HR 23-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1455 (Poortvliet/Zeebeleg)

Feiten

Poortvliet start een zaak tegen Zeebeleg BV. De vraag die in het rechtsgeding centraal staat is de vraag of tussen de partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Poortvliet heeft een aanbod gedaan aan Zeebeleg. Hieraan heeft hij de voorwaarde verbonden dat deze aanvaarding uiterlijk op 23 juli 1992 voor 12.00 zou moeten zijn gedaan. Echter, de aanvaarding bereikt Poortvliet die dag om 15.30. Zeebeleg heeft aangevoerd dat hij er alles aan heeft gedaan om Poortvliet te bereiken vóór 12.00, maar dat hij niet te bereiken was. Zeebeleg kon er dus niets aan doen dat hij te laat was met zijn aanvaarding. Zeebeleg heeft er gezien de korte termijn voor gezorgd dat de aanvaarding zo snel mogelijk werd verzonden aan Poortvliet, nadat hij hem telefonisch niet had kunnen bereiken.

Procedure en uitspraak

Bij de procedure bij het Hof is Zeebeleg wegens bovenstaande feiten in het gelijk gesteld en is er dus een overeenkomst tot stand gekomen. Poortvliet gaat in cassatie, wegens blijk van een onjuiste rechtsopvatting dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. Poortvliet had immers een fatale termijn gesteld, waarna aanvaarding na die termijn niet meer mogelijk was. Echter, Zeebeleg heeft de wil gehad om het aanbod van Poortvliet te aanvaarden, deze heeft hij ook geopenbaard (art. 3:37 lid 1 en 3 BW). De pogingen van Zeebeleg om Poortvliet te bereiken zijn niet gelukt, ondanks dat Poortvliet zijn telefoonnummer op het aanbod heeft gezet. Poortvliet nam zijn telefoon niet op wegens omstandigheden, die rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt van de niet tijdige ontvangst van de aanvaarding. Het is aan Poortvliet om aan te tonen dat zijn onbereikbaarheid niet aan hem kan worden toegerekend. Poortvliet heeft dus de stelplicht. Nu Zeebeleg graag een overeenkomst wilde sluiten, dit blijkt uit de lange tijd van onderhandelingen, en dit ook kenbaar heeft gemaakt, is deze ook tot stand gekomen, nu Poortvliet het nadeel draagt van de niet tijdige ontvangst van de aanvaarding. Deze is immers aan Poortvliet toe te rekenen. Poortvliet dient over te gaan tot levering aan Zeebeleg BV.

Essentie

Dit arrest gaat over de totstandkoming van de koopovereenkomst. Het aanbod is niet tijdig aanvaardt, maar de niet bereikbaarheid van de verkoper komt voor zijn eigen rekening. De stelplicht ligt bij de verkoper, deze moet aantonen waarom het niet beantwoorden van telefoontjes niet aan hem kan worden toegerekend.