eerder werd onderzoek vooral op dieren toegepast.

Uit welke velden bestaat aandachtspsychologie nu?

Na 1975 kreeg een aantal velden binnen het aandachtsspectrum de aandacht.

  • Multiple resource-modellen: het is makkelijker om twee taken uit te voeren als het om verschillende modaliteiten gaat, bijvoorbeeld een taak waar gehoor centraal staat en een taak waar zicht centraal staat.

  • Ruimtelijke benaderingen: aandacht wordt bepaald door de locatie in het visuele veld (zie C).

  • Objectbenaderingen: aandacht wordt bepaald door het object (zie C). Men is ook geïnteresseerd in negatieve priming: het langzamer reageren als er daarvoor iets genegeerd moest worden.

  • Selection-for-action: beperkte capaciteit voor aandacht is een bijproduct zodat handelingen goed gecoördineerd kunnen worden.

  • Twee toepassingsvelden werden belangrijk: ergonomie (mens-machine-interactie, verbeteringen werkomgeving etc.) en de klinische neuropsychologie.

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten