Nijverdal Ten Cate/Wilderink q.q. - Arrest

HR 18 februari 1994, NJ 1994/462 (Nijverdal Ten Cate/Wilderink q.q.)

 

Feiten

Deze zaak gaat over het eigendomsvoorbehoud. Nijverdal ten Cate en Hofkes Textielveredeling BV zijn een samenwerking aangegaan. Op 29 april 1986 en 5 jan. 1987 hebben Nijverdal ten Cate en Hofkes Textielveredeling BV tot een totaalbedrag ad ƒ 2 300 000 kredietovereenkomsten gesloten met de Nederlandsche Middenstandsbank NV (NMB Postbank Groep NV).

Hofkes kan haar betalingsverplichtingen jegens NMB dan niet nakomen. Waarop NMB betaling vordert van Nijverdal ten Cate. Hierna wordt de vordering die NMB op Hofkes had, gesubrogeerd aan Nijverdal ten Cate (alle rechten en plichten die NMB als crediteur had op Hofkes, zijn overgegaan op Nijverdal ten Cate).

Op 14 juni 1989 is Hofkes failliet verklaard, met benoeming van mr. Wilderink tot curator.

Nijverdal ten Cate en de curator Wilderink twisten over de vraag of door de subrogatie ook de vorderingsrechten die Hofkes tot zekerheid voor de vordering aan NMB had overgedragen, op Nijverdal ten Cate zijn overgegaan.

In dit geding is niet in geschil dat Nijverdal Ten Cate op 23 okt. 1989 uit hoofde van de toen door haar verrichte betaling aan NMB van rechtswege was gesubrogeerd in de vordering die NMB toen op grond van de kredietovereenkomsten op Hofkes had. Partijen twisten echter wel over de vraag of door deze subrogatie ook de vorderingsrechten die Hofkes tot zekerheid voor deze vordering aan NMB had overgedragen, op Nijverdal Ten Cate zijn overgegaan. Nijverdal Ten Cate heeft gesteld dat aan zekerheidseigendom een accessoir karakter toekomt, zodat zij bij overgang van de vordering waarvoor zij is verstrekt, bijv. door subrogatie, steeds van rechtswege op de nieuwe schuldeiser overgaat. Het hof heeft dit verworpen. Daartegen richt zich het cassatiemiddel.

Hoge Raad

De vraag is of zekerheidseigendom naar het voor 1 jan. 1992 geldende recht een accessoir karakter heeft. De Hoge Raad stelt dat het zekerheidseigendom geen afhankelijk recht is.

Als de verkoper zijn vordering tot betaling op de koper cedeert, ontvangt de cessionaris niet van rechtswege het eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde dat die betaling verzekert. Dit eigendomsrecht moet afzonderlijk worden overgedragen. In het geval een derde de koopprijs voldoet (en niet de vordering overneemt) kan hij door subrogatie rechthebbende op de vordering op de koper worden (art. 6:150 BW). Hij ontvangt echter niet het eigendomsrecht, dat ook in geval van een simpel eigendomsvoorbehoud overgaat op de koper, daar voldaan is aan de opschortende voorwaarde voor overdracht (artikel 3:92 lid 1 BW).

Kern: bij een overdracht van een vordering is het zekerheidseigendom niet accessoir. Het zekerheidseigendom is geen afhankelijk (accessoir) recht. Daarom is het niet zo dat als de vordering wordt overgedragen ook het zekerheidseigendom wordt overgedragen. Elk moet afzonderlijk worden overgedragen.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina