Wat is cognitieve psychologie? - Chapter 1

Waar bestaat cognitieve psychologie uit?

Toen cognitieve psychologie net ontstond, stond het bekend als de wetenschappelijke studie naar het verkrijgen, het behouden en het gebruiken van kennis. Cognitieve psychologen beantwoordden vragen zoals 'hoe verkrijgen mensen kennis?' en 'hoe wordt kennis verkregen en later gebruikt?'.

Ook onderwerpen zoals aandacht vasthouden (concentratie) en keuzes maken zijn belangrijk binnen de cognitieve psychologie. Cognitieve psychologie onderzoekt echter niet alleen ons functioneren als intellectuelen - het is veel breder, omdat veel van onze handelingen, gedachten en gevoelens afhankelijk zijn van onze cognitie (kennis). De meeste (en misschien wel alle) ervaringen in de wereld hangen af van de kennis die je hebt. Zelfs voor het begrijpen van een simpel verhaaltje, gebruik je de kennis die je hebt. Dus zelfs activiteiten die niet intellectueel van aard zijn, zijn belangrijk binnen de cognitieve psychologie.

Cognitie of kennis is echter alleen nuttig wanneer deze kennis opgeslagen wordt in het geheugen. Als jij iets leert (kennis vergaard), maar dit later niet kan herinneren, dan heb je niks aan wat je hebt geleerd. Daarom is het geheugen ook een belangrijk onderwerp in de cognitieve psychologie. 

Wat is de cognitieve revolutie?

De moderne vorm van de cognitieve psychologie is ongeveer vijftig jaar oud. Hoewel dit vrij kort is, heeft deze tak van psychologie een enorme invloed gehad, wat ook wel de ‘cognitieve revolutie’ wordt genoemd. Deze revolutie houdt in dat er een nieuwe manier van onderzoek doen werd geïntroduceerd. Deze nieuwe manier van onderzoek doen beïnvloedde ook andere onderzoeksgebieden. 

Er waren twee belangrijke ideeën tijdens de cognitieve revolutie. Het eerste is dat cognitief psychologen stelden dat de menselijke psychologie niet direct kan worden bestudeerd. Het andere idee was dat deze menselijke psychologie wel móet worden bestudeerd, als men gedrag wil begrijpen. 

Introspectie

Vóór de cognitieve revolutie, waren er andere tradities binnen de psychologie. De eerste traditie was die van Wilhelm Wundt en zijn leerling Edward Bradford Titchener. Zij stelden dat psychologie zich vooral moest richten op bewuste mentale gebeurtenissen, zoals gevoelens, gedachten, percepties en herinneringen. Zij stelden ook dat niemand anders dan het individu zelf, zijn of haar mentale processen kon ervaren. Daarom stelden Wundt, Titchener en hun collega's het gebruik van introspectie voor: 'Naar binnen kijken' om de inhoud van mentale gebeurtenissen van individuen te observeren. 

Echter kon niet iedereen zomaar aan introspectie doen, men moest getraind zijn om het te kunnen. Om mensen hier in te trainen, kregen zij een woordenlijst met woorden die gebruikt konden worden om gedachten en gevoelens te beschrijven. Daarnaast werd hen verteld dat het alleen de bedoeling is om objectief te uiten wat zij voelden of dachten, zonder interpretaties.

Deze manier van onderzoek doen was erg populair voor een aantal jaren. Toch waren er wel een aantal problemen met introspectie. Ten eerste zijn mensen zich niet van alle mentale processen, bewust. Mensen kunnen dus onmogelijk alles rapporteren wat er zich mentaal afspeelt. Het gebruik van introspectie als onderzoeksmethode naar mentale processen is dus beperkt. Daarnaast is het niet mogelijk om deze manier van onderzoek doen, wetenschappelijk (empirisch) te noemen. De dingen die mensen zeggen, kunnen namelijk niet worden getest. Een voorbeeld is wanneer iemand stelt dat hij of zij altijd heel erge hoofdpijn heeft, erger dan dat jij ooit hebt gevoeld. Deze uitspraak zou je nooit kunnen testen en daarom is het niet mogelijk om deze bewering te bevestigen of af te wijzen. Voor de wetenschap (het empirisme) is het belangrijk dat de beweringen die mensen maken, getest kunnen worden en daarom werd introspectie voor de wetenschap niet als geldige onderzoeksmethode gezien. 

