Boeksamenvatting bij Grondslagen van Auditing en Assurance - Majoor e.a. - 7e druk


Inleiding tot Grondslagen van Auditing en Assurance - Chapter 1

Hoofddeel van het werk van de accountant. Het vakgebied van de accountantscontrole wordt vaak aangeduid met 'Auditing & Assurance'. Regelgeving en controle spelen een steeds grotere rol. Hieronder worden een aantal ontwikkelingen weergegeven:

  • Voortgaande internationalisering: meer behoefte aan verantwoording, beheersing en risicoreductie door meer internationaal opereren.
  • Toenemende mogelijkheden met informatie- en communicatietechnologie (ICT).
  • Accentverschuivingen in regelgeving: steeds meer internationale standaarden van wet- en regelgeving.
  • Ontwikkelingen in verslaggeving: behoefte aan steeds meer informatie op korte termijn.
  • Toenemende maatschappelijke behoefte aan toezicht: door of namens de overheid.

Bij een assurance-opdracht wordt er door de accountant een conclusie geformuleerd met als doel het vertrouwen van de gebruikers (niet de verantwoordelijke partij), in de uitkomst van de evaluatie van of de toetsing van het object van onderzoek, ten opzichte van de criteria, te versterken. Het wekken van vertrouwen is daarbij erg belangrijk.

De vraag van accountantscontrole bestaat al sinds het verre verleden en is ontstaan bij de scheiding tussen het eigendom en beheer van vermogensbestanddelen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat ondernemingen verplicht zijn hun financiële gegevens openbaar te maken.

Met de jaarrekening legt de onderneming een financiële verantwoording af. De accountant controleert deze en geeft een controleverklaring af. Hiermee wordt bevestigd dat de jaarrekening voldoet aan de gestelde eisen. Om de behoefte aan accountantscontrole te verklaren, bestaan er een aantal theorieën:

  • Informatietheorie: geeft een economische onderbouwing. Het informatierisico is het risico dat onjuiste informatie is verschaft. De oorzaak van het bestaan van dit informatierisico heeft vier oorzaken:
  1. Afstand van de gebruiker tot het te beoordelen object. Meestal kan de gebruiker het niet zelf waarnemen, maar krijgt hij/zij informatie van anderen.
  2. Het bestaan van tegengestelde belangen: informatie is gekleurd of bevat tendenties.
  3. De toenemende omvang van de te verwerken gegevens.
  4. Complexiteit van transacties.

Het risico kan beperkt worden door de informatie zelf te controleren, te laten controleren door een onafhankelijke deskundige of door het eisen van eventueel schadevergoedingen bij onjuiste informatie. De relatie tussen het management en het maatschappelijk verkeer staat hierbij centraal. De onafhankelijke controle wordt gezien als een 'public good'.

  • Agency theorie: afkomstig uit tegengestelde belangen van het management (agent) en aandeelhouders (principaal). Aandeelhouders hebben er belang bij dat de winsten volledig worden verantwoord, zodat de waarde van het aandeel en het dividend stijgt. Het management kan er belang bij hebben de winst niet volledig te verantwoorden en zichzelf beloningen toe te kennen. Agency cost zijn de kosten die ontstaan door de scheiding van eigendom en beheer en van de delegatie van bevoegdheden. Agency costs bestaan uit:
  1. Kosten die management maakt om te laten zien dat ze afspraken nakomt.
  2. Kosten die de aandeelhouders maken om het management te controleren.
  3. Het verlies door managementbeslissingen die niet optimaal zijn voor de aandeelhouders.
  • Verzekeringstheorie: controlekosten worden gezien als een premie voor het overdragen van het risico van onjuiste informatie. Indien de controleverklaring ten onrechte wordt afgegeven, kan de accountant daarop worden aangesproken. Er zijn twee vormen van aansprakelijkheid:
  1. Specifieke aansprakelijkheid t.o.v. de opdrachtgevers. Contractuele aansprakelijkheid zoals bij wanprestatie.
  2. Aansprakelijkheid t.o.v. derden. Wettelijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit een onrechtmatige daad.
  • Vertrouwenstheorie: het bestaansrecht van de accountantscontrole is afhankelijk van het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de controlefunctie van de accountant, volgens professor Limperg. Daarnaast moet de accountant het vertrouwen waarmaken dat bij het maatschappelijk verkeer is opgewekt. De accountant moet er voor zorgen dat de mededelingen bij het maatschappelijk verkeer geen groter vertrouwen oproepen dan werkelijk is.

De vertrouwenstheorie is vooral een normatieve theorie, omdat deze theorie eisen aan het functioneren van de accountant heeft geformuleerd. De andere theorieën zijn vooral verklarende theorieën.

Als er niet wordt voldaan aan de verwachtingen van gebruikers ontstaat er een verwachtingskloof. De verwachtingskoof kan worden weergeven in drie overlappende cirkels; A, B en L:

  • Cirkel A geeft weer wat er tussen de client en accountant wordt afgesproken.
  • Cirkel B geeft de behoeften van de clienten weer.
  • Circel L geeft aan wat de accountant/dienstverlener werkelijk levert aan de client.

Een onderdeel van de verwachtingskloof is de prestatiekloof: Dit zijn afspraken die niet zijn nagekomen maar wel zijn overeengekomen.

Naast assurance-opdrachten bestaan er ook aan assurance verwante opdrachten die worden uitgevoerd door accountants. Dit zijn opdrachten die niet het doel hebben om het vertrouwen in het object van onderzoek bij andere gebruikers of bij de verantwoordelijke partij te versterken.

Auditing & Assurance

Wat is 'Auditing en Assurance'?

  1. Het verkrijgen en evalueren van bewijsmateriaal op een systematische en objectieve manier
  2. Om hiermee de inrichting en het functioneren van het systeem te beoordelen
  3. En om hiermee de organisatie te beheersen en besturen
  4. En om hiermee verantwoording af te leggen
  5. En de uitkomsten van de beoordeling kenbaar te maken

Bij beoordelen moet worden gedacht aan het toetsen van de informatie en de systemen op kwaliteit, relevantie, toereikbaarheid en betrouwbaarheid.

Wat is er belangrijk bij assuranceverschaffing?

  • Het verkrijgen van inzicht in de normen die een rol spelen bij het onderzoek (intern en extern)
  • De risicoanalyse
  • Het proces van het onderzoek: vooral de wijze waarop informatie voor controle wordt vergaard
  • De deugdelijke grondslag voor de professionele oordeelsvorming
  • De rapportering van de uitkomsten

Wat is de geschiedenis van accountancy? - Chapter 2

Het beroep van accountant is ontstaan doordat ondernemingen groeiden tijdens de industriële revolutie. Er was behoefte aan zekerheid of opdrachten werden uitgevoerd volgens afspraak. Daarnaast was er behoefte aan informatie over het gevoerde beheer toen er een opmars ontstond van naamloze vennootschappen en scheiding van eigendom en beheer.

De grootste aanleiding voor het ontstaan van het accountantsberoep was de Pincoffs-affaire. Lodewijk Pincoffs was koopman, politicus en reder. Hij stond in hoog aanzien en had talrijke ondernemingen, waaronder de NV Afrikaansche Handelsvereeniging (AHV). Veel beleggers investeerden in deze onderneming. De onderneming keerde elk jaar goede dividenden uit en presenteerde goede balansen. Helaas ging het in werkelijkheid niet goed. Het bedrijf leed grote verliezen en ging in 1879 failliet. Kort daarna ontstond de accountantfunctie. Deze affaire is een mijlpaal door zijn grote omvang en nasleep.

In 1985 werd het Nederlands instituut van Accountants (NIvA) opgericht. Door de jaren heen werden er steeds hogere eisen gesteld aan de deskundigheid en onafhankelijkheid van de uitvoering van de controlefunctie. Er werden ook andere accountantsverenigingen opgericht. Zo werd in 1907 de Nederlandsche Accountants Vereeniging (NAV) opgericht.

De eerste wettelijke regeling kwam in 1962 tot stand: de Orde Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) werd een publiekrechtelijk lichaam. Beroepsorganisaties gingen op in het NIVRA. In 1948 kwam de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA). Ook dit werd een publiekrechtelijk orgaan.

Per 2011 zijn de NIVRA en NOvAA samengegaan in de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).

In accountantswetgeving hebben titel termen een belangrijke betekenis. De Wet op het accountantsberoep biedt titelbescherming voor de titel Accountant en van Accountant-Administratieconsulent (AA) en Registeraccountant (RA).

Een externe accountant is iemand die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantsorganisatie en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een wettelijke controle.

Een accountantsorganisatie is een onderneming of instelling die bedrijfsmatig wettelijke controles verricht, of een organisatie waarin zulke ondernemingen of instellingen met elkaar zijn verbonden. De accountant is dus niet werkzaam in het bedrijf waarvan hij/zij de jaarrekening controleert.

  • In 1954 werd de Comissie Van der Grinten ingesteld
  • In 1956 legde deze Comissie een voorontwerp van de wet aan de staatssecretaris van Economische zaken voor.
  • In 1962 kwam de eerste Wet op Registeraccountants.
  • In 1972 de Wet op de Accountant-Administratieconsulent.
  • In 1993 zijn deze wetten aangepast vanwege een hernieuwde Europese wetgeving.
  • In 2000 leidden omvangrijke boekhoudschandalen tot herziening van de Europese richtlijnen en daarmee trad in 2006 de Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) in.
  • In 2011 verving de Wet op het Accountantsberoep de Wet RA en AA.

In 1910 werd het Reglement van Arbeid ingevoerd. Dit leidde uiteindelijk in 2007 tot de Verordening gedragscode (VGC). Internationaal gezien speelt de regelgeving van de International Federation of Accountants (IFAC) een belangrijke rol.

Sinds de WTA in 2006 bestaat er een Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) voor de opleiding en praktijkstage tot accountant. Het accountantsexamen bestaat uit een theoretisch deel en een praktijkstage van minimaal 3 jaar.

In 1995 zijn er voorwaarden uitgevaardigd met betrekking tot permanente educatie. Dit betekent dat van elke accountant wordt geëist dat hij zijn basiskennis op accountancygebied op peil houdt en ontwikkelingen op dit gebied volgt.

Internationaal spelen een aantal organisaties een toonaangevende rol

Namelijk:

  • International Federation of Accountants (IFAC)
  • International Accounting Standards Board (IASB)
  • Fédération des Experts Comptables Europées (FEE)

De International Federation of Accountants (IFAC) is de wereldwijde organisatie voor het accountantsberoep. Zij vaardigt normen uit op het gebied van beroepsethiek en accountantscontrole en bewaakt de kwaliteit van beroepsuitoefening. De leden moeten zich houden aan de Statements of Membership Obligations (SMO's) van de IFAC. Hierin staat dat leden zich moeten inspannen om de internationale standaarden te verwerken in de nationale wetgeving. Dit is de 'best endeavours clause'.

De International Accounting Standards Board (IASB) stelt internationale standaarden voor de financiële verslaggeving op en stimuleert dat die standaarden in de hele wereld worden aanvaard en nageleefd. Zij hebben de International Financial Reporting Standards (IFRS) opgesteld. De IFRS vormen nu een gemeenschappelijke basis voor financiële verslaggeving.

De Fédération des Experts Comptables Europées (FEE) heeft als doelstelling het bevorderen van de belangen van het Europese accountantsberoep, en houdt daarmee rekening met het publieke belang van het werk van accountants. Zij heeft daarvoor overleg met de organen van de Europese Unie en de vertegenwoordiging op internationaal niveau.

Waar bestaat de regelgeving voor het accountantsberoep uit? - Chapter 3

De regelgeving voor het accountantsberoep bestaat uit wetten, besluiten, verordeningen, beleidsregels en nadere voorschriften. Deze verschillen voor de individuele accountant en de accountantspraktijk.

De regelgeving die de beroepsorganisatie uitvaardigt, kan worden ingedeeld in diverse groepen:

  • Verordeningen
  • Nadere voorschriften
  • Controle- en overige standaarden

Voor de individuele accountant geldt het volgende:

  • Wet tuchtrechtspraak accountants
  • Wet op het Accountantsberoep: een samenvoeging van de WRA en WAA.
  • Verordeningen en beleidsregels: gedragscode, kwaliteitsonderzoek, tarieven kwaliteitsonderzoek, klachtenbehandeling en beleidsbeginsel kwaliteitsonderzoek. Een verordening is een overheidsbesluit van algemene strekking met verbindende werking.
  • Nadere voorschriften: bepaalde onderwerpen van de verordeningen worden verder uitgewerkt. Onafhankelijkheid van de openbare-, interne-, en overheidsaccountant, permanente educatie en controle- en overige standaarden.

Voor de regelgeving van de accountantspraktijk wordt er onderscheid gemaakt tussen de accountantsorganisaties en accountantskantoren.

  1. Een accountantsorganisatie heeft wel een vergunning van de AFM gekregen, onder de werkingssfeer van de WTA.
  2. Accountantskantoren krijgen deze vergunning niet.

De AFM is de Autoriteit Financiële Markten en houdt toezicht op de financiële markt.

De accountantsorganisaties

Voor de accountantsorganisaties geldt het volgende:

  • Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) en Besluit toezicht accountantsorganisaties (BTA): bevatten de normen waaraan accountants, die wettelijke controles verrichten, moeten voldoen. Er worden eisen gesteld aan de accountant en de bestuurders. Bovendien geldt voor de externe accountant dat hij melding moet doen van redelijk vermoeden van fraude van naleving van de beroepsreglementering en bij de AFM indien een tuchtzaak aanhangig is gemaakt. Indien niet wordt voldaan aan de normen van de WTA kan de AFM ingrijpen met bestuursrechterlijke maatregelen. Wanneer een externe accountant niet voldoet aan de normen, kan dit aanhangig worden gemaakt bij de Accountantskamer.
  • Verordening accountantsorganisaties (VAO) en nadere voorschriften. Bepalingen uit de WTA en BTA over kwaliteitsbeheersing, onafhankelijkheid en integere bedrijfsvoering zijn verder uitgewerkt hierin.

De NBA is verantwoordelijk voor de vaststelling van de verordening op de kwaliteitsbeoordelingen en de daaruit volgende kwaliteitsonderzoeken. Het doel van de verordening kwaliteitsonderzoek is de bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. De individuele accountant is hierbij het object van onderzoek. Er bestaan drie soorten:

  1. De toetsingscommissie gaat één keer in de zes jaar langs bij ieder accountantskantoor. Een eventueel vervolgonderzoek wordt uitgevoerd wanneer er aanbevelingen worden gedaan voor verbeteringsmaatregelen.
  2. Het NBA bestuur kan een thematisch onderzoek uitvoeren naar een aspect van de beroepsuitoefening.
  3. Het NBA bestuur kan de toetsingscommissie een incidentenonderzoek laten uitvoeren dat gericht is op een uitgevoerde assurance of aan assurance verwante opdracht.

Wet op Accountantsberoep is een samenvoeging van de WRA en WAA. De NBA is een Nederlandse beroepsorganisatie van accountants. De leden van de NBA zijn ingeschreven in het accountantsregister. Het NBA bevordert de goede beroepsuitoefening, behartigt de gemeenschappelijke belangen, draagt zorg voor de eer van de stand van accountants en voor de praktijkstage en examinering van kandidaat-accountants.

De Wet op het accountantsberoep

De Wet op het accountantsberoep bestaat uit verschillende hoofdstukken:

  1. Definities
  2. De Nederlandse beroepsorganisaties van accountants (NBA). Als een accountant is ingeschreven in het accountantsregister is hij/zij lid van de NBA. De NBA heeft o.a. als taak het bevorderen van de goede beroepsuitoefening van accountants.
  3. Verordeningen en overige besluiten. De ledenvergadering is het hoogste orgaan van de NBA en kan verordeningen uitvaardigen.
  4. De financiën van de beroepsorganisatie
  5. Bestuurlijk toezicht op de beroepsorganisatie
  6. Het accountantsberoep. Hierin zijn de regels voor het accountantsregister opgenomen. Om te worden ingeschreven moet je beschikken over getuigschriften van een juiste afgeronde opleiding en een gelijkwaardig buitenlands accountantsdiploma of verklaring van vakbekwaamheid, afgegeven door de Comissie Eindtermen.
  7. De opleiding tot accountant. Dit bestaat uit een theoretische opleiding en een praktijkstage.
  8. Overige bepalingen. Bevat boete- en strafbepalingen als de accountant niet juist handelt.

Tuchtrechtspraak voor accountants is opgenomen in de Wtra: Wet tuchtrechtspraak accountants. Tuchtrecht speelt een rol wanneer het strafrecht geen mogelijkheden biedt. Het doel hiervan is de kwaliteit van de beroepsbeoefening te toetsen om dit op een bepaald niveau te houden. Ook heeft het een middel om beroepsfouten en beroepsgebreken te voorkomen (preventief).

