Samenvattingen en studiehulp bij Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak van Brug et al. - Boektool

  Tools

De hele tekst op deze pagina lezen? Alle JoHo tools gebruiken? Sluit je dan aan bij JoHo en log in!
 

Aansluiten bij JoHo als abonnee of donateur

The world of JoHo footer met landenkaart

Samenvattingen en studiehulp bij Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak van Brug et al.

Boeksamenvattingen – TentamenTests

JoHo: crossroads via bundels
JoHo worldsupporter.org: gerelateerde samenvattingen en studiehulp

Boeksamenvatting per hoofdstuk

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 9e druk van Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: Een planmatige aanpak van Brug et al. - Bundel

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 9e druk van Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: Een planmatige aanpak van Brug et al. - Bundel

Study guide with Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak by Brug et al.

Study guide with Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak by Brug et al.

Study guide with Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak

Online summaries and study assistance with the 9th edition of Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak by Brug a.o.

Related content on joho.org

Hoe bevorderen we gezond gedrag op een planmatige manier? - Chapter 1

Hoe bevorderen we gezond gedrag op een planmatige manier? - Chapter 1

Wat is gezondheidsvoorlichting?

Gezondheidsvoorlichting is een vakterm voor alle activiteiten die kunnen worden ondernomen om te stimuleren dat mensen zich op vrijwillige basis ‘gezonder’ willen en kunnen gedragen. De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is 'de combinatie van leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om mensen en gemeenschappen te helpen om hun gezondheid te bevorderen'. Gezondheidsbevordering is breder, dit is namelijk een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die gezond gedrag en gezonde leefcondities stimuleren. Dit boek gaat over planmatige gezondheidsvoorlichting als een van de belangrijke instrumenten van gezondheidsbevordering. Gezondheidsvoorlichting is onder meer gericht op: het begrijpen en identificeren van maatschappelijke- en gezondheidsproblemen en op het verklaren en beïnvloeden van gezond en ongezond gedrag. Daarnaast gaat het ook om het begrijpen en veranderen van de fysieke, maatschappelijke en politieke omgeving. Gezondheidsvoorlichting wordt planmatig doordat gedrag wordt beïnvloedt op basis van theorieën over gedrag en gedragsverandering én doordat de activiteiten zorgvuldig worden geëvalueerd.

Wat zijn de doelen van gezondheidsbevordering?

Er zijn drie vormen van preventie die belangrijk zijn voor de bevordering van gezond gedrag: primaire, secundaire en tertiaire preventie. De eerste vorm van preventie, primaire preventie, betreft het voorkomen van bepaalde gezondheidsproblemen door het wegnemen van oorzaken of risicofactoren - indien deze bekend en beïnvloedbaar zijn. De tweede vorm van preventie, de secundaire preventie, betreft de vroege opsporing van gezondheidsproblemen. Deze vorm van preventie betreft het opsporen van mensen met een aandoening in een voorstadium of een vroeg stadium, zodat door middel van behandeling verergering voorkomen kan worden. Het is hierbij noodzakelijk dat de aandoening effectief behandeld kan worden in een vroeg stadium en dat er een goede test beschikbaar is. De laatste vorm van preventie is de tertiaire preventie, welke na een diagnose begint en zich richt op het verzorgen van mensen met een ziekte of handicap. De bedoeling is om de kwaliteit van leven te vergroten, of te behouden door middel van beheersing van de handicap of ziekte. Deze vorm van preventie is gericht op genezing (cure) en zorg (care).

Wat zijn preventiemethodes?

Voor preventie zijn twee soorten benaderingen: hoogrisicobenadering en populatiebenadering. Bij de hoogrisicobenadering wordt eerst een risicogroep geïdentificeerd waar preventie aan wordt gegeven. Dit is vooral het geval als het relatieve risico op het probleem groot is, maar de prevalentie van dat verhoogde risico laag is. Bij de populatiebenadering wordt de hele bevolking of een grote deelgroep daaruit benaderd. Dit is vooral het geval als het relatieve risico op het probleem laag is, maar de prevalentie van het risico juist hoog.

De preventieparadox van Geoffrey Rose houd in dat bij een hoogrisicobenadering het individuele risico sterk verlaagt wordt, terwijl het effect op de volksgezondheid vaak beperkt blijft door de kleine doelgroep. In tegenstelling is bij een populatiebenadering het individuele voordeel klein, maar het voordeel voor de volksgezondheid groot.

Tegenwoordig is er ook steeds vaker een andere indeling gebruikt, waarbij er onderscheid wordt gemaakt in universele preventie, selectieve preventie, geïndiceerde preventie en zorggerelateerde preventie. Universele preventie richt zich op de totale bevolking of grote groepen met als doel de gezondheid van alle mensen te verbeteren. Het gaat hierbij dus om primaire preventie en een populatiebenadering. Selectieve preventie is voor bevolkingsgroepen met een verhoogd risico met als doel voor deze mensen de gezondheid te verbeteren. Het gaat hierbij dus om een hoogrisicobenadering en het raakt aan secundaire preventie. Geïndiceerde preventie gaat om individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel klachten of symptomen met als doel het verdere verloop te voorkomen. Dit is dus ook een hoogrisicobenadering en het is secundair. Zorggerelateerde preventie ten slotte is voor individuen met een ziekte met als doel de ziektelast zo min mogelijk te houden. Dit is vergelijkbaar met tertiaire preventie.

Wat zijn middelen om gezondheidsbevordering te bereiken?

Er zijn verschillende middelen om de doelen van gedragsverandering te bereiken. Met gezondheidsvoorlichting wordt geprobeerd om mensen te motiveren, te trainen in, en te helpen bij gezond gedrag. Dit kan gebeuren op verschillende manieren, waarbij soms een actieve bijdrage van de participanten nodig is, zoals bij zelftesten, rollenspellen, etc. Dit alles geschiedt op basis van vrijwillige gedragsverandering. Gezond gedrag wordt makkelijker gemaakt door bepaalde voorzieningen beschikbaar te maken. Bijvoorbeeld door een ruimte voor gym op basisscholen, mogelijkheden voor borstkankerscreening, etc. Het uitgangspunt dat mensen gezond gedrag niet vrijwillig zullen laten zien heeft er toe geleid dat bepaalde gedragingen afgedwongen worden door middel van regelgeving, controle en sancties. Voorbeelden hiervan zijn het dragen van een gordel in de auto, de meldingsplicht voor besmettelijke ziekten, etc. Indien gedragingen echter niet te controleren zijn, zoals condoomgebruik ter preventie van hiv-infectie, kan bijvoorbeeld gezorgd worden dat condooms makkelijk beschikbaar en goedkoop zijn.

Green en Kreuter (2005) maken op de volgende manier onderscheid tussen gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering. Gezondheidsvoorlichting (GVO) omvat alle combinaties van leerervaringen die bedoeld zijn om op vrijwillige basis gezond gedrag te stimuleren. Gezondheidsbevordering (GB) omvat een combinatie van voorlichting en veranderingen in omgevingsfactoren die (samen) gezond gedrag en een gezonde levenswijze stimuleren. Effectieve gezondheidsbevordering lijkt geheel afhankelijk van een combinatie van de drie verschillende soorten middelen, namelijk voorlichting, voorzieningen en regelgeving. De juiste combinatie van deze drie soorten middelen geeft de meeste kans op succes. Naast het bevorderen van gezond gedrag zijn er helaas ook interventies die ongezond gedrag bevorderen, zoals tabaks- en alcoholreclames op televisie. En ook kan wetgeving ongezond gedrag bevorderen of ongezond gedrag ontmoedigen, zoals in Australië. Toen het daar verplicht werd met een fietshelm te fietsen, gingen veel minder mensen fietsen. Wanneer de politiek uitspreekt dat er meer ‘voorlichting gegeven moet worden’, betekent dit helaas dat men (nog) niet bereid is tot een meer effectieve combinatie van voorlichting, regelgeving en voorzieningen (bijvoorbeeld omdat de accijns op tabak gunstig zijn voor de overheid)

Wat is de rol die de omgeving speelt bij gezondheidsbevordering?

Tegenwoordig is er naast een educatieve benadering ook sprake van een ecologische benadering binnen de gezondheidsvoorlichting. Dit komt doordat men zich nu veel beter bewust is van de invloeden die de omgeving kunnen hebben op een individu. Er worden door Richard, Potvin, Kishchuk, Prlic en Green (1996) op vijf verschillende niveaus doelgroepen onderscheiden, waarbinnen beslissingen worden genomen door personen. Het eerste niveau betreft het individueel niveau, personen of patiënten die risico lopen. Het tweede niveau is het interpersoonlijk- of groepsniveau, hier horen groepen als ouders en hulpverleners bij. Het organisatorisch niveau is de derde groep en betreft managers, directeuren, etc. Het vierde niveau wordt gevormd door het community- of lokaal niveau en omvat opinieleiders of medewerkers van lokale kranten. Het laatste niveau is het politieke- en samenlevingsniveau, dit niveau betreft onder meer politici en besturen van vakbonden. Uiteindelijk gaat het allemaal om de gezondheid van de eerste doelgroep: de mensen die een risico lopen of patiënt zijn. Vaak zijn het echter anderen die een bepaalde mate van controle hebben over de omgevingscondities en zijn daarom medeverantwoordelijk voor de gezondheid van de eerste doelgroep. Kort gezegd wordt het belang van de omgeving, de beslissers én het belang van de verschillende soorten interventies benadrukt. Een combinatie van voorlichting, voorziening en wet- en regelgeving heeft de grootste kans van slagen. Functionarissen die als werk hebben om gezondheidsbevordering te waarborgen heten gezondheidsbevorderaars, oftewel GB'ers

Hoe bereiken we gezondheidsbevordering door middel van het planmatige model?

Door de ontwikkeling van het PRECEDE/PROCEED model (Predisposing, Reinforcing, and Enabling Constructs in Educational Diagnosis and Evaluation PRECEDE; Policy, Regulatory, and Organizational Constructs in Educational and Ecological Development PROCEED) is er een sterke verbetering tot stand gekomen op het gebied van planmatigheid. Alle doelen, middelen en niveaus van gezondheidsbevordering worden door dit planningsmodel omvat. In dit model wordt de nadruk gelegd op de beginsituatie. Deze wordt omschreven in termen van: gezond en ongezond gedrag, de kwaliteit van leven, de gezondheid en de determinanten van gedrag. Het vaststellen van de prioriteiten en doelstellingen van interventies voor gezond gedrag worden gestuurd door de analyse van de beginsituatie. Verder is er in dit model veel aandacht voor evaluatie en implementatie. Het protocol Intervention Mapping biedt een volgende belangrijke vooruitgang. Dit beslissingsprotocol biedt namelijk richtlijnen en werkdocumenten om stapsgewijs - op basis van wetenschappelijk bewijs en theorie - interventies te ontwikkelen en te implementeren.

Het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering is sterk geïnspireerd door - en gebaseerd op - inzichten verkregen door middel van de PRECEDE/PROCEED en Intervention Mapping modellen. Het model integreert de belangrijkste planningsmodellen en vereist een deductieve werkwijze. Hierbij worden de uitkomsten teruggevoerd op oorzaken en oplossingen in de vorm van voornamelijk gezondheidsbevorderende activiteiten. Het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering bestaat uit de volgende zes stappen:

  • De eerste stap in het model is de analyse van de volksgezondheid. In deze stap wordt de vraag gesteld wat belangrijke gezondheidsproblemen zijn waarmee een doelgroep te kampen heeft. Het is hierbij belangrijk om ook naar andere factoren te kijken, zoals de kwaliteit van leven, eventuele armoede, geweld etc.
  • De tweede stap die doorlopen moet worden is de analyse van gedrag. In deze stap wordt bekeken welk gedrag bijdraagt aan - of een oorzaak is van - een bepaald gezondheidsprobleem. Het is hierbij vooral van belang om vast te stellen wat het effect van dit gedrag is, dus het belang en de plaats van het gedrag.
  • De derde stap betreft de analyse van de determinanten van gedrag. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen persoonlijke determinanten - zoals kennis, houding, risico waarneming en eigen-effectiviteitsverwachting - en omgevingsdeterminanten - zoals sociale steun en onvoorziene barrières.
  • De vierde stap vormt de fase van interventieontwikkeling waarin het Intervention Mapping protocol centraal staat. De inzichten uit de vorige fasen worden gebruikt om een interventie te maken die het gedrag poogt te veranderen of de determinanten van dat gedrag verandert.
  • De vijfde stap is die van interventie-implementatie (interventie zoals bedoeld) en disseminatie (verspreiding). Hier moet zorgvuldig mee omgegaan worden omdat het van belang is dat dit op het juiste tijdstip en op de juiste manier gebeurt.
  • De zesde stap betreft de evaluatie. Zowel het resultaat (de effectevaluatie) als de uitvoering volgens de planning (procesevaluatie) worden hier geëvalueerd.

In de praktijk worden vaak niet alle stappen in deze volgorde doorlopen. Zo staat er vaak al een bepaald gezondheidsprobleem centraal. Als dit het geval is, wordt er in de eerste stappen voornamelijk een uitgebreide analyse gedaan van het probleem en de risicogedragingen. Interventies gericht op de bevordering van gezond gedrag zijn vaak complex. Dit komt doordat deze interventies pogen om persoonlijke- en omgevingsdeterminanten positief te beïnvloeden bij verschillende doelgroepen. Om die reden wordt bij voorkeur een hele gemeenschap of community betrokken bij de beïnvloeding van gezond gedrag. Over dit onderwerp wordt verder uitgeweid in een later hoofdstuk.

Wat zijn de valkuilen in het proces van gezondheidsvoorlichting?

Het model moet worden gezien als een soort checklist die je helpt om bepaalde vragen te stellen op het juiste moment met als doel om stapsgewijs tot de juiste beslissingen te komen. Een aantal veel voorkomende valkuilen die vermeden kunnen worden met het model worden hieronder weergegeven. De eerste valkuil is dat er een voorlichtingsprogramma wordt ontwikkeld voor een niet bestaand probleem. Het is van groot belang om de ernst, omvang en frequentie van een probleem na te gaan. Een tweede valkuil is dat men zich richt op het verkeerde gedrag. Bijvoorbeeld wanneer de relatie tussen bepaald gedrag en een probleem onbekend of onzeker is. De derde valkuil betreft het vaststellen van een verkeerde mate van belang voor een gedragsdeterminant. Hiermee wordt bedoeld dat de onderzoeker een onjuiste mate van belang toekent aan een bepaalde determinant, terwijl deze voor de doelgroep zelf niet van belang zijn. De vierde valkuil is dat er een verkeerde interventie wordt ontwikkeld. Hiervan is sprake van wanneer er een verkeerd 'middel' gebruikt wordt, bijvoorbeeld als er voorlichting gegeven wordt terwijl het beschikbaar maken van bepaalde voorzieningen of regelgeving doeltreffender is. De vijfde valkuil is het verkeerd implementeren van gezondheidsvoorlichting, dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden wanneer er te weinig aandacht voor de implementatie is geweest of de uitvoerders niet net zo enthousiast zijn als de ontwikkelaars. De laatste valkuil die kan optreden betreft de evaluatie, hiervan is sprake wanneer gekozen is voor een verkeerd evaluatie-niveau, namelijk een te hoog of te laag niveau.

Welke gereedschappen voor planmatige gezondheidsvoorlichting zijn er en wat is het belang van theorie daarbij?

Als er tijdens het proces een vraag naar boven komt door het planningsmodel, kan voor de beantwoording van deze vraag gebruik gemaakt worden van een aantal ‘gereedschappen’. Voorbeelden hiervan zijn: theorieën over gedrag en gedragsverandering, literatuur en aanvullend onderzoek. De procedure die hierbij wordt doorlopen is als volgt. Als eerste wordt zorgvuldig een vraagstelling gedefinieerd. Als tweede wordt er gebrainstormd over mogelijke voorlopige antwoorden of oplossingen, dat wil zeggen dat de direct beschikbare kennis wordt geïnventariseerd. Voorlopige antwoorden die hieruit naar voren komen moeten echter wel in de vervolgstappen gecontroleerd worden omdat deze erg afhankelijk kunnen zijn van de geraadpleegde experts. De derde stap is de stap van 'desk research'. Dit houdt in dat er gezocht wordt naar literatuur, statistieken of andere informatie die de vraag kan helpen beantwoorden. Dit kan zowel direct, als indirect. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld systematische reviews (systematische inventarisatie van wetenschappelijke literatuur over een onderwerp) of narrative reviews (samenvattingen van literatuur die op een niet systematische of onbekende manier gezocht of geselecteerd zijn) worden gebruikt. Ook meta-analyses kun je hiervoor gebruiken. In meta-analyses worden de gevonden resultaten van verschillende bestaande losse onderzoeken gezamenlijk geïnterpreteerd. De vierde stap betreft het zoeken van empirisch ondersteunde theorieën die ook weer direct of indirect de vraag kunnen beantwoorden. Het doen van aanvullend onderzoek is de vijfde stap in de procedure om een vraag te beantwoorden. De zesde en laatste stap is het afleiden van antwoorden uit: literatuuronderzoeken, theoretische inzichten en aanvullende onderzoeksgegevens. Deze worden toegepast in een of meer van de verschillende fasen van de interventie (ontwikkeling, uitvoering, evaluatie). Het is van belang om de subjectieve sociale norm en de eigen-effectiviteitsverwachting te bestuderen.

Welke rol speelt ethiek bij gezondheidsbevordering?

Ethiek is het op een systematische manier nadenken over normen en waarden met betrekking tot menselijk handelen. Het gaat over verantwoordelijk handelen en het afleggen van verantwoording aan anderen. Het is belangrijk om hierover na te denken omdat gezondheidsvoorlichting bepaalde negatieve neveneffecten kan hebben, zoals het aanwakkeren van stigmatisering en schuld- of angstgevoelens. Deze schuld of angst gevoelens kunnen ontstaan wanneer mensen zich bewust gemaakt worden van hun slechte of ongezonde gewoontes, maar hier zelf geen verandering in aan kunnen brengen. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor hun kwaliteit van leven. Het is bekend dat gezondheidsvoorlichting het grootste effect heeft op hoger opgeleiden, maar dat dit effect minder is bij bijvoorbeeld minderheidsgroepen. Het voorlichtings advies kan gemakkelijker toegepast worden door mensen die de financiële middelen ter beschikking hebben om gezonde keuzes te maken. De gezondheidsinterventies die ingezet worden zijn bijna altijd gekozen op basis van hun effectiviteit, dit word door Buchanan (2006) het 'medische model' genoemd. Hier tegenover zet Buchanan (2006) het 'hoger onderwijs model'. In dit model zouden interventies gericht zijn op het aanbieden van informatie aan mensen, zodat deze mensen een autonome keuze kunnen moeten kunnen maken op basis van juiste informatie. Autonomie is hier de vrijheid van ieder individu om te leven zoals diegene dat zelf wil. Het is echter niet geheel duidelijk welke soort gezondheidsvoorlichting het maken van een autonome keuze stimuleert. Daarnaast zijn er nog mensen die niet autonoom kunnen functioneren. In deze situatie vindt men het goed dat er wordt ingegrepen in de autonomie van een persoon, omdat dit in het belang is van de betreffende persoon. Ook hierbij kan de vraag gesteld worden waar de grens ligt. Op het moment betreft dit enkel mensen met een verslaving, maar hoe zit dit bijvoorbeeld bij een nieuwe obesitasepidemie? Idealiter zou gezondheidsvoorlichting gericht moeten zijn op het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, door ze te motiveren en ze in staat te stellen om hun eigen gedrag te veranderen.

Wat houdt het werk van een GB'er in?

Een gezondheidsbevorderaar - oftewel een GB'er - heeft de taak om op planmatige wijze een interventie te ontwikkelen. Tegenwoordig zijn er strenge richtlijnen gesteld aan het werk van een GB'er. Een nieuw bedachte interventie moet bijvoorbeeld eerst worden goedgekeurd door een (medisch-)ethische toetsingscommissie. Daarnaast dienen ouders of verzorgers een informed consent te tekenen. Er bestaan verschillende wetten waar de GB'er rekening mee moet houden tijdens de uitvoering van zijn of haar werk. De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) garandeert de rechtsbescherming van zieke en gezonde proefpersonen die deelnemen aan de nieuwe interventie. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de gedragscode persoonsgegevens biedt richtlijnen die ertoe dienen om de privégegevens van proefpersonen te beschermen. Als laatste is er de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening, deze beschrijft de principes van goed wetenschappelijk onderzoek.

Hoe analyseren we de volksgezondheid? - Chapter 2
Hoe analyseren we het gedrag van de bevolking? - Chapter 3
Wat zijn determinanten van het gedrag van de bevolking? - Chapter 4
Hoe worden interventies ontwikkeld? - Chapter 5
Welke theorieën en methodieken van verandering zijn er? - Chapter 6
Hoe worden effectieve interventies geïmplementeerd in de praktijk? - Chapter 7
Wat houdt de communitybenadering in gezondheidsvoorlichting in? - Chapter 8
Hoe worden interventies geëvalueerd? - Chapter 9
Op welke manier is opvoeding een determinant van overgewicht bij kinderen? - Chapter 10
Wat is de planmatige ontwikkeling achter een advies op maat? - Chapter 11
Hoe zorgen we dat mensen stoppen met roken? - Chapter 12
Hoe werkt de preventiemethode Alles Onder Controle? - Chapter 13
Samenvattingen en studiehulp bij Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak van Brug et al. - Boektool
JoHo nieuwsupdates voor inspiratie, motivatie en nieuwe ervaringen: winter 23/24

Projecten, Studiehulp en tools:

  • Contentietools: wie in deze dagen verwonderd om zich heen kijkt kan wellicht terecht op de pagina's over tolerantie en verdraagzaamheid en over empathie en begrip, mocht dat niet voldoende helpen check dan eens de pagina over het omgaan met stress of neem de vluchtroute via activiteit en avontuur in het buitenland.
  • Competentietools: voor meer werkplezier en energie en voor betere prestaties tijdens studie of werk kan je gebruik maken van de pagina's voor vaardigheden en competenties.
  • Samenvattingen: de studiehulp voor Rechten & Juridische opleidingen is sinds de zomer van 2023 volledig te vinden op JoHo WorldSupporter.org. Voor de studies Pedagogiek en Psychologie kan je ook in 2024 nog op JoHo.org terecht.
  • Projecten: sinds het begin van 2023 is Bless the Children, samen met JoHo, weer begonnen om de slum tours nieuw leven in te blazen na de langdurige coronastop. Inmiddels draaien de sloppentours weer volop en worden er weer nieuwe tourmoeders uit deze sloppen opgeleid om de tours te gaan leiden. In het najaar van 2023 is ook een aantal grote dozen met JoHo reiskringloop materialen naar de Filipijnen verscheept. Bless the Children heeft daarmee in het net geopende kantoortje in Baseco, waar de sloppentour eindigt, een weggeef- en kringloopwinkel geopend.

Vacatures, Verzekeringe en vertrek naar buitenland:

World of JoHo:

  • Leiden: de verbouwing van het Leidse JoHo pand loopt lichte vertraging op, maar nadert het einde. Naar verwachting zullen eind februari de deuren weer geopend kunnen worden.
  • Den Haag: aangezien het monumentale JoHo pand in Den Haag door de gemeente noodgedwongen wordt afgebroken en herbouwd, zal JoHo gedurende die periode gehuisvest zijn in de Leidse vestiging.
  • Medewerkers: met name op het gebied van studiehulpcoördinatie, internationale samenwerking en internationale verzekeringen wordt nog gezocht naar versterking!

Nieuws en jaaroverzicht 2023 -2024

  

  

Tentamens en tests

TentamenTests per hoofdstuk bij de 9e druk van Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: Een planmatige aanpak van Brug et al. - Bundel

   

    

   

Samenvattingen en studiehulp per gerelateerde opleiding

  

 

JoHo: crossroads uit de bundels