Het behaviorisme

Op basis van de problemen die er waren met betrekking tot introspectie, werd deze onderzoeksmethode verworpen. In plaats daarvan wilden onderzoekers de nadruk leggen op objectieve data, dus gedrag dat duidelijk te zien was en geobserveerd kon worden. Dit perspectief op onderzoek doen werd het behaviorisme genoemd. De dingen die tot deze objectieve, observeerbare data horen, zijn iemand zijn of haar gedrag. Daarnaast zijn externe stimuli (lawaai, licht) ook te meten en te observeren. Hiermee kan gekeken worden naar hoe gedrag verandert met de tijd. Met behulp van het behaviorisme kan dus ook iemand zijn of haar leergeschiedenis worden bepaald. 

Dingen die niet direct geobserveerd kunnen worden, zoals iemand zijn of haar overtuigingen, wensen, doelen, voorkeuren en ervaringen, horen niet tot het onderzoeksgebied van het behaviorisme. Deze dingen kunnen namelijk alleen met behulp van introspectie worden onderzocht, wat niet meer werd gezien als geschikte methode voor het doen van wetenschappelijk onderzoek.

Het behaviorisme was erg succesvol en leverde veel kennis op, onder andere over hoe gedrag verandert op basis van de stimuli die men krijgt (beloningen, straffen). Echter kwamen psychologen er rond 1950 achter dat veel gedragingen niet konden worden verklaard met behulp van stimuli en gedragingen. Het is namelijk ook belangrijk om te begrijpen hoe mensen tot een bepaalde gedraging zijn gekomen en welke gedachten daarbij van invloed zijn geweest. De stimuli die mensen aangeboden krijgen, moeten namelijk door mensen zelf geïnterpreteerd en begrepen worden, voordat mensen overgaan tot specifiek gedrag. Met behulp van het behaviorisme werd het niet duidelijk wat deze interpretaties waren en kon men dus ook niet de redenen achter mensen hun gedrag onderzoeken. 

Immanuel Kant en de transcendentale methode

De ontdekking dat met behulp van het behaviorisme niet alle gedrag wordt verklaard, bracht moeilijkheden. Dit betekende namelijk dat er meer nodig was om gedrag te onderzoeken. Echter was het gebruik van introspectie ook niet geschikt. Gelukkig kwam Immanuel Kant met een oplossing. Hij stelde het gebruik van een transcendentale methode voor. Dit houdt in dat men eerst observeert wat de effecten en/of consequenties zijn van een proces en zich vervolgens afvraagt: hoe zijn deze effecten tot stand gekomen? In andere woorden, wat zijn de oorzaken voor het ontstaan van dit effect? Deze vragen stellen natuurkundigen zich ook vaak, om zichtbare effecten te verklaren vanuit onzichtbare oorzaken.

Deze methode van Immanuel Kant wordt hedendaags veel gebruikt in de wetenschap. Dit houdt in dat in de psychologie, mentale processen niet direct, maar indirect worden bestudeerd. De beredenering hier achter is dat mentale processen wel onzichtbaar zijn, maar de effecten en/of consequenties (dus het gedrag) wel observeerbaar zijn. Hierbij kan je denken aan accuratesse, fouten en reactietijden. Door deze effecten te onderzoeken, kunnen hypothesen worden opgesteld en getest over wat de mentale processen moeten zijn geweest die hebben geleid tot de specifieke effecten (gedrag).

Het grootste effect dat de cognitieve revolutie heeft gehad op de psychologie is het feit dat onderzoekers nu constant nadenken over wat de beste manier is om naar data te kijken. Dit is een verschil met vóór de cognitieve revolutie, want eerst waren psychologen vooral bezig met het vinden van een verklaring die past bij de data, zonder te kijken naar andere mogelijkheden (andere processen) die dezelfde data kunnen hebben opgeleverd.

Van het behaviorisme naar de cognitieve revolutie

Er zijn meerdere oorzaken voor het ontstaan van de cognitieve revolutie. Ten eerste was het werk van de onderzoeker Edward Tolman, een behaviorist van invloed. Vóór Tolman was het idee in het behaviorisme dat leren betekende dat er verandering in gedrag was. Zonder verandering in gedrag was er volgens hen dus geen sprake van leren. Tolman zei dat dit idee niet juist was. Volgens hem was leren meer abstract en hield het in dat kennis werd verworven. Dit toonde hij aan met behulp van een experiment met ratten. Hij plaatste ratten dagenlang in een doolhof. De eerste 10 dagen kregen ze geen eten. Er was geen sprake van veranderingen in hun gedrag. Volgens de traditionele behavioristen betekende dit dat er dan dus ook geen sprake was van leren. Dit was echter niet juist, want de ratten waren wel degelijk aan het leren: ze leerden het ontwerp van het doolhof. Het bewijs hiervoor was dat toen op de elfde dag eten werd geplaatst ergens in het doolhof, de ratten gelijk naar die locatie renden.

Wat het werk van Tolman aantoonde, was dat de ratten waarschijnlijk een "cognitieve map" maakten van het doolhof. De reden voor dat dit niet zichtbaar was, was dat vóór de elfde dag, de ratten geen motivatie hadden om dit te laten zien. Echter, toen er eten beschikbaar kwam, hadden zij wel de motivatie en maakten zij gebruik van de map die zij hadden gecreëerd. De conclusie van dit experiment is dus dat zelfs ratten mentale processen hebben (ze leren de doolhof kennen en ontwikkelen een cognitieve map), dat hun gedrag kan verklaren (ze rennen naar een specifieke locatie; het eten).

Een andere oorzaak van het ontstaan van de cognitieve revolutie is door de sterke kritiek op het behaviorisme. Een voorbeeld van deze kritiek is op het feit dat B.F. Skinner (een radicale behaviorist) zei dat taal werd aangeleerd door middel van gedrag (observeerbare data) en beloningen (externe stimuli). Dit werd echter sterk weerlegd door de taalkundige Noam Chomsky, die aantoonde dat dit niet klopte en dat er dus een andere verklaring nodig is voor het begrijpen van hoe mensen taal leren.

Europese invloeden op de cognitieve revolutie

Er waren ook Europese invloeden bij het ontstaan van de cognitieve revolutie, zoals de Gestaltpsychologie uit Berlijn. Dit waren psychologen die stelden dat gedragingen, ideeën en percepties niet los van elkaar kunnen staan. In plaats daarvan moeten deze elementen als één geheel bekeken worden. Een implicatie van deze stelling is dat een individu met behulp van een combinatie van deze elementen, zijn eigen ervaring vormt. Dit idee van de Gestaltpsychologen werd belangrijk binnen de cognitieve psychologie. 

Een ander belangrijke Europese invloed op de cognitieve revolutie was de Britse psycholoog Frederic Bartlett. Hij was geen Gestaltpsycholoog, maar ook hij benadrukte dat iedereen zijn eigen ervaring vormt. Hij zei ook dat mensen hun ervaringen in een 'schema' plaatsen, dat uiteindelijk bepaalt hoe zij hun ervaringen interpreteren. 

Computers en de cognitieve revolutie

In 1950 kwamen er nieuwe perspectieven op mentale processen. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de snelle ontwikkelingen binnen de computertechnologie. Psychologen waren onder de indruk van de mogelijkheden van computers en dachten dat computers vergelijkbare processen hadden met mentale processen. Ook werd verwacht dat computers binnenkort echt intelligent zouden worden, wat leidde tot de opkomst van het veld kunstmatige intelligentie (artificiële intelligentie).

Donald Broadbent was één van de eerste onderzoekers die computers gebruikte voor het verklaren van de menselijke cognitie. 

Hoe wordt onderzoek gedaan binnen de cognitieve psychologie?

Er zijn diverse onderzoeksmethoden die worden gebruikt binnen de cognitieve psychologie. Ten eerste kunnen we kijken naar hoe goed mensen presteren op een taak (bijvoorbeeld: hoe goed herinnert iemand deze woorden?) en hoe accuraat iemand is (noemt iemand het woord banaan, terwijl dit woord eigenlijk niet op de lijst stond?). Ten tweede kunnen we kijken naar hoe prestaties veranderen wanneer input verandert (in plaats van woorden moet iemand nu een verhaal onthouden). Daarnaast kan de effectiviteit van het aanleren van strategieën bepaald worden.

Een andere gebruikelijke manier van onderzoek doen binnen de cognitieve psychologie, is te kijken naar de reactietijd (RT) van mensen. Dit is de tijd die mensen nodig hebben om een bepaalde reactie uit te voeren (zoals klikken, benoemen of op de spatiebalk drukken). Als je bijvoorbeeld een plaatje ziet, en jij moet links of rechts klikken, dan is de tijd vanaf het moment dat jij het plaatje ziet tot het moment dat je reageert (klikt), jouw reactietijd. Deze reactietijd kan veel vertellen over de mentale processen van mensen, want hoe langer iemand zijn of haar reactietijd, hoe langer deze persoon heeft nagedacht (een mental proces).

Daarnaast kunnen we informatie verkrijgen door middel van onderzoek uit de cognitieve neurowetenschap. Dit is een vakgebied dat zich bezig houdt met het begrijpen van het mentale functioneren van mensen door middel van het bestuderen van het brein en het zenuwstelsel. Ook worden kunnen observaties uit de klinische neuropsychologie gebruikt. Dit is een vakgebied dat zich bezighoudt met de manier waarop het disfunctioneren van de hersenen prestaties kan beïnvloeden. 

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten