Validity of adult retrospective reports of adverse childhood experiences: review of the evidence - Hardt, Rutter (2004) - Artikel


Retrospectieve herinneringen kunnen gebruikt worden om een bepaalde kwestie te controleren, bijvoorbeeld bij kindermishandeling. Daarom wordt dit ook wel een case-controle design genoemd. Echter de vraag rijst of deze methode valide en vrij van bias is. Bias betekent dat er een vertekening plaatsvind in de resultaten.

Longitudinaal versus retrospectief

De mogelijke onbetrouwbaarheide van retrospectieve herinnering komt door vijf problemen:

  1. Er wordt een bepaalde hoeveelheid vergeten. Deze hoeveelheid wordt beïnvloed door wat er na de ervaring gebeurt is.

  2. Mensen hebben de neiging om betekenis te zoeken in herinneringen. Hierbij geldt dat mensen beter kunnen herinneren of een gebeurtenis heeft plaatsgevonden dan wanneer dit gebeurde. Hierdoor kunnen gebeurtenissen die na de ervaring hebben plaatsgevonden, herinnerd worden alsof het voor de ervaring gebeurde.

  3. Mensen kunnen zich alleen herinneringen wat zij bewust hebben meegemaakt.

  4. Er kan sprake zijn van infantiele amnesie. Dit betekent dat mensen zich weinig kunnen herinneringen van de eerste drie jaar van hun leven.

  5. Bij het oproepen van herinneringen tijdens het onderzoek kunnen deze beïnvloed worden door hun humeur op dat moment.

Retrospectief onderzoeken hebben enkele beperkingen bij onderzoeken van causale relaties. Ten eerste wordt bij cross-sectionele onderzoeken, die gebruik maken van retrospectief onderzoek, gekeken naar verschillen en veranderingen tussen groepen in tegenstelling tot onderzoek binnen individuen. Onderzoek binnen individuen geeft een sterkere aanwijzing voor causale relaties. Ook heb je last van bias binnen onderzoeken tussen groepen vanwege mensen die niet mee willen werken of waarmee je geen contact kunt krijgen, er kunnen maar beperkte uitkomsten worden vastgelegd en de controle groep wordt pas gevormd bij het respectieve onderzoek en niet rond de tijd dat de ervaring zich voordeed.

Er zijn drie voordelen van retrospectief onderzoek:

  1. Het is makkelijk om een steekproef samen te stellen.
  2. De kosten zijn laag
  3. Dit kan snel gedaan worden, omdat er gebruik gemaakt kan worden van volwassenen. Je hoeft niet te wachten tot kinderen opgroeien.

Daarnaast is er longitudinaal onderzoek. Dit type onderzoek heeft vijf voordelen:

  1. Er kan naar veranderingen binnen individuen gekeken worden.

  2. Het gebruik van meerdere meetmomenten helpt bij het invullen van de tijd die er tussen zit.

  3. Sociale selectie en sociale causatie kunnen tegenover elkaar gezet worden.

  4. De effecten van een individu op de omgeving kunnen los gezien worden van effecten van de omgeving op een individu.

  5. De attrition bias kan onderzocht worden. Dit is een systematische fout die ontstaat doordat mensen stoppen met het onderzoek.

Het longitudinaal onderzoeken heeft ook vijf beperkingen. Ten eerste worden verborgen ervaringen, zoals seksueel misbruik, vaak niet op het moment van onderzoek in de jeugd gevonden. Daarnaast moet er vaak gebruik gemaakt worden van verouderde methodes wanneer opnieuw onderzoek gedaan wordt op volwassenleeftijd. Door de tijd die tussen deze leeftijd en de jeugd zit, kunnen concepten van bijvoorbeeld kindermishandeling verouderen, waardoor ook de methode verouderd is. Ten derde is er bij langdurig onderzoek veel uitval door verhuizingen of mensen die niet meer mee willen doen. Als laatste is longitudinaal onderzoek duur om uit te voeren.

Meetmoeilijkheden

Er zijn vier manieren om de validiteit van retrospectief onderzoeken te beoordelen:

  1. Het vergelijken van retrospectieve rapporten met officiële rapporten uit de jeugd.
  2. Het vergelijken van retrospectieve rapporten met ouderrapporten uit de jeugd.
  3. De mate van overeenstemming tussen twee broers of zussen over een bepaalde gebeurtenis.
  4. De verschillen onderzoeken tussen retrospectief en prospectief onderzoek op het gebied van correlaties en resultaten.

Bij het vergelijken van rapporten door de ouders en rapporten door de volwassen kinderen, dan is er een probleem, namelijk dat de rapporten opgesteld zijn door twee verschillende personen. Uit meerdere onderzoek blijkt dat er weinig overeenstemming tussen beide is. Bij onderzoek tussen broers en zussen wordt daarentegen een hoge mate van overeenstemming gevonden. Echter is dit misleidend als beide kinderen mishandelt zijn en de mishandeling onderdeel uitmaakte van het gezin. Overeenstemming komt dan eerder doordat kinderen hetzelfde over hun gezin denken, dan dat zij beide zich hetzelfde voorval kunnen herinneren. Daarnaast kunnen valse positieven in onderzoek niet onderzocht worden, omdat er een gebrek is aan een groep die niet mishandeld is. Valse positieven kunnen niet allen komen doordat mensen fouten maken bij het herinneren, maar ook doordat in de jeugd de mishandeling niet opgemerkt en gerapporteerd is. Als laatste is de manier waarop vragen bij retrospectief onderzoek gesteld worden van invloed op de antwoorden die gegeven worden. Interviews zijn vaker valide dan vragenlijsten. Echter zijn vragenlijsten anoniem, waardoor er geen sprake is van sociaal wenselijke antwoorden.

Doel van de review

In dit onderzoek wordt validiteit onderzocht van retrospectief onderzoek naar vier verschillende jeugdervaringen, namelijk seksueel misbruik, fysieke mishandeling of fysieke straffen, fysieke en emotionele verwaarlozing en conflicten binnen het gezin.

Methode

Door middel van literatuuronderzoek zijn relevante studies opgespoord. Deze onderzoeken moesten gebruik maken van kwantitatieve metingen bij meer dan 40 deelnemers. Daarnaast moest er een vergelijking gemaakt kunnen worden. In totaal bleven er zes studies over.

Resultaten

Vergelijking officiële rapporten en retrospectieve herinnering

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat ongeveer twee derde van de deelnemers het voorval kon herinneren tegenover een derde. Daarnaast noemde een derde andere incidenten van seksueel misbruik, dan die officieel gerapporteerd was.

Ervaringen met mishandeling in de vroege jeugd werden minder vaak herinnerd dan ervaringen van dezelfde persoon op een later tijdstip. Minder mannen dan vrouwen konden zich het voorval van seksueel misbruik herinneren. Uit onderzoeken naar fysieke mishandeling blijkt dat gerapporteerde kinderen ook vaker medische aandacht nodig hadden naar aanleiding van mishandeling en vaker opgenomen waren in het ziekenhuis. Het herinneren werd in dit onderzoek niet beïnvloed door het feit dat het kind ouder of jonger dan vijf jaar oud was.

Bij onderzoek naar verwaarlozing waren er van de 1196 deelnemers 480 officiële rapporten over verwaarlozing en 380 deelnemers gaven aan in het verleden verwaarloosd te zijn. Er is niet bekend in hoeverre rapporten en herinneringen met elkaar overeenstemmen.

Onderzoek naar meerdere soorten mishandeling gaf aan dat er mensen waren die aangeven mishandeld te zijn, terwijl in veel gevallen dit niet bevestigd kon worden met behulp van officiële rapporten. Tegelijkertijd waren er officiële rapporten die niet bevestigd werden door zelfrapportage van de deelnemers. In deze zelfrapportage werd fysieke mishandeling het meest gerapporteerd. Echter uit officiële rapporten bleek dat verwaarlozing het meest voorkwam.

Er blijkt dat rapporten over fysieke en seksuele mishandeling overeenkomen met de hoeveelheid zelfrapportage. Echter wordt verwaarlozing minder gerapporteerd, dan genoemd wordt in officiële rapporten. Daarnaast is de gezondheid van de individuen ook van invloed op de zelfrapportage. Volwassenen die gezond waren, ontkende eerder de mishandeling die vastgelegd was in rapporten, terwijl minder gezonde individuen het misbruik over rapporteerden.

Vergelijking van ouderrapporten en retrospectieve herinneringen door volwassen kinderen

Er zijn lage overeenstemmingen gevonden tussen rapportage door volwassen kinderen en hun ouders of therapeuten. Daarnaast is ook de overeenstemming tussen vaders en moeders laag. Ouders waren niet consistent in hun rapportage over de opvoeding en over schadelijke ervaringen voor het kind.

Bij een longitudinaal onderzoek naar risico- en algemene populaties bleek dat in eerste instantie in 20 procent van de gevallen negativiteit binnen het gezin gerapporteerd werd. Op latere leeftijd werd er minder negativiteit gerapporteerd. Bij rapportage over veel negativiteit in het gezin waren er veel valse positieven.

De correlatie tussen eerdere en latere rapportage blijkt groter te zijn als rapportage door dezelfde persoon gebeurd in plaats van door twee verschillende personen.

Retrospectieve bevestiging van broers of zussen

Bij onderzoek naar overeenstemming tussen zussen over seksueel misbruik bleek dat slecht in de helft van de gevallen dit bevestigd werd. Daarbij was de overeenstemming hoger voor fysiek misbruik dan voor verwaarlozing. Dit werd echter bepaald doordat de zuster dezelfde ervaringen hadden. In deze gevallen hadden zussen moeite om hun eigen ervaringen te scheiden van die van hun zus.

Overeenstemming tussen psychiatrische patiënten en een broer of zus die geen psychische problemen had, was groter dan kans. Verschillen in overeenstemming konden verklaard worden door verschillen in familieproblemen.

Bias in associaties gebaseerd op retrospectieve herinneringen

Slecht een deel van de gevallen met mishandeling worden vastgelegd in officiële rapporten. Hierdoor hoeft zelfrapportage van mishandeling die niet per se een valse positief te zijn. Tegelijkertijd hoeft ontkenning niet een vals negatief te betekenen. Echter is de vraag of ontkenning lijdt tot bias. Met betrekking tot seksueel misbruik en alcohol misbruik of zelfmoordpogingen was dit niet het geval, maar wel tussen seksueel misbruik en depressie of pijn op volwassen leeftijd. Er lijkt dus sprake te zijn van bias in retrospectieve herinneringen. Hetzelfde geld voor onderzoeken naar verwaarlozing.

Daarnaast blijkt dat het sociaal functioneren van invloed is op het rapporteren van mishandeling. Individuen die slechter functioneerde rapporteerde meer negativiteit dan vastgesteld kon worden uit eerdere rapportage. Daarentegen ontkende goed functionerende individuen de mishandeling eerder.

Tussen de rapportage over risicofactoren door officiële rapporten of zelfrapportage waren zowel verschillen als overeenkomsten. Deze verschillende en overeenkomstige risicofactoren kun je vinden op bladzijde 267 van Hardt en Rutter (2004).

Tijdelijke stabiliteit van retrospectieve herinnering

Onderzoek naar overeenstemming over misbruik tussen twee momenten met behulp van retrospectief onderzoek werd in vier studies gedaan. In het eerste onderzoek was overeenstemming tussen de twee momenten gemiddeld. Als individuen aangaven te zijn misbruikt, dan was de consistentie laag. Tegelijkertijd was de consistentie hoog als individuen aangaven niet te zijn misbruikt. Inconsistenties waren niet gerelateerd aan de psychiatrische toestand of leeftijd van het individu. Er was dus een grote kans op valse negatieve en weinig kan op valse positieven. Uit dit onderzoek bleken drie implicaties. Ten eerste komen fouten in herinneringen zowel voor in de adolescentie als op volwassen leeftijd. Foute rapportage komt dus niet door verlies van herinnering uit de kindertijd. Ten tweede kunnen deze fouten van invloed zijn op de prevalentie van mishandeling. Daarnaast heeft dit effect op het onderzoek naar de invloed van psychopathologie als gevolg van de mishandeling.

In het tweede onderzoek werd consistentie over de dood van een ouder of scheiding van de ouder onderzocht tussen twee momenten. Er was stabiliteit met betrekking tot beiden, echter niet over andere vormen van tijdelijke scheidingen tussen ouders. Dit werd niet beïnvloed door psychopathologische kenmerken.

In een ander onderzoek werd gekeken of er consistentie was over bij wie kinderen hadden gewoond. Wanneer dit bij de eigen ouders waren, dan was de consistentie hoog. Echter in het geval dat het kind bij iemand anders woonde, dan gaf 30 procent een ander antwoord in het tweede interview. Dit verschil was niet te wijden aan sociale wenselijkheid.

Onderzoek naar de Parental Bonding Inventory (PBI) wees uit dat er een hoge consistentie was op het moment zelf, zes maanden later en tien maanden later. Dit werd slechts gedeeltelijk beïnvloed door het humeur dat de deelnemer op dat moment had.

Effecten van humeur op retrospectieve herinnering van gevaarlijke ervaringen

Het hebben van een depressie zorgt ervoor dat mensen meer negatieve ervaringen herinneren en minder positieve. Echter heeft dit maar een klein effect op het terughalen van herinneringen. Daarnaast blijkt dat mensen met een depressie herinneringen van het verleden overgeneraliseren, zelfs na het einde van de depressie. Toch zijn maar weinig andere onderzoeken gedaan naar de invloed van humeur.

Vals en teruggekregen herinneringen

De vraag is of retrospectieve herinneringen over misbruik mogelijk niet waar zijn. Psychologische therapie kan er namelijk voor zorgen dat mensen zich meer herinneren van misbruik dan voor de therapie. Daarnaast ontkent twee derde van individuen waarvan bekend is dat zij misbruikt zijn, dat zij misbruikt zijn. Dit kan komen doordat mensen het vergeten zijn, het actief onderdrukken of omdat het niet in officiële rapporten is vastgelegd. Echter is niet bekend hoe vaak dit het geval is. Daarnaast rijst de vraag of er andere factoren zijn die ervoor kunnen zorgen dat mensen herinneringen vormen over misbruik dat nooit heeft plaatsgevonden.

Infantiele amnesie

Veel volwassenen hebben geen concrete herinneringen van gebeurtenissen in de eerste twee jaar van hun leven. Dit geldt zowel voor gewone als ongewone gebeurtenissen. Dit komt niet doordat deze ervaringen niet opgeslagen worden, maar doordat de ervaringen anders opgeslagen worden dan ervaringen op latere leeftijd. Hierdoor is het moeilijker om deze herinneringen terug te halen. Mogelijk speelt de toenemende rol van taal hierbij een rol.

Methodes om data te verzamelen

Om verschil in het gebruik van methodes te onderzoeken, zijn verschillende methodes met elkaar vergeleken. Er is niet duidelijk geworden of interviews beter zijn dan vragenlijst of andersom, maar het blijft belangrijk om definities goed te definiëren en specifiek vragen te stellen. Daarnaast kunnen meerdere vragen over een bepaald onderwerp gesteld worden ter controle. Ook statistische methodes kunnen hierbij helpen.

Discussie

Er zijn enkele methodologische problemen die meespelen bij het bepalen van de validiteit van retrospectief onderzoek. Vergelijking tussen retrospectief onderzoek en eerdere rapportage lijkt de beste keuze, maar hier wordt vaak gebruik gemaakt van verschillende informanten. Daarnaast worden niet alle ervaringen gemeten. In vergelijking met officiële rapporten is het een nadeel dat slechts een deel van de gevallen van mishandeling worden vastgelegd. Ook zorgt onderzoek naar niet-klinische groepen vaker voor valide resultaten.

De overeenstemming tussen broers en zussen wordt bepaald door het feit dat zij dezelfde ervaringen hebben meegemaakt. Hierdoor kan weinig gezegd worden over de validiteit.

Het rapporteren van ervaringen is daarnaast afhankelijk van wat het individu verteld is door andere personen.

Ondanks deze beperkingen kan niet gesteld worden dat er geen gebruik gemaakt zou moeten worden van retrospectieve methodes. In de meeste gevallen is misbruik inderdaad voorgekomen als individuen dit aangeven. Toch ontkent een derde het misbruik. Hierdoor kan een onderschatting van de incidentie van mishandeling of verwaarlozing ontstaan. Het totale aantal kan niet gebruikt worden om de totale incidentie van mishandeling te berekenen omdat er geen rekening gehouden wordt met het effect dat psychopathologie en het functioneren kunnen hebben. Echter is wel gebleken dat humeur nauwelijks van invloed is. Weinig onderzoek heeft zich gericht op de invloeden op het terughalen van herinneringen.

Geconcludeerd kan worden dat retrospectief onderzoek voldoende valide zijn om gebruikt te worden wanneer operationalisatie voldoende is. Herinneringen van ervaringen waarbij veel interpretatie mogelijk is, veel details van de ervaringen gevraagd worden of gekeken wordt naar de volgorde van ervaringen, zijn minder betrouwbaar.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.