Accountants kunnen ter verantwoording worden geroepen als normen zijn geschonden. Dit kan via een klacht bij de klachtencommissie van de NBA of bij de Accountantskamer. De accountantskamer kan eventuele sancties opleggen. De beklaagde heeft een aantal rechten zoals recht van wraking, openbare zitting, beroep, bijstand van een raadsman enz. De eerste aanleg is dus bij de accountantskamer, in hoger beroep kan worden gegaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Er kunnen tuchtrechtmaatregelen worden opgelegd zoals:

  • Geldboete
  • Schriftelijke waarschuwing
  • Schriftelijke berisping
  • Schorsing
  • Verwijdering uit het register

De Wettelijke controlefunctie is de accountantscontrole van een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekeningen. Dit mag alleen gebeuren door Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten met volledige controlebevoegdheid. In de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, gepubliceerd door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ), zijn IFRS- standaarden opgenomen. De RJ toetst de grondslagen en de toepassing in de praktijk die een onderneming hanteert voor het opstellen van een jaarrekening.

Dit kan leiden tot:

  • Aanbevelingen: oordeel waarin een voorkeur wordt uitgedrukt
  • Stellige uitspraken: oordeel over het wel of niet aanvaardbaar zijn of wel of niet te volgen van een bepaalde grondslag.

Welke rol speelt ethiek in accountancy? - Chapter 4

Ethiek speelt een belangrijke rol in het accountancyvak. Het vertrouwen dat men heeft in een accountant is vaak gebaseerd op deskundigheid en zijn ethiek.

Professies zijn beroepsgroepen met een speciale elitaire status. Deze status gaat gepaard met autoriteit en prestige. Klassieke professies hebben vaak een belangrijke maatschappelijke functie. Klassieke professies handelen naar hun eigen opgestelde ethische code. Deze ethische code is een collectief geweten van de professie.

De accountantsgroep kan worden gezien als een professie. De maatschappelijke functie van de accountant is dat hij een vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer wil zijn. Er is veel kritiek geweest op accountants de afgelopen jaren. Vaak wordt genoemd dat het niet goed gaat met de ethiek van accountants. Het vertrouwen in accountants staat dan onder druk.

Ethiek is nodig in de maatschappij omdat het vreedzaam samenleven en vruchtbaar samenwerken mogelijk maakt. Het is belangrijk dat er regels zijn voor hoe men moet samenwerken en leven. Ethiek kan alleen leiden tot vreedzaam samenleven en vruchtbaar samenwerken als aan twee voorwaarden wordt voldaan:

  1. Er is overeenstemming over de spelregels die het samenleven en samenwerken mogelijk maken.
  2. Mensen zijn bereid om zich aan deze spelregels te houden.

Ethiek is nodig omdat mensen niet volledig altruïstisch zijn. Een altruïst is onbaatzuchtig en gericht op de belangen van anderen. Daar tegenover staat de egoïst; denkt alleen aan eigen belangen. De spelregels van ethiek worden de waarden en normen genoemd.

  • Waarden geven weer wat goed, gewenst en waardevol is.
  • Normen zijn specifieker en geven duidelijker grenzen aan. Vaak zijn normen negatief geformuleerd.

Het aanleren van waarden en normen begint in de opvoeding van een kind. Waarden en normen zijn effectief wanneer ze:

  • Kunnen worden benoemd
  • Als richtinggevend worden herkend en erkend
  • In de praktijk worden gebracht
  • Gezamenlijk worden besproken

Accountants willen vertrouwensman zijn in het maatschappelijk verkeer. Deze rol kan alleen worden vervuld als de accountant zelf wordt vertrouwd. Vertrouwen is onmisbaar bij samenwerken en samenleven en is ook belangrijk in relaties. Er zijn vier elementen belangrijk in een vertrouwensrelatie:

  1. Iemand vertrouwt
  2. Een ander
  3. In zeker opzicht
  4. En onder bepaalde omstandigheden

Er is niet alleen persoonlijk vertrouwen met betrekking tot een andere persoon maar er kan ook vertrouwen zijn met betrekking tot objecten zoals instanties. Dit vertrouwen heet institutioneel vertrouwen. Een klant vertrouwt de accountant in zeker opzicht onder bepaalde omstandigheden. Dit vertrouwen van de klant is gebaseerd op verwachtingen; gekwalificeerde verwachtingen. Verwachtingen spelen een belangrijke rol in een vertrouwenskwestie.

Ethiek is niet alleen denken maar ook doen. Er wordt verwacht dat de accounant zorgvuldig, verantwoordbaar en standvastig handelt. Mensen hebben niet alleen egoïstische belangen of doelstellingen maar ze hebben ook een moral concern; dit is de motivatie voor een professional om zijn vak goed uit te oefenen door dit op ethische en fatsoenlijke wijze te doen.

Ethiek levert soms ook vragen op. Er is sprake van een ethisch vraagstuk:

  • Indien een beslissing of handeling gevolgen heeft voor de belangen, rechten en het welzijn van anderen
  • Wanneer een beslissing of handeling een bijdrage levert of afbreuk doet aan het vertrouwen van derden in de accountant

Er kan een situatie voorkomen waarin de accountant weet wat ethisch goed is maar er een verleiding is om iets anders te doen. Dit is een bedreiging. De VGBA benoemt verschillende categorieën van bedreigingen:

  • Bedreiging als gevolg van eigenbelang
  • Bedreiging als gevolg van zelftoetsing
  • Bedreiging als gevolg van belangenbehartiging
  • Bedreiging als gevolg van vetrouwdheid
  • Bedreiging als gevolg van intimidatie

Soms zijn er meerdere alternatieven bij ethische dilemma's. Deze dilemma's vereisen een zorgvuldige afweging. De VGBA biedt de accountant een handvat bij het oplossen van ethische dilemma's en hierin staan ook de waarden van het accountantsberoep. Alle accountants die in het register bij NBA staan ingeschreven moeten het VGBA hanteren.

De fundamentele beginselen opgenomen in de VGBA zijn:

  1. Integriteit: De accountant treedt eerlijk en oprecht op
  2. Objectiviteit: De accountant laat zich niet ongepast beïnvloeden bij afwegingen.
  3. Vakbekwaamzaamheid en zorgvuldigheid
  4. Vertrouwelijkheid: De accountant is bewust van het vertrouwelijke karakter van gegevens die hij krijgt en is verplicht tot geheimhouding.
  5. Professionaliteit: De accountant onthoudt zich van handelen dat zijn beroep in diskrediet brengt of kan brengen.

Wat zijn de onafhankelijkheidsbepalingen? - Chapter 5

Het is belangrijk dat integriteit en objectiviteit bij het maken van assurance-opdrachten zichtbaar worden gemaakt door het voldoen aan onafhankelijkheidsbepalingen. Deze bepalingen zijn uitgewerkt in de 'Verordening inzake onafhankelijkheid van de accountants (ViO)', die sinds 1 januari 2014 van toepassing is. Deze bepalingen zijn ook voor de interne en overheidsaccountants ingevoerd.

Onafhankelijkheid van de accountant

Onafhankelijkheid van de accountant kent twee aspecten:

  1. Onafhankelijkheid in wezen: de houding waarbij rekening wordt gehouden met alle mogelijke overwegingen die te maken hebben met de specifiek uit te voeren opdracht, met uitzondering van alle andere overwegingen.
  2. Onafhankelijkheid in optreden (in schijn): onafhankelijkheid door het vermijden van al die feiten en omstandigheden, die dus zozeer vooringenomen zijn dat met de materie vertrouwd zijnde derde, de onpartijdigheid van de accountant in twijfel zou kunnen trekken.

Europees gezien heeft de Europese Commissie met de aanbeveling: ''Onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU: basisbeginselen'' een begin gemaakt aan de ViO. In de ViO is ook de Code of Ethics (COE) van de International Federation of Accountants (IFAC) verwerkt. Daardoor heeft de ViO ook betrekking gekregen op assurance-opdrachten. Daarnaast is de Wta en Bta onafhankelijkheidsregelgeving opgenomen.

De voorschriften van de ViO zijn van toepassing op accountants die assurance-opdrachten uitvoeren, die vallen onder de NV COS. Dus de ViO is niet geldig voor andere werkzaamheden zoals het samenstellen van jaarrekeningen.

Er kunnen verschillende bedreigingen voor de onafhankelijkheid spelen:

  • Belangenverstrengeling/eigen belang: tussen de accountant en cliënt. Een voorbeeld is het financieel belang in de onderneming van de cliënt en afhankelijkheid van de beloning voor de controle.
  • Bedreiging als gevolg van zelftoetsing: eigen werkzaamheden beoordelen. Bijvoorbeeld. wanneer de accountant betrokken was bij het maken van beslissingen van het management.
  • Bedreiging als gevolg van belangenbehartiging: wanneer de organisatie een standpunt voor/tegen de cliënt inneemt binnen haar netwerk.
  • Bedreiging als gevolg van grote mate van vertrouwdheid of vertrouwen: wanneer de accountant wordt beïnvloed door de persoon en eigenschappen van de cliënt. Bijvoorbeeld een te lange/nauwe relatie met personeel/vergaand vertrouwen.
  • Bedreiging als gevolg van intimidatie: door een dreigement/dominante persoonlijkheid.

In de ViO is een principle based-toetsingskader opgenomen. Dit betekent dat de accountant de verantwoordelijkheid heeft om de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid te beoordelen in elke situatie en om waarborgen te treffen om de bedreigingen te verminderen of weg te nemen.

Er kunnen maatregelen worden genomen tegen bedreigingen. Deze maatregelen kunnen worden onderverdeeld in twee soorten:

  1. Verbodsbepaling
  2. Situatie waarin een maatregel is vereist

Er bestaan binnen de ViO algemene waarborgen en waarborgen die afhankelijk van de situatie worden ingevuld. Waarborgen in de organisatie van de cliënt hebben betrekking op de bestuursstructuur en op de communicatie met de raad van commissarissen/de auditcommissie.

In de ViO staan een aantal specifieke situaties beschreven met uitleg over de maatregelen die in die situaties moeten worden genomen. Deze maatregelen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:

  1. De persoonlijke onafhankelijkheid van de accountant. Dit betreft met name:
  • bedreigingen als gevolg van belangenverstregeling of eigenbelang
  • bedreigingen als gevolg van een te grote mate van vertrouwdheid met de client.

De maatregelen hebben niet alleen betrekking op de persoon zelf maar ook op zijn gezin en andere leden van het team. Met de raad moet de onafhankelijkheid worden besproken. De specifieke waarborgen gaan over de persoonlijke onafhankelijkheid van de accountant en de opdrachtrelatie. Er kan sprake zijn van een werkrelatie, persoonlijke, zakelijke of financiële relatie tussen de accountant en de cliënt. Dergelijke relaties tussen cliënt en accountant zijn verboden.

  • Financiële relatie: Wanneer de accountant direct of indirect een financieel belang heeft in de client.
  • Zakelijke relatie: Wanneer er een gezamenlijk zakelijk belang is van de accountant en zijn client
  • Persoonlijke relatie: Een nauwe persoonlijke relatie zoals een gezinslid, levenspartner, kinderen, broers, ouders etc.
  • Werkrelatie: Er zijn vele verschillende werkrelaties tussen cliënt en accountant mogelijk.
  1. De cliënt-en opdrachtgerelateerde onafhankelijkheid
  • De accountant moet kunnen aantonen dat hij/zij niet financieel afhankelijk is van de client. Dit zou namelijk een bedreiging vormen en moet dus worden gemeden.
  • Ook geschenken of andere vormen van gastvrijheid kunnen tot een bedreiging leiden. Het ontvangen van een geschenk van de cliënt wordt gezien als een bedreiging voor de objectiviteit van de accountant.
  • Ook wanneer de cliënt achterblijft met betalingen mag de accountant geen nieuwe opdrachten meer aanvaarden of lopende opdrachten moeten beëindigd worden. Er moet aangetoond worden dat de vergoeding toereikend is om de deskundigheid in te zetten en daarmee aan de richtlijnen en kwaliteit worden voldaan.

Wanneer leden uit een controleteam voor lange tijd en regelmatig meewerken aan de controle, kan de vertrouwdheid in geding komen. Daarom moeten alle partners die een essentiële taak in de controle uitvoeren rouleren. Het onafhankelijkheidsrisico wordt beoordeeld en waarborgen om dit te beperken worden ingevoerd.
Een juridische procedure of bedreiging daarvan tussen cliënt en accountant kan leiden tot een bedreiging van het eigenbelang. De werkzaamheden moeten stoppen wanneer de kans er is dat dit werkelijk gebeurt, of in gang is gezet of voorgaande controles in twijfel worden getrokken.

Collisiegevaar/zelftoetsing treedt op wanneer de combinatie van controle en andere dienstverlening plaatsvindt. Dit mag niet voorkomen. Scheiding van taken en verantwoordelijkheden is nodig, of beoordeling van controlewerkzaamheden door een onbetrokken partner.

Wat zijn assurance-opdrachten? - Chapter 6

Het stramien voor assurance-opdrachten (in de nadere voorschriften controle- en overige standaarden) maakt onderscheid tussen:

  • Assurance-opdrachten
  • Overige opdrachten. De opdrachten die hieronder vallen zijn:
  • Aan assurance verwante opdrachten
  • Opdrachten tot verzorgen belastingaangifte
  • Consultancy- en adviesopdrachten.

Een assurance-opdracht is een opdracht waarbij een accountant een conclusie formuleert die is bedoeld om het vertrouwen van de toekomstige gebruikers te versterken. Hierbij zijn drie partijen betrokken:

  1. De accountant; voert de assurance-opdracht uit
  2. De verantwoordelijke partij; is verantwoordelijk voor het onderzoek en de informatie daarover.
  3. De beoogde gebruikers; voor wie het assurancerapport wordt opgesteld

Er zijn verschillende soorten objecten van onderzoek in assurance-opdrachten:

  1. Financiële informatie (historisch/toekomstig): onder andere de jaarrekening.
  2. Niet financiële informatie: o.a. uit indicatoren voor doelmatigheid en effectiviteit.
  3. Systemen en processen: o.a. bewering over de effectiviteit.
  4. Gedrag: o.a. verklaring over naleving/verklaring over de effectiviteit.

De kenmerken van het onderzoek kunnen, kwalitatief/kwantitatief, objectief/subjectief, historisch/toekomstgericht zijn en gelden op een bepaald moment/over een bepaalde periode. Dit heeft invloed op de nauwkeurigheid waarmee kan worden geëvalueerd of getoetst aan criteria en overtuigingskracht van de beschikbare informatie.

Een object van onderzoek is geschikt wanneer:

  • Het identificeerbaar is en op eenduidige wijze kan worden geëvalueerd of worden getoetst aan de criteria.
  • Het van zodanige aard is dat de informatie daarover onderworpen kan worden aan procedures voor het verzamelen van benodigde informatie, om een conclusie met een redelijke mate of met beperkte mate van zekerheid te onderbouwen.

Criteria zijn ijkpunten die worden gebruikt voor het evalueren of toetsen van het object van onderzoek. Deze criteria worden gebruikt als richtlijnen. Voor een redelijk consistente evaluatie of toetsing zijn toetsbare criteria nodig. Deze toetsbare criteria hebben een aantal kenmerken:

  • Relevantie: daardoor kunnen conclusies getrokken worden die de besluitvorming ondersteunen.
  • Volledigheid: niet achterlaten van belangrijke factoren.
  • Betrouwbaarheid: de mogelijkheid tot redelijk consistente evaluatie of toetsing van het object.
  • Neutraliteit: onbevooroordeeld conclusies trekken.
  • Begrijpelijkheid: duidelijke en bondige conclusies trekken die niet heel verschillend kunnen worden geïnterpreteerd.

De accountant kan twee verschillende soorten assurance-opdrachten uitvoeren:

  1. De assurance-opdracht tot het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid: positieve bewoording, absolute zekerheid is vrijwel nooit te realiseren, dit komt bijv. door de eenzijdige bronnen van informatie.
  2. De assurance-opdracht tot het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid: beoordelingsopdracht, negatieve bewoording, maar wel een positieve beoordeling.

De verantwoordelijke partij is verantwoordelijk voor het object van onderzoek bij twee soorten opdrachten:

  1. De attestopdracht: de accountant onderzoekt informatie verkregen door de onderneming en hij geeft daarbij een conclusie in de vorm van een attest (verklaring). Het is het doen van onderzoek naar een bewering van de verantwoordelijke partij. Het systeem is al beoordeeld door de partij zelf.
  2. De direct-reporting opdracht: toetsing en evaluatie niet eerst door de verantwoordelijke partij uitgevoerd. Maar door de accountant.

De accountant maakt een planning voor een assurance-opdracht en voert deze uit met een professioneel kritische instelling. Deze houding houdt in dat hij de informatie kritisch bekijkt en er niet blindelings op vertrouwt.

De accountant houdt rekening met:

  • Het materieel belang
  • Het controlerisico
  • De beschikbare informatie bij het bepalen van de aard
  • De tijdsfasering
  • De omvang van de werkzaamheden.

Bij kleine ondernemingen kan vaak geen goedkeurende controleverklaring worden vertrekt, wanneer vanwege de beperkte administratieve organisatie en interne beheersing geen goed beeld kan worden verkregen over de volledigheid van de gegevens. In dit geval kan de accountant geen goedkeurende controleverklaring verstrekken.

De aan assurance verwante opdrachten zijn onder te verdelen in:

  • Opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie: rapporteren over feitelijke bevindingen. Conclusies kunnen zelf worden gevormd door de ontvangers.
  • Opdracht tot het samenstellen van financiële overzichten: samenstellingsopdrachten, financiële informatie verzamelen, verwerken en samenvatten. Vaak het omzetten van gedetailleerde gegevens in een hanteerbare en begrijpelijke vorm.

Adviesopdrachten vallen buiten het stramien. Uitzondering hierop is de transactiegerelateerde dienstverlening. De accountant geeft advies over een voorgenomen transactie, vaak met een derde partij. Bijvoorbeeld bij fusies of koop van aandelen. De accountant treedt op in het belang van een cliënt, maar moet objectief blijven.

Wat is fraude? - Chapter 7

Wanneer een accountant controlewerkzaamheden doet kan hij fraude of witwassen tegenkomen in de organisatie die hij controleert. De accountant dient ervoor te zorgen dat zijn cliënt de fraude redresseert. Redresseren kent twee dimensies:

  1. Retrospectief: de gevolgen van fraude herstellen.
  2. Prospectief: maatregelen nemen die het plegen van fraude in de toekomst moeten voorkomen.

In de NV COS en Wta staat wat de verantwoordelijkheden van een accountant zijn wanneer fraude wordt geconstateerd tijdens controlewerkzaamheden. Er is een hiërarchie in verhoudingen tussen deze twee regelingen.

Er is een verschil tussen de NV COS en de Wta in de definitie van fraude:

  • Definitie fraude in NV COS 204: fraude is een opzettelijke handeling door een of meerdere leden van het management, met governance belaste personen, werknemers of derden, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleidende teneinde om een onrechtmatig of onwettig voordeel te behalen.
  • Definitie fraude in Wta: fraude is opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen en waarbij de misleiding invloed heeft op beslissingen in het maatschappelijk verkeer.

De definitie van fraude in NV COS is beperkter aangezien het daar gaat om handelen en in Wta gaat het om handelen of nalaten. Daarnaast staat in de NV COS nadrukkelijk wie de fraudeplegers zijn. Drie kernelementen die overeenkomen in de NV COS en Wta zijn:

  1. Opzet
  2. Misleiding
  3. Wederrechtelijk voordeel

Bij fraude kan een onderscheid worden gemaakt tussen:

  • Werknemersfraude
  • Directiefraude

Er kan nog een ander belangrijk onderscheid worden gemaakt in fraudevormen, namelijk het onderscheid tussen:

  • Het oneigenlijk toe-eigenen van activa. Zoals het verduisteren van ontvangsten.
  • Frauduleuze financiële verslaggeving. Zoals het opzettelijk toepassen van onjuiste veronderstellingen.

In het NV COS staan vele regels die betrekking hebben tot de verantwoordelijkheden van de accountant als het gaat om het ontdekken of voorkomen van fraude. De verantwoordelijkheid van de accountant is drieledig:

  1. De accountant moet de controle uitvoeren volgens de regels van de NV COS.
  2. De accountant moet continu een professionele en kritische instelling tonen.
  3. De accountant moet bij een concrete aanwijzing voor fraude de escalatieladder juist doorlopen. Deze bestaat uit de volgende acties:
  • Nader onderzoek
  • Besprekingen met de aangewezen organen
  • Aandringen op redres
  • Overwegen de opdracht terug te geven

Tijdens een controle opdracht moet de accountant specifieke aandacht hebben voor frauderisico's. De specifieke aandacht komt in vier punten naar voren:

  1. Bespreken van fraude in het team
  2. Inwinnen van inlichtingen.
  3. Evalueren van frauderisico's. Controleren of er frauderisicofactoren aanwezig zijn.
  4. Bekijken van de interne beheersingsmaatregelen en opbrengstverantwoording.

De acties van de escalatieladder sluiten aan bij deze aandachtspunten.

Frauderisicofactoren zijn gebeurtenissen of omstandigheden die een aanwijzing vormen voor de druk of gelegenheid te frauderen.

Als een accountant fraude vermoedt dan moet hij twee dingen doen:

  • Communicatie: met de verantwoordelijken in de huishouding/onderneming. Er moet zo snel mogelijk worden gecommuniceerd met de juiste leidinggevenden. Er is voorkeur voor schriftelijke communicatie. Als er fraude wordt geconstateerd waarbij het management of intern belangrijke werknemers zijn betrokken dan moet er worden gecommuniceerd met de organen belast met governance.
  • Documentatie. De NV COS heeft een aantal documentatievereisten met betrekking tot het vermoeden van fraude. Er moet bijvoorbeeld in staan op welke feiten en omstandigheden het vermoeden van fraude is gebaseerd. Wat er is gecommuniceerd met de leiding en de governance organen. Wat het materieel belang is.

De accountant heeft zowel tijdens een beoordelingsopdracht als tijdens een samenstellingsopdracht een verantwoordelijkheid met betrekking tot het controleren op fraude.

Als er sprake is van een overtreding van de wet- of regelgeving dient de accountant, net als bij fraude, aan te dringen op redres. Dit kan zowel retrospectief als prospectief zijn.

In de Wta staan de regels met betrekking tot de geheimhoudingsplicht van de accountant. Als er sprake is van fraude wordt er een inbraak op deze regel gemaakt aangezien er in dat geval een meldplicht met betrekking tot de fraude is. Als er een redelijk vermoeden van fraude is dan is er sprake van een meldplicht volgens het Wta.

Er is al snel sprake van een redelijk vermoeden. Bij deze drempel van vermoeden beginnen de meldplicht en redersregeling. De cliënt moet een schriftelijk redres plan opstellen. Deze wordt beoordeeld door de accountant. Ook controleert de accountant of dit plan daadwerkelijk is uitgevoerd.

Het is strafbaar een onware jaarrekening openbaar te maken. Dit is opgenomen in de wet sinds 1886 naar aanleiding van de Pincoffs-affaire. Als een cliënt niet wil redresseren dan is het risico dat hij schuldig wordt gevonden aan het openbaar maken van een onware jaarrekening.

Naast de meldplicht inzake fraude heeft de accountant ook een meldplicht inzake:

  • Witwastransacties
  • Financiering van terrorisme

Witwassen is gedefinieerd als het omzetten van gelden, verdiend met illegale activiteiten, in legale vermogensbestanddelen. In relatie tot witwassen kan er ook sprake zijn van belastingfraude.

De meldplicht bij witwassen voor accountants is beschreven in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). In deze wet wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • Objectieve indicatoren: transacties van 15.000 euro of meer betaald in contanten, cheques of soortgelijke betaalmiddelen.
  • Subjectieve indicatoren: transacties die een aanleiding hebben dat ze een verband kunnen hebben met witwassen of financiering van terrorisme. Zoals transacties die geen herleidbare sporen achterlaten in de administratie.

Wat zijn beoordelings- en samenstellingsopdrachten? - Chapter 8

Het doel van een beoordelingsopdracht is de accountant in staat te stellen om te kunnen concluderen dat hij niets heeft gevonden dat hem tot de conclusie brengt dat de jaarrekening niet juist is opgesteld. Dit wordt gedaan door verschillende werkzaamheden. De controleplicht kan niet worden vervangen door een beoordelingsopdracht.

Het doel van een samenstellingsopdracht is het verzamelen, verwerken, rubriceren en samenvatten van financiële informatie tot een financieel overzicht. Gedetailleerde gegevens worden hierbij omgezet zodat zij hanteerbaar en begrijpelijk zijn.

De accountant moet de opdrachten en de bijbehorende rapportage vaktechnisch uitvoeren. De VGBA heeft eisen opgesteld voor deze opdrachten waar de accountant zich aan moet houden. Deze eisen hebben betrekking tot:

  1. Professionaliteit
  2. Integriteit
  3. Objectiviteit
  4. Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
  5. Vertrouwelijkheid

Voor de uitvoering van beoordelingsopdrachten zijn twee soorten standaarden beschikbaar:

  • NV COS 2410 voor het beoordelen van tussentijdse financiële informatie
  • NV COS 2400 voor het beoordelen van financiële overzichten

De situatie bepaald welke standaard moet worden toegepast:

  • NV COS 2410 moet worden toegepast door de accountant, die ook controlerend accountant is, voor alle beoordelingsopdrachten van historische financiële informatie.
  • NV COS 2400 is van toepassing in alle overige situaties.

De accountant moet voldoende controle-informatie hebben voor de onderbouwing van zijn conclusie. Op basis van de beoordelingswerkzaamheden moet de accountant een vakkundig oordeel geven. Bij het vormen van een oordeel betreffende financiële overzichten zijn de volgende punten van belang:

  • Verworven kennis van beoordelingsopdrachten van de jaarrekening van voorafgaande perioden
  • Informatie over de activiteiten van de entiteit
  • Doelstellingen en strategieën van de entiteit
  • De structuur van governance en eigendom
  • Administratieve systemen en de administratie van de entiteit
  • De mate waarin een post wordt beïnvloed door oordeelsvorming van het bestuur
  • Het materieel belang van de transacties en de posten

De accountant doet tijdens de beoordelingsopdracht werkzaamheden die het doel hebben de informatie te verkrijgen van de bovengenoemde punten. Ook doet de accountant navraag naar gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de balansdatum. Deze kunnen mogelijk invloed hebben op de jaarrekening, die in dat geval moet worden aangepast. Deze werkzaamheden vallen onder NV COS 2400.

De werkzaamheden die een accountant moet doen tijdens een beoordelingsopdracht van tussentijdse financiële informatie vallen onder de NV COS 2410. Bij zo'n opdracht moet een accountant rekening houden met de maatregelen van de interne beheersing. Bij een beoordelingsopdracht betreffende financiële overzichten wordt dit niet gedaan.

Bij een beoordeling van tussentijdse informatie wordt ook aandacht besteed aan het risico van afwijkingen als gevolg van fraude en onwettig handelen.

Een samenstellingsopdracht is niet gericht op zekerheid verstrekken over de betrouwbaarheid van financiële informatie. Het doel is een globaal beeld te krijgen van de activiteiten en administratie van het bedrijf. Van de accountant wordt niet verwacht dat hij:

  • Bij het bestuur van de entiteit inlichtingen inwint om de betrouwbaarheid van de informatie vast te stellen
  • De maatregelen van de interne beheersing beoordeelt en toetst
  • De verkregen informatie of ontvangen toelichtingen verifieert

Wanneer de accountant afwijkingen van materieel belang constateert dan moet hij met zijn opdrachtgever overleggen over toereikende aanpassingen.

Als een accountant toestaat dat zijn betrokkenheid bij een financieel overzicht bekend wordt gemaakt aan derden dan moet hij bij dit overzicht een samenstellingsverklaring afgeven. Bij een beoordelingsopdracht wordt in dat geval een beoordelingsverklaring afgegeven.

Er zijn verschillende soorten beoordelingsverklaring:

  1. Goedgekeurde beoordelingsverklaring
  2. Beoordelingsverklaring met beperking
  3. Beoordelingsverklaring met onthouding van een conclusie
  4. Afkeurende beoordelingsverklaring

Een beoordelingsverklaring volgens NV COS 2400 bevat:

  • Inleidende paragraaf: identificatie van financiële overzicht en vermelding verantwoordelijkheden accountant en bestuur
  • Paragraaf waarin de aard van de beoordeling wordt omschreven
  • Conclusie van de accountant (negatief geformuleerd)

Een beoordelingsverklaring volgens NV COS 2410 bevat:

  • Opgave van tussentijdse financiële informatie waar de beoordeling betrekking op heeft
  • Verantwoordelijkheid van het bestuur indien het een jaarrekening betreft
  • Verantwoordelijkheid bestuur in opstellen van tussentijdse financiële informatie
  • Vermelding dat accountant verantwoordelijk is voor conclusie, dat beoordeling is uitgevoerd in overeenstemming met NV COS 2410.
  • Conclusie
  • Of accountant iets heeft gevonden dat erop wijst dat niet alle aspecten in overeenstemming zijn met het toegepaste stelsel.

Wat is het doel van het controleren van de jaarrekening? - Chapter 9

Het doel van de jaarrekening controle is de accountant in staat te stellen een oordeel te geven of de jaarrekening, in alle van materieel belang zijnde opzichten, in overeenstemming is met de grondslagen voor de financiële verslaggeving die gelden. De belangrijkste elementen van een goedgekeurde controleverklaring zijn:

  • Reikwijdte van de controle: welke controlewerkzaamheden nodig zijn in bepaalde omstandigheden om het doel van de controle te bereiken. De reikwijdte is de norm waaraan de accountant moet voldoen onder de gegeven omstandigheden.
  • Een getrouw beeld van de jaarrekening. De volgende aspecten komen aan de orde als de getrouwheid van de jaarrekening wordt onderzocht:
  1. Aanvaardbaarheid: Kan de onderneming in alle redelijkheid kiezen voor het ingenomen standpunt of de toegepaste veronderstellingen?
  2. Toereikendheid: Is alles wat nodig is voor een goede interpretatie van de verantwoording duidelijk en voldoende weergegeven?
  3. Betrouwbaarheid: in welke mate is informatie juist en volledig?
  4. Rechtmatigheid: relevante wet- en regelgeving.
  • Redelijke mate van zekerheid: geen afwijkingen van materieel belang. Er zijn beperkingen om deze afwijkingen te ontdekken:

    • Door het toepassen van deelwaarnemingen,

    • Beperkingen die inherent zijn aan interne beheersmaatregelen

    • De meeste controle-informatie maakt eerder iets aannemelijk dan dat het iets echt bewijst.

Een axioma is een onbewezen, maar als beginsel aanvaarde stelling. Het axiomatisch voorbehoud gaat over afwijkingen die niet hoeven of kunnen worden ontdekt. Oorzaken van kwalitatief axiomatisch voorbehoud zijn:

  • Deskundigheid kan niet reiken tot alle gebieden die relevant zijn.
  • Aanwezigheid op alle plaatsen waar relevante gebeurtenissen plaatsvinden is niet mogelijk.
  • Feiten doen zich voor die niet uit de administratie blijken of bewust daaruit worden gehouden.
  • Onzekerheden blijven bestaan (o.a. veroorzaakt door fouten en samenspanning) want alleen uiterlijke kenmerken van de administratieve organisatie en interne beheersing kunnen worden waargenomen.

Kwantitatief axiomatisch voorbehoud heeft betrekking op de afweging tussen kosten en nut van de controle. Daardoor worden er vaak slechts steekproeven toegepast in plaats van onderbouwde deel-waarnemingen. Steekproeven leveren geen volledige zekerheid doordat de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van te voren worden vastgesteld. Een controleverklaring is eigenlijk een bewering van een accountant over een bewering van het bestuur.

Een jaarrekening is te interpreteren als een verzameling van beweringen door het bestuur, management assertions genoemd. De beweringen van verantwoordingsplichtigen/bestuur kunnen worden gerangschikt in vijf categorieën:

  1. Bestaan: transacties in de jaarrekening hebben echt plaatsgevonden. Bezittingen en schulden in de jaarrekening bestaan echt.
  2. Volledigheid: alle transacties, bezittingen & schulden zijn opgenomen.
  3. Waardering of allocatie: bezittingen, schulden, EV, kosten & opbrengsten zijn voor het juiste bedrag opgenomen in de jaarrekening.
  4. Rechten en verplichtingen: Bezittingen zijn eigendom en schulden zijn verplichtingen.
  5. Presentatie en toelichting: juiste indeling en omschrijving van jaarrekeningposten en toereikendheid van de gegeven informatie.

Controledoelstellingen worden verdeeld in:

  • Transactiegerelateerde doelstellingen (in W&V rekening)
  • Balanspost gerelateerde doelstellingen.

Controle-informatie wordt verzameld door een combinatie van controlehandelingen, transacties en balansposten.

Controledoelstellingen die horen bij beweringen over groepen transacties en gebeurtenissen zijn:

  • Bestaan: er zijn werkelijk plaatsgevonden transacties
  • Volledigheid: alles is geboekt
  • Juistheid: alles is op juiste wijze geboekt
  • Tijdigheid: transacties zijn in de juiste periode geboekt
  • Rubricering: transacties zijn op de juiste rekeningen geboekt

Controledoelstellingen bij beweringen over jaarrekeningposten:

  • Bestaan: activa, passiva en EV bestaan echt
  • Rechten en verplichtingen: er zijn daadwerkelijk eigendom en schulden
  • Volledigheid: alles is geboekt
  • Waardering en toerekening: juiste bedragen en juiste waardering/toerekening.

Controledoelstellingen bij beweringen over presentatie en toelichting:

  • Bestaan, rechten en verplichtingen: transacties hebben werkelijk plaatsgevonden
  • Volledigheid: alles is opgenomen
  • Rubricering en begrijpelijkheid: alles is op de juiste wijze gepresenteerd en duidelijk
  • Juistheid en waardering: de informatie is getrouw en voor de juiste bedragen toegelicht

Wat is materialiteit? - Chapter 10

Materialiteit bepaalt de tolerantie waarmee wordt gecontroleerd. De materialiteit van een post of de afwijking is afhankelijk van de omvang van de post. Het is meer een drempel of kritische grens. Informatie is materieel als het weglaten of onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen kunnen beïnvloeden die gebruikers aan de hand van de jaarrekening nemen. Materialiteit heeft een:

  • Kwantitatieve dimensie (bedrag van de afwijking)
  • Kwalitatieve dimensie (aard van de afwijking)

Het bedrag van de afwijking en van de materialiteit worden vergeleken:

Bedrag van afwijking

Er moet rekening worden gehouden met de materialiteit bij de planning (ex ante) en bij de evaluatie (ex post). De inschatting van de afwijking van de voren kan afwijken erna door een veiligheidsmarge of een wijziging van de inzichten tijdens de controle.

Materialiteit wordt door de accountant beoordeelt:

  • Als geheel, op niveau van de jaarrekening
  • Als afzonderlijke posten, op beweringsniveau

Kleine afwijkingen kunnen cumulatief een groot effect hebben op de jaarrekening. De inschatting van de materialiteit is een zaak van een vakkundige oordeelsvorming. De materialiteit moet in overweging worden genomen bij het bepalen van de aard, tijdsplanning en omvang van de controlewerkzaamheden. Ook bij het evalueren van het effect van afwijkingen moet materialiteit in overweging worden genomen.

De accountant stelt de materialiteit voor de financiële overzichten als geheel (jaarrekeningtolerantie) en de uitvoeringsmaterialiteit vast op basis van tabellen uit handboeken. Hij gebruikt zijn professional judgement om te kijken of de tabellen wel passen bij de dynamische onderneming.

De toegestane afwijking/norm is een geldbedrag. Een norm voor de maatschappelijk aanvaardbare geachte onnauwkeurigheid in een voorstelling van de grootte en samenstelling van vermogen en resultaat. De verschillende vermogensbestanddelen en onderdelen van het resultaat worden omgerekend tot één vermogen en resultaat. De rubriek van de jaarrekening met de grootste onnauwkeurigheid is medebepalend voor de bepaling van de materialiteit als geheel.

De uitvoeringsmaterialiteit wordt berekend om er voor te zorgen dat het geheel van niet-corrigerende en niet-ontdekte afwijkingen in de financiële overzichten zo laag mogelijk blijft in vergelijking met de materialiteit als geheel. Er moet rekening worden gehouden met niet-gecorrigeerde afwijkingen uit vorige jaren. Een veiligheidsmarge wordt ingebouwd door de uitvoeringsmaterialiteit lager te schatten dan de materialiteit voor de jaarrekening als geheel. Daardoor verricht de accountant meer werkzaamheden dan strikt noodzakelijk, waardoor de kans op niet-ontdekte materiële afwijkingen kleiner is.

Afwijkingen in de jaarrekening worden onderzocht op aard en oorzaak. Er wordt dan gekeken of het een afwijking is van materieel belang en op welk niveau. Wat betreft de aard van een afwijking van materieel belang kan het gaan om:

  1. Onopzettelijke afwijking:
  • Incidenteel (bij de uitvoering)
  • Systematisch (onvolkomenheden in de instructies of instructies die genegeerd of verkeerd toegepast zijn of afwijking in de wel of niet geautomatiseerde processen)
  1. Opzettelijke afwijking: hebben als doel maatregelen en procedures voor beheersing van activiteiten te doorbreken. Bewuste verdraaiing of achterhouding van informatie, onjuiste voorstelling: Fraude.

Een schattingsverschil ontstaat wanneer er een verschil van inzicht is tussen de leiding van de onderneming en de accountant over een schatting van een bedrag. Er bestaan twee categorieën onopzettelijke afwijkingen en schattingsverschillen:

  • Bekende afwijkingen: specifieke door de accountant geconstateerde afwijkingen, ook het netto-effect van voorgaande niet-gecorrigeerde afwijkingen
  • Onbekende/geprojecteerde afwijkingen: best mogelijke schatting door de accountant van afwijkingen die niet specifiek kunnen worden aangewezen.

Er wordt een foutbovengrens bepaald: de maximale afwijking die een populatie kan bevatten wanneer er vooraf een betrouwbaarheid is vastgesteld. Deze afwijking wordt vergeleken met de toelaatbare afwijking.

Er wordt vastgesteld of een afwijking materieel is. Een afwijking is materieel wanneer een afwijking van een transactie, post of toelichting groter is dan de vastgestelde uitvoeringsmaterialiteit. Er wordt een optelling van de afwijkingen gemaakt wanneer er meerdere transacties, posten of toelichtingen afwijken, maar niet de uitvoeringsmaterialiteit overtreffen. Deze wordt vergeleken met de uitvoeringsmaterialiteit en gekeken of het gezamenlijk effect materieel is.

Wanneer het totaalbedrag van de niet-gecorrigeerde afwijkingen de uitvoeringsmaterialiteit nadert kan de accountant aanvullende controlewerkzaamheden verrichten of de leiding vragen de afwijkingen aan te passen. Wanneer de leiding weigert de jaarrekening aan te passen wordt de controleverklaring aangepast: met een beperking of afgekeurd.

De vier stappen bij het toepassen van materialiteit:

  1. Materialiteit voor de jaarrekening als geheel (jaarrekeningtolerantie)
  2. Eventueel bepalen van het materialiteitsniveau m.b.t. bijzondere transactiestromen etc.
  3. Bepalen van de uitvoeringsmaterialiteit
  4. Evalueren van fouten op jaarrekening- en beweringsniveau en bepalen van het soort verklaring in relatie tot de materialiteit voor de jaarrekening als geheel.

Hoe breng je risico's in kaart? - Chapter 11

Risico analytische controlemethode: het in kaart brengen van de risico's van afwijkingen van materieel belang en de significante risico's gebaseerd op het aanvaardbare accountantscontrole risico (onjuiste accountantsverklaring). Op basis van de risico-inschatting worden de werkzaamheden bepaald. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen systeemgerichte en gegevensgerichte controlewerkzaamheden.

Het risicoanalyse model berekent het accountantscontrolerisico (AR):

AR = (IR + CR ) x DR

Waarin:

  • IR = Inherent Risico
  • CR = Intern beheersingsrisico
  • DR = Detectierisico

De risicoanalyse sluit aan op de risicobeheersing van de onderneming. Bij de risicoanalyse gaat het om informatie risico. Dit is echter slechts één aspect van de risicobeheersing van de onderneming. Op basis van de controle-informatie wordt er een planning gemaakt. Er wordt gekeken of de risico's kunnen leiden tot afwijkingen van materieel belang. Er bestaan twee soorten risico's voor de accountant bij het controleren van de jaarrekening, namelijk:

  • Het accountantscontrolerisico
  • Het opdrachtrisico

Accountantscontrolerisico: er wordt een redelijke mate van zekerheid gegeven door de accountant in de uitkomst van de controle. Daarmee wordt verklaard dat er een risico bestaat dat het oordeel niet juist is en dus een afwijking van materieel belang bevat. Het geven van absolute zekerheid is niet mogelijk vanwege de verschillende aspecten:

  • Noodzaak van oordeelsvorming
  • Toepassen van deelwaarnemingen
  • Inherente beperkingen van interne beheersing
  • Beperkte controle-informatie maken eerder iets aannemelijk dan dat het sluitend bewijs levert

Opdrachtrisico: het verlies van een opdracht, tuchtprocedure of een civiele procedure waarbij de accountant aansprakelijk wordt gesteld voor schade voor een onterecht afgegeven controleverklaring. Niet alle opdrachten leiden in gelijke mate tot dit risico omdat:

  • Een beperkt percentage jaarrekeningen bevat materiële afwijkingen.
  • Niet-ontdekte afwijkingen moeten nog ontdekt worden.
  • Belanghebbenden moeten schade hebben geleden als gevolg.

Een te hoog accountantscontrolerisico kan tot een verhoogd opdrachtrisico leiden. Factoren die van invloed kunnen zijn op het opdrachtrisico:

  1. Mate waarin belanghebbenden zich bij hun besluitvorming baseren op de jaarrekening. Dit is afhankelijk van:
  • De omvang van de onderneming/huishouding (hoe groter hoe meer vertrouwen)
  • Spreiding van de aandelen (hoe groter de spreiding, hoe groter het belang)
  • De aard en omvang van de verplichtingen (door financiering met vreemd vermogen neemt het belang toe).
  1. Waarschijnlijkheid dat de gecontroleerde onderneming niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen - discontinuïteit. Indicaties voor een verhoogd risico op discontinuïteit zijn:
  • Snel verslechterende resultaten
  • Slechte kwaliteit management
  • Riskante activiteiten
  • Veel kort vreemd vermogen
  • Liquiditeitspositie; negatief werkkapitaal en negatieve cashflow
  1. Integriteit van de leiding van de gecontroleerde onderneming. Indicatoren voor een zwakke integriteit van de leiding van de huishouding zijn:
  • Regelmatige arbeidsconflicten
  • Gerechtelijke procedures
  • Een groot verloop onder sleutelfunctionarissen
  • Regelmatig disputen met belastingdienst
  • Negatieve publiciteit

Het inherente risico: de gevoeligheid van een bewering voor een afwijking die afzonderlijk of samen met andere afwijkingen van materieel belang kan zijn (er van uit gaande dat er geen interne beheersingsmaatregelen zijn toegepast). Een goed intern beheersingsklimaat, waarbij het management bereid is om een correct verloop van de bedrijfsprocessen en de verslaggeving daarover te realiseren, beperkt dit inherente risico.

Het interne beheersingsrisico is het risico dat een afwijking, die voorkomt in een bewering en die afzonderlijk of samen met andere afwijkingen van materieel belang kan zijn, niet wordt voorkomen of tijdig ontdekt en hersteld wordt door de interne beheersmaatregelen van de onderneming.

De vakkundige oordeelsvorming (professional judgement) van een accountant is nodig voor het inschatten van risico's. Mogelijke foutbronnen moeten worden onderkend en gerelateerd aan verschillende saldi en transacties die van materieel belang zijn voor de jaarrekening. Risico's die beperkt worden onderkend leiden mogelijk tot tekorten in het controleplan, waardoor niet wordt voldaan aan de effectiviteitseisen die worden gesteld door het maatschappelijk verkeer aan de accountantscontrole. Risico's die te hoog zijn ingeschat kunnen leiden tot een situatie van over auditing, waardoor niet wordt voldaan aan de eis dat de kosten van de controle moeten opwegen tegen de baten.

Voor het maken van een risico-inschatting heeft de accountant kennis nodig over de onderneming/omgeving. Daarbij moet hij letten op de volgende aandachtspunten:

  1. Financiële prestaties
  2. Aangelegenheden op het gebied van de bedrijfstak (concurrentie/regelgeving)
  3. Aard van de onderneming (activiteiten)
  4. Doelstellingen en strategieën en de daaruit voorkomende risico's die kunnen leiden tot een afwijking van het materieel belang.
  5. Interne beheersing (COSO-model)

Bij het bepalen van materiële afwijkingen worden algemene en postspecifieke factoren onderscheiden. Algemene factoren worden niet toegewezen aan saldi en transacties, zij hebben op alle betrekking. De algemene en postspecifieke factoren kunnen elk weer verdeeld worden verdeeld in externe en interne aspecten.

Voor de beoordeling van de interne beheersing wordt er volgens het COSO model een analyse gemaakt van:

  • De beheersomgeving
  • Het proces met betrekking tot risico-inschatting
  • Het informatiesysteem
  • Beheersingsactiviteiten
  • Het toezicht op beheersingsmaatregelen

Interne beheersmaatregelen staan in voor het bereiken van de doelstellingen. Meestal hebben deze betrekking op de financiële verslaggeving, bedrijfsvoering en de naleving van wet- en regelgeving.

Er wordt bij de risico-inschatting onderscheid gemaakt tussen risico's die betrekking hebben op:

  • Bepaalde transactiestromen: jaarrekeningposten en toelichtingen en daarmee verband houdende beweringen.
  • De jaarrekening als geheel en mogelijk van invloed zijn op een groot aantal beweringen. Een zwakke interne beheersomgeving kan voor risico's op jaarrekeningniveau zorgen.

Beheersingsmaatregelen kunnen (in)direct verband houden met een bewering. Een beheersingsmaatregel is minder effectief voor het voorkomen of ontdekken en herstellen van afwijkingen, als het verband meer indirect is. De accountant doet een analyse en inschatting van de interne beheersing per proces om te beoordelen wat de betekenis van de interne beheersing voor de accountantscontrole kan hebben. Bij deze analyse wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • Het interne beheersingsklimaat.
  • De selectie van de gegevensverwerkende processen die van belang zijn.
  • Mate waarin voor de geselecteerde processen aan de beheersingscriteria wordt voldaan.
  • Het onderscheid tussen preventieve (voorkoming), detectieve (ontdekkend) en correctieve maatregelen.

De accountant gaat per proces na of de maatregelen voldoende zijn. Indien dat zo is, gaat hij na van welke maatregelen de naleving voor zijn controle belangrijk is (key controls). Hij stelt vast in welke mate hij effectief en efficiënt gebruik kan maken van de maatregelen.

Significante risico's zijn een deelverzameling van alle voor de accountant relevante risico's. Er is hierbij een verhoogde kans op materiële afwijking in de jaarrekening. Bijvoorbeeld frauderisico's of risico's door de complexiteit van de transacties. Ze hebben vaak betrekking op niet routinematige transacties en op zaken die specifieke oordeelsvorming vereisen (bijv. Bepaling van schattingsposten). Dat bij deze zaken eerder sprake is van een risico met materiële afwijking komt door de volgende aspecten:

  • Grote invloed van de leiding op het bepalen van de wijze van verantwoorden.
  • Grote hoeveelheid handmatige tussenschakels bij verzamelen en verwerken van gegevens.
  • Ingewikkelde berekeningen of grondslagen voor financiële verslaggeving.
  • Aard van niet-routinematige transacties (moeilijk effectieve maatregelen).
  • Verschillende interpretaties voor financiële verslaggeving van schattingsposten.
  • Subjectief of complex oordeel, zoals benadering van reële waarde.

Risico's die betrekking hebben op belangrijke zaken hebben een vergrote kans dat een afwijking van materieel belang is.

Controleplan: hierin staan de controlewerkzaamheden beschreven die de benodigde controle-informatie moeten opleveren om het accountantscontrolerisico tot een laag niveau te brengen. Controlewerkzaamheden bestaan uit:

  • Systeemgerichte controlewerkzaamheden (gericht op effectieve werking van beheersmaatregelen)
  • Gegevensgerichte controlewerkzaamheden

De aard, tijdsfasering en omvang van de controlewerkzaamheden wordt bepaald door:

  • Aard van het ingeschatte risico.
  • De kenmerken van de transactiestroom, jaarrekeningpost of toelichting.
  • De aard van de interne beheersingsmaatregelen van de onderneming, in het bijzonder of deze handmatig of geautomatiseerd zijn.

Systeemgerichte werkzaamheden worden uitgevoerd indien:

  • Inschatting van het risico van een afwijking van materieel belang op beweringsniveau mede is gebaseerd op de verwachting dat de interne beheersingsmaatregelen effectief werken.
  • De gegevensgerichte controles alleen niet voldoende en geschikte controle-informatie kunnen verschaffen.

De keuze voor controlewerkzaamheden hangt af van de reikwijdte, toepasbaarheid, effectiviteit, nauwkeurigheid, efficiëntie en doelstelling. De omvang van de controlewerkzaamheden omvat het aantal keren dat een bepaalde handeling moet worden uitgevoerd. Wanneer de aard en omvang van de controlemix is bepaald, kan het worden uitgevoerd. De timing van de controlewerkzaamheden is een belangrijk onderdeel van het controleplan. Er blijft altijd een ontdekkingsrisico. Naarmate de betrouwbaarheid van de interne informatievoorziening beter is door de maatregelen van interne beheersing, neemt de effectiviteit van de cijferanalyse toe.

Controlewerkzaamheden die zijn gericht op het ontdekken van onjuistheden (kwantificeerbare onvolkomenheden) zijn verdeeld in:

  • Cijferanalyserisico: risico dat materiële afwijkingen die door de interne beheersingsmaatregelen niet zijn ontdekt en gecorrigeerd, ook niet met cijferanalyse worden ontdekt.
  • Deelwaarnemingsrisico: risico dat materiële afwijkingen die nog niet zijn ontdekt, ook bij de deelwaarnemingen van de accountant niet worden ontdekt. Als de deelwaarnemingen uit worden gevoerd als een steekproef is er een steekproefrisico.

Het kwaliteitsbeheersingsrisico gaat om afwijkingen en onvolkomenheden die niet gekwantificeerd kunnen worden. Het kