Morele emoties en moreel gedrag - Tangney, Stuewig, Mashek (2007) - Artikel


Introductie

Een moreel en constructief leven is de gewogen som van vele individuele, moreel relevante gedragingen die dagelijks worden uitgevoerd. Echter ligt dit gedrag niet altijd op één lijn met de morele standaarden. Hier kunnen verschillende verklaringen voor zijn:

  • Sociale psychologische theorie: er is geen perfecte link tussen intenties en gedrag.
  • Field theory: individueel gedrag varieert per situatie, interpersoonlijke onderhandelingen kunnen de link tussen intentie en gedrag ondermijnen en verspreiding van verantwoordelijkheid kan het vermogen te handelen volgens eigen (diepgewortelde) overtuigingen ondermijnen.
  • Ajzen’s theorie van gepland gedrag: houdingen, normen en waargenomen (gevoelsmatige) controle hebben invloed op gedragsintenties en daarop volgend gedrag.

De link tussen morele standaarden en morele beslissingen en gedrag wordt beïnvloed door morele emoties. Morele standaarden zijn de kennis en internalisatie van morele normen en conventies. Deze worden bepaald door universele morele wetten, maar ook door culturele voorschriften. Belangrijk in morele keuzes en gedrag zijn de individuele verschillen in anticipatie en ervaring van morele emoties.

Morele emoties worden gebruikt om te begrijpen waarom mensen qua gedrag morele standaarden volgen. Morele emoties zijn gelinkt aan de interesses en het welzijn van de maatschappij of van andere mensen. Het biedt motivatie om goed te doen en kwaad te ontwijken.

Zelfbewuste emoties

Schaamte, schuld, verlegenheid en trots worden zelfbewuste emoties genoemd, die ontstaan door zelfreflectie en -evaluatie. Zelfevaluatie kan impliciet of expliciet zijn en bewust of onbewust. In elk geval is het zelf altijd onderwerp van de zelfbewuste emoties. De emoties geven dan ook directe beloning of straf als feedback op de sociale en morele accepteerbaarheid. Hierdoor hebben ze sterke invloed op onze morele keuzes en gedrag. Emotie dispositie is de neiging tot het ervaren van een bepaalde emotie. Schaamte vatbare individuen zijn bijvoorbeeld kwetsbaarder voor anticiperende en eigenlijke ervaringen van schaamte.

Schaamte en schuld

Er is gepoogd onderscheid te maken tussen schaamte en schuld op drie manieren:

  • Type uitlokkende gebeurtenissen

  • Publieke versus privé overtredingen

  • Falen van jezelf of van een gedraging

Uit onderzoek blijkt dat het type gebeurtenis geen goed onderscheid kan maken tussen schaamte en schuld. Sommige onderzoekers zeggen dat schaamte ontstaat na morele en niet-morele overtredingen, terwijl schuld voornamelijk aan morele overtredingen gekoppeld is. Er is een Big Three ethiek van het moraal, namelijk autonomie, gemeenschap en goddelijkheid. Schaamte kan vooral gekoppeld zijn aan overtredingen van ethiek van gemeenschap en goddelijkheid, al vertaalt dit zich niet één-op-één met bepaalde situaties.

Daarnaast wordt schaamte vaak gezien als een meer publieke emotie, ontstaand door publieke blootstelling en afkeuring. Schuld is meer een privé emotie, ontstaand uit zelf gegenereerde gewetenswroeging. Empirisch onderzoek ondersteunt dit onderscheid echter niet. Waarom denken we dan dat dit onderscheid er is? Het blijkt dat mensen in schaamte-inducerende situaties zich meer zorgen maken over de evaluaties van anderen over zichzelf. In schuld situaties maakt men zich meer zorgen over het effect op anderen. Schaamte zou dus de focus op zichzelf leggen (egocentrisch) en schuld op een specifieke gedraging (ander-georiënteerd). Empirisch onderzoek ondersteunt dit onderscheid wel.

Zowel schaamte als schuld kunnen leiden tot intrapsychische pijn. Schaamte is echter pijnlijker, omdat de kern van jezelf wordt aangetast. Het kan leiden tot het gevoel ‘klein’ te zijn en gevoelens van waardeloosheid en machteloosheid. Schuld brengt een minder pijnlijke ervaring mee, omdat het om een specifieke gedraging gaat en niet over de volledige zelf. Mensen die zich schuldig voelen denken na over hun gedrag en de gevolgen en dit leidt tot spijt over de slechte actie. Uit onderzoek blijkt dat interne, stabiele en oncontroleerbare attributies voor falen positief gerelateerd zijn aan schaamte, en interne, onstabiele en controleerbare attributies voor falen positief gerelateerd zijn aan schuld.

Adaptief versus niet-adaptief

Schuld is een adaptieve emotie, die leidt tot voordelen voor het individu en zijn relaties. Schaamte is echter niet adaptief. Schaamte leidt tot pogingen de schaamte-inducerende situatie te ontkennen of ontvluchten. Dit leidt tot verhoogde niveaus van pro-inflammatoire cytokine en cortisol. Schuld leidt tot herstellende acties, zoals bekentenissen, excuses en ongedaan maken van gevolgen. Hoewel schuld dus leidt tot constructief en proactief gedrag, leidt schaamte tot defensief gedrag, interpersoonlijke separatie en afstand.

Ook is schuld gerelateerd aan ander-georiënteerde empathie, omdat een actie tot negatieve gevolgen heeft geleid voor een ander, terwijl schaamte empathische verbindingen met anderen verstoort. Door schaamte gaan mensen zich juist op zichzelf focussen, waardoor ze zich niet tot de ander kunnen richten. Schaamte is positief gecorreleerd met boosheid, vijandigheid en neiging factoren buiten zichzelf te zoeken bij tegenslagen. Anderen aanwijzen als de schuldigen helpt om controle en superioriteit te voelen, maar het heeft negatieve lange termijn gevolgen voor relaties met anderen. Schuld-vatbare mensen verzeilen minder snel in agressie en nemen sneller de verantwoordelijkheid, waardoor er positieve lange termijn gevolgen zijn.

Kwetsbaarheid voor schaamte is gerelateerd aan laag zelfvertrouwen, depressie, angst, eetstoornissen, PTSD en suïcidale gedachten. Schuld is alleen gerelateerd aan psychologische symptomen als het samen met schaamte voorkomt. Problemen kunnen ontstaan als men een overdreven of verstoord gevoel van verantwoordelijkheid heeft voor gebeurtenissen buiten de controle of waar men geen persoonlijke betrokkenheid bij heeft. Overlevingsschuld kan leiden tot psychologische problemen. Daarnaast is er een positieve relatie tussen internaliserende symptomen en kwetsbaarheid voor schuld in situaties waar de verantwoordelijkheid ambigu is.

Schuld-kwetsbaarheid is negatief gerelateerd aan antisociaal en risicovol gedrag. De kans op arrestaties en het gebruik van drugs en alcohol is lager en de kans op veilige seks is hoger. Schuld-kwetsbaarheid heeft dus een beschermende functie. Daarnaast is schaamte-kwetsbaarheid positief gecorreleerd met externaliserende symptomen en kan het leiden tot illegaal gedrag, vroeg drugs en alcohol gebruik en hogere kans op onveilige seks. Deze link geldt echter niet voor alle populaties en alle gedragingen.

Nieuw onderzoek

Schaamte-kwetsbaarheid wordt op drie manieren beschreven:

  • De neiging tot het ervaren van schaamte in verschillende situaties

  • Frequent of continue ervaren van globale schaamte, niet per se verbonden aan specifieke gebeurtenissen

  • Chronisch schaamte gevoel over bepaalde gedragingen of eigenschappen

Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar hoe mensen omgaan met schaamte en schuld. Wel zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld om individuele verschillen in coping met schaamte te meten: Compass of Shame Scale (COSS-4), TOSCA en Self-Report Psychopathy Scale (SRPS).

Mensen die verhoogde niveaus van schaamte hebben, blijken ook verhoogde pro-inflammatoire cytokine activiteit te hebben. Schaamte, maar niet schuld, is een voorspeller voor immuun gerelateerde respons. Daarnaast blijkt dat er meer schaamte heerst in situaties van negatieve sociale evaluaties en afwijzing, wat activiteit in de cortisol en pro-inflammatoire systemen verhoogd. Ook kan verhoogde cardiovasculaire reactiviteit geassocieerd zijn met schaamte.

Slachtoffers van mishandeling of trauma ervaren vaak gevoelens van schaamte. Dit is vooral aanwezig bij kindermishandeling, omdat dit vaak geheim en verborgen gehouden wordt. Ernstig straffend ouderschap is ook geassocieerd met hulpeloosheid en zelfverwijt. Fysiek en seksueel misbruik in de kindertijd is gerelateerd aan lichamelijke schaamte en schaamte over de traumatische gebeurtenis. Internaliserende schaamte is gerelateerd aan ongewilde seksuele ervaringen. Kwetsbaarheid voor schaamte is geassocieerd met een geschiedenis van emotioneel misbruik en beschamende praktijken van ouders. Daarnaast kan schaamte na seksueel misbruik leiden tot depressie en PTSD. Misbruik-specifieke schaamte blijkt stabiel te zijn over tijd. Mensen die over hun misbruik verteld hebben, uiten hun schaamte meer verbaal, terwijl mensen die niet over hun misbruik verteld hebben hun schaamte meer non-verbaal uiten.

Naast de zelfbewuste emoties schuld en schaamte is er ook ‘plaatsvervangende’ of ‘groep gebaseerde’ schuld en schaamte. Dit zijn gevoelens die ervaren worden als reactie op overtredingen of mislukkingen van andere mensen. Persoonlijke causaliteit is dus geen vereiste voor de ervaring van schuld of schaamte. Persoonlijke schuld en schaamte heeft veel overeenkomsten met groep gebaseerde schuld en schaamte. Groep gebaseerde schaamte komt vooral voor als er zorgen zijn over het behoud van de positieve groep identiteit. Plaatsvervangende schuld komt vaker voor als men een interpersoonlijke relatie heeft met de dader en wanneer relatie gebaseerde zorgen vergroot worden door schade aan een andere groep of individu.

Bij ambigue informatie over de overtredingen van groepsleden, nemen mensen die zich erg met de groep identificeren hier voordeel uit en rapporteren ze minder plaatsvervangende schaamte of groep gebaseerde schuld vergeleken met mensen die zich minder identificeren met de groep, omdat hun zelf minder bedreigd wordt. Net als persoonlijke schuld ervaringen, is ook groep gebaseerde schuld geassocieerd met empathie en motivatie tot het herstellen van relaties. Bij plaatsvervangende groep gebaseerde schaamte heeft men de wens zichzelf van de schaamte-inducerende gebeurtenis te verwijderen. Ook de link tussen boosheid en plaatsvervangende schaamte blijft bestaan. Plaatsvervangende groep gebaseerde schaamte kan een zachtere kant hebben dan persoonlijke schaamte

Verlegenheid

Verlegenheid is minder relevant voor moraliteit. Het is een aversieve staat van versterving en verdriet na publieke sociale moeilijke situaties. Mogelijke oorzaken zijn:

  • Normatieve openbare tekortkomingen. Dit zijn situaties waarin een persoon zich op een onhandige, afwezige of ongelukkige wijze gedraagt

  • Ongemakkelijke sociale interacties

  • Opvallend zijn

Situaties die verlegenheid oproepen geven vaak aan dat er iets verkeerd is. Dit houdt in dat een aspect van jezelf of je gedrag voorzichtig gemonitord, verborgen of veranderd moet worden. Verlegen mensen gedragen zich op verzoenende manieren om goedkeuring en inclusie van anderen te verdienen. Het kan leiden tot het aanhangen van breed geaccepteerde morele standaarden of lokaal bekrachtigde afwijkende handelingen. Verlegenheid is geassocieerd met neuroticisme, hoge niveaus van negatieve gevoelens, zelfbewustzijn en angst voor negatieve evaluatie van anderen. Mensen die vatbaar zijn voor verlegenheid zijn ook gevoeliger voor groepsdruk.

Morele trots

Trots wordt opgewekt door de inschatting dat iemand verantwoordelijk is voor een sociaal gewaardeerde uitkomst of dat iemand een sociaal gewaardeerd persoon is. Het verbetert het zelfvertrouwen en leidt tot toekomstig gedrag volgens de sociale standaarden. Het heeft een motiverende functie en beloont de betrokkenheid tot de ethiek van autonomie, gemeenschap en goddelijkheid. Er zijn twee typen trots: alpha trots (trots op jezelf) en beta trots (trots op je gedrag). Trots op jezelf zijn kan maladaptief zijn, omdat het kan leiden tot het ombuigen van situaties in je eigen voordeel, wat kan leiden tot interpersoonlijke problemen.

Morele emoties gericht op anderen

Voorbeelden van morele emoties gericht op anderen zijn elevatie en dankbaarheid. Deze emoties worden ervaren na het observeren van bewonderenswaardige acties van anderen, wat een motivatie is om zelf ook bewonderenswaardige acties te gaan vertonen.

Rechtvaardige boosheid, minachting en walging

Boosheid is een negatieve emotie gericht op anderen, maar niet per se een morele emotie. Het komt voor in vele situaties, maar vooral als een gebeurtenis als persoonlijk relevant gezien wordt, het niet overeenkomt met je doelen en wanneer een gebeurtenis veroorzaakt wordt door een ander. Rechtvaardige boosheid ontstaat wanneer gedrag van een dader een overtreding is van een morele standaard. De schade hoeft dan niet persoonlijk ervaren te zijn. Rechtvaardige boosheid komt vooral voor bij overtredingen van de ethiek van autonomie. Het kan omstanders motiveren om acties te ondernemen om het onrecht te herstellen.

Minachting en walging ontstaan bij negatieve evaluaties van anderen, waarbij minachting vooral gelinkt is aan overtredingen van de ethiek van gemeenschap en walging aan overtredingen van de ethiek van goddelijkheid.

Elevatie

Elevatie is een positieve emotie, die wordt opgeroepen als anderen zich gedragen op een deugdzame en prijzenswaardige manier. Het kan leiden tot een warm, plezierig en tintelend gevoel in de borst, waarbij men open staat voor anderen en zich gemotiveerd voelt anderen te helpen en een beter mens te worden.

Dankbaarheid

Dankbaarheid is een positieve morele emotie. Het is een reactie op welwillendheid van anderen, waardoor men voordeel krijgt, vooral als dit onverwacht is of nadelig voor degene die het geeft. Het kan leiden tot morele motivatie bij de ontvanger en stimuleert helpend gedrag in de toekomst. De mensen die het meeste voordeel halen uit de ervaring en uiting van dankbaarheid zijn de dankbare mensen zelf. Mensen die dankbaarheid voelen, hebben verbeterde psychologische weerstand, fysieke gezondheid, kwaliteit van leven en adaptief gedrag.

Empathie

Empathie is een emotioneel proces met implicaties voor moreel gedrag. Het betreft een gedeelde emotionele respons tussen een observeerder en een stimulus persoon. Het vereist drie vaardigheden:

  • Cognitief vermogen om een ander perspectief aan te nemen

  • Cognitief vermogen om het gevoel van een ander te herkennen en onderscheiden

  • Affectief vermogen om vele emoties te kunnen voelen

Empathie kan leiden tot de wens anderen te helpen. Het is anders dan sympathie, wat gaat om zorgen over de emotionele staat van de ander, maar niet de plaatsvervangende ervaring van andermans emoties. Er is onderscheid tussen ander-georiënteerde empathie en zelf-georiënteerde persoonlijke nood. Bij ander-georiënteerde empathie neem je het perspectief van een ander over en voel je dezelfde emoties. Men richt zich op de ervaringen en behoeften van de andere persoon en niet op zijn eigen empathische respons. Dit leidt tot altruïstisch helpend gedrag. Bij zelf-georiënteerde persoonlijke nood richt men zich op de eigen gevoelens, behoeften en ervaringen. Dit leidt tot interferentie met prosociaal gedrag.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.