Dit boek bepaalt de plaats van de sociale wetenschappen. De sociale wetenschappen zijn academisch en maatschappelijk respectabel, maar er wordt getwijfeld aan het maatschappelijk nut. De reden van het schrijven van dit boek vindt zijn oorsprong in het academisch onderwijs. Sinds 1985 is algemene sociale wetenschappen een interdisciplinaire studie. Vanaf het begin is interdisciplinariteit de basis van deze studie. Echter leidt dit tot externe en interne vragen, zoals: wat is interdisciplinariteit en hoe verhoudt dit zich tot de kennis van deze discipline? Deze vraagstukken zijn zowel voor onderzoekers als voor studenten van belang.
Welke disciplines behoren tot de sociale wetenschap?
Sociologie, psychologie en pedagogiek zijn de disciplines die als sociale wetenschappen beschouwd worden. Dit staat echter open voor discussie. Psychologie hoort bijvoorbeeld in Nederland bij de sociale wetenschappen, maar in andere landen weer niet. Verder roept deze indeling ook vragen op, zoals waarom de geschiedwetenschap niet tot de sociale wetenschappen gerekend worden. Dit is historisch uit te leggen. In de 19e eeuw was de geschiedwetenschap het middelpunt van de geesteswetenschappen. De sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen waren concurrenten. De sociale wetenschappen lieten zich inspireren door de manier van werken van de natuurwetenschappen, namelijk het experimenteel onderzoek en het kwantificeren van gegevens. De geschiedwetenschap stond daar ver vanaf, en daarom behoort de geschiedwetenschap niet tot de sociale wetenschappen.
We kijken hier vooral naar grensoverschrijdingen bij de sociale wetenschappen. Een voorbeeld van zo'n grens is die tussen maatschappij en individu en tussen sociale en psychologische processen. Grenzen zijn moeilijk te stellen en moeilijk te definiëren.
Hoe verhoudt de sociale wetenschap zich tot andere disciplines?
De scheiding tussen natuurwetenschappen en geesteswetenschappen is gebaseerd op de verschillen wat betreft onderwerp van onderzoek en methodologie. Er bestaat een tweedeling tussen de experimentele methodiek van de natuurwetenschappen en de interpreterende stijl van de geesteswetenschappen.
De vraag is of de sociale wetenschappen een eigen discipline moeten vormen binnen de wetenschap. Het object van de sociale wetenschappen is de interactie tussen mens en maatschappij, dit komt deels overeen met het object van de geesteswetenschappen. De geesteswetenschappen bestuderen namelijk het werk van de mens. Een verschil tussen deze wetenschappen is dat de sociale wetenschappen een groter accent leggen op systematische, generaliserende theorievorming en de empirische toetsing daarvan. De sociale wetenschappen komen met hun methodologieën het meest overeen met de natuurwetenschappen.
Binnen de sociale wetenschappen bestaat ook een scheiding. Een deel van de onderzoekers vindt dat het onderzoek kwantitatief moet zijn. Volgens hen zijn objectieve metingen de enige echte wetenschappelijke methode. Dit wordt ook wel de harde stroming genoemd. De zachte stroming vindt juist dat kwalitatieve analyse juist het meest geschikt is voor het bestuderen van de mens.
De zachte sociale wetenschappers vinden dat mens en maatschappij niet goed te bestuderen valt met methoden die voor dode materie is bedoeld. Er zijn dus duidelijk twee opvattingen. Mogelijk is deze tweedeling kenmerkend voor de sociale wetenschappen.
Hoe won sociale wetenschap maatschappelijke erkenning?
De sociale wetenschappen hebben hun eigen plek verworven. Naast alfa en bèta kennen we in Nederland ook de gammawetenschappen. De populariteit van de sociale wetenschappen groeit snel. Dit maakt het mogelijk om meer specialismen binnen de wetenschap te verkrijgen, maar de spanning tussen wetenschappelijke en maatschappelijke streven wordt hierdoor ook vergroot. Het wetenschappelijke streven is nog in volle gang, de sociale wetenschappen zijn immers nog relatief jong, maar de maatschappelijk verwachtingen zijn tegelijkertijd erg hoog. Sommige alfa- en bètavakken hebben deze spanning ook, maar bij de sociale wetenschappen is deze spanning groter. Dit komt doordat ze moeten rivaliseren met de bestaande ideeën over de maatschappij en de mens. Sociale wetenschappers moeten proberen de mensen te overtuigen van hun verworven kennis. Dit is een paradox, want aan de ene kant willen ze dat hun kennis mensen verbindt, maar aan de andere kant vinden de sociale wetenschappers hun kennis beter dan de heersende opinie.
Hoe kan wetenschap gedefinieerd worden?
Het is moeilijk om een definitie van wetenschap te geven, elke discipline heeft daar een ander idee over.
De naamgeving van het onderzoeksgebied was een punt van discussie. Human sciences was een idee, maar bleek minder geschikt. Sciences refereert namelijk naar de natuurwetenschappen en human naar de geesteswetenschappen. Psychologen noemen hun vakgebied liever behavioral sciences, gedrag is namelijk observeerbaar en meetbaar. Wetenschap is zowel een proces als een product. Het proces is de inspanning van het onderzoeken, en het product is de verzamelde kennis. De wetenschap is in twee punten samen te vatten:
- Alle handelingen waarbij een representatief beeld van de wereld om ons heen wordt gevormd door wetenschappers.
- Universiteiten en onderzoeksinstellingen. Zij bepalen de procedures voor betrouwbaar onderzoek en bewaken zo de kwaliteit.