Rotterdam/Hoogland (HR 19-12-2008)

Onderwerp

Beoordeling rechtmatigheid besluit.

Relevante wetsartikelen/beginselen

Art. 19 wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Beoordeling ex tunc of ex nunc?

Casus

Eisers (Hoogland c.s.) maken bezwaar tegen het verlenen van een bouwvergunning voor de uitbreiding van een verpleeghuis. Dit verpleeghuis ligt achter de woning van eisers. Het bezwaar wordt afgewezen, maar de rechter heeft bij een tussenvonnis de zaak naar de rol verwezen zodat Hoogland akte kon nemen. Hiertegen heeft de gemeente hoger beroep ingesteld. Het Hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak eveneens naar de rol zodat Hoogland akte kan nemen. In zijn eindarrest veroordeelt het Hof de gemeente tot betaling van een schadevergoeding aan Hoogland. Het anders of meer gevorderde wordt door het Hof afgewezen. Hierop stelt Hoogland cassatie in bij de Hoge Raad.

Overwegingen Hoge Raad

Volgens eisers heeft de gemeente onrechtmatig gehandeld door het verlenen van een bouwvergunning. Geoordeeld is dat de beslissing van de gemeente inderdaad onrechtmatig was. Het besluit dat de gemeente de bouw mocht beginnen is nooit vernietigd, want de vernietiging van de beslissing op bezwaar zag niet op het bouwbesluit. Een vordering gebaseerd op onrechtmatige daad is daarom niet mogelijk. Het primaire besluit om de vergunning te verlenen was volgens de rechtbank onrechtmatig.

Het Hof heeft in zijn oordeel de besluitvorming na vernietiging van het besluit meegenomen. De Hoge Raad stelt dat hierdoor het primaire besluit niet is vernietigd en bovendien onherroepelijk is geworden. Op het moment van toekenning van de vergunning had deze nog niet mogen worden verleend. Of hiermee ook het primaire besluit rechtmatig is hangt af van de besluitvorming na de vernietiging van de beslissing op bezwaar. De procedure is later voortgezet en het primaire besluit is in stand gebleven en zelfs onherroepelijk geworden. Het primaire besluit is daarom rechtmatig.

Uitspraak

Het primaire besluit is rechtmatig. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Hoogland in de kosten van het geding in cassatie.