Hoe zit het faillissementsrecht in elkaar, en welke onderdelen kan je bestuderen?


Wat zijn schuldeisers en schuldenaren?

  • Het recht gaat er onder andere van uit dat:
    • schuldeisers zich kunnen verhalen op alle goederen van hun schuldenaar (art. 3:276);
    • schuldeisers bij verhaal onderling een gelijke rang hebben (art. 3:277);
    • behalve voor zover de wet een recht van voorrang erkent (art. 3:277);
    • die bijvoorbeeld voortvloeit uit pand, hypotheek, voorrechten en dergelijke (art. 3:278).
  • Schuldeisers zijn vrij om vorderingen te incasseren. Schuldenaren zij vrij om zelf te bepalen in welke volgorde zij schulden voldoen. Dit systeem werkt goed, zolang schuldenaren kunnen voldoen aan al hun verplichtingen. Zodra schuldenaren niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen ontstaan er problemen. Er ontstaat een feitelijk en juridische chaotische situatie.

Wat is een insolventieprocedure?

  • Om deze chaotische situaties te voorkomen zijn er insolventieprocedures opgesteld. Bij insolventieprocedures gaat het om een gezamenlijk optreden ten behoeve van alle schuldeisers, ook wel concursus creditorum genoemd. Hierbij staat de gelijkheid van alle schuldeisers centraal, ook wel paritas creditorum genoemd. Dat betekent dat alle schuldeisers met gelijke rang ook gelijk worden behandeld.
  • In de Faillissementswet (Fw) zijn drie insolventieprocedures geregeld:
    • Bij faillissement wordt de schuldenaar die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van één of meer zijner schuldeisers bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard (art. 1 lid 1, artikelen zonder nadere aanduiding verwijzen naar de Fw). De rechtbank stelt een curator aan die is belast met het beheer en de vereffening van het vermogen van de gefailleerde schuldenaar. Een rechter-commissaris houdt toezicht op de curator. Faillissement is gericht op vereffening van het vermogen ten behoeve van alle schuldeisers.
    • Bij surseance van betaling vraagt de schuldenaar die voorziet dat hij zijn opeisbare schulden niet kan betalen uitstel van betaling aan (art. 214). De rechtbank benoemt een bewindvoerder, die samen met de schuldenaar het beheer over zijn vermogen voert. Een rechter-commissaris houdt toezicht op de bewindvoerder. Indien de surseance illusoir blijkt, wordt de surseance vaak alsnog omgezet in faillissement (art. 242).
    • De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen is als Titel III aan de wet toegevoegd. De rechtbank benoemt een bewindvoerder, die wordt belast met het beheer en de vereffening van het vermogen van de schuldenaar, wederom onder toezicht van een rechter-commissaris.
  • Indien het schuldsaneringstraject succesvol wordt doorlopen, verkrijgt de schuldenaar aan het einde daarvan een ‘schone lei’: de restantvorderingen van de schuldeisers (die niet uit het vermogen van de schuldenaar konden worden voldaan) zijn niet langer afdwingbaar. Deze schulden zijn natuurlijke verbintenissen geworden; bij faillissement geldt dat niet.

Wat is faillietverklaring?

  • Iedere schuldenaar die verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen kan bij rechterlijk vonnis failliet worden verklaard. De faillietverklaring wordt uitgesproken op verzoek van de schuldenaar, één of meer schuldeisers of op vordering van het Openbaar Ministerie om redenen van het openbaar belang.
  • Voor de faillietverklaring is vereist dat summierlijk blijkt van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Bij een eigen verzoek moet daarnaast summierlijk blijk zijn van vorderingsrecht.

Wat zijn de gevolgen van faillietverklaring?

  • De meeste gevolgen van de faillietverklaring zijn geregeld in de tweede afdeling van de Fw. Het BW kent echter vele bepalingen over de gevolgen van de faillietverklaring.
  • Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft (art. 20). Bij het gehele vermogen gaat het om alle zaken en vermogensrechten die te gelde kunnen worden gemaakt, dus alle activa van de gefailleerde. Bij hetgeen de schuldenaar gedurende het faillissement verwerft gaat het om vermogensgroei door schenkingen, erfenissen, loterijen en werkzaamheden van de gefailleerde. Binnen art. 20 moet het vermogen in de meest ruime zin worden opgevat.
  • Het faillissement omvat ook alle goederen die in de gemeenschap vallen. Hierbij gaat het om de gemeenschap van echtgenoten of geregistreerde partners (art. 22).
  • Zaken die de gefailleerde onder zich heeft, maar waar hij geen eigenaar van is vallen buiten het faillissement. Die zaken behoren immers niet tot het vermogen van de gefailleerde. De familierechten van de gefailleerde blijven buiten het faillissement.
  • Op het uitgangspunt dat het faillissement het gehele vermogen en wat de gefailleerde verwerft omvat bestaan een aantal uitzonderingen (art. 21 en 22a). Bij die uitzonderingen gaat het bijvoorbeeld om:
    • goederen waarop geen beslag kan worden gelegd;
    • loon;
    • gelden die aan de gefailleerde worden verstrekt ter voldoening aan een wettelijke; onderhoudsplicht
    • opbrengsten uit vruchtgenot;
    • goederen onder bewind;
    • Lijfrentespaarrekening;
    • Gereserveerde uitdelingen;
    • Recht van gebruik en woning;
    • Hoogstpersoonlijke rechten.
  • Voor levensverzekeringen geldt een speciale regeling. Bij die verzekeringen vallen buiten de boedel:
    • het recht op het doen afkopen van de verzekering voor zover de begunstigde of de verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt;
    • het recht om de begunstiging te wijzigen, tenzij de wijziging geschiedt ten behoeve van de boedel en de begunstigde of de verzekeringnemer daardoor niet onredelijk benadeeld wordt;
    • Het recht om de verzekering te belenen (art. 22a).
    • De curator kan de verzekering alleen overdragen met schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer. Daarnaast heeft hij toestemming nodig van de rechter-commissaris voor het afkopen of wijzigen van de begunstiging. De wijziging van de begunstiging door de curator is tijdelijk. Art. 22a lid 4 bepaalt vervolgens hoe er moet worden gehandeld wanneer de begunstiging na de faillietverklaring onherroepelijk wordt.

Wat is vereffening van de boedel?

  • Bij vereffenen gaat het erom dat de curator de baten te gelde maakt en de opbrengst daarvan verdeelt onder de schuldeisers. Als de verwachte opbrengst van de baten groter is dan het totaal van de vorderingen, dan zal de curator volstaan met het te gelde maken van een gedeelte van de baten, zodat alle schuldeisers volledig kunnen worden voldaan.

Bronnen en meer lezen?

JoHo: crossroads via de bundel

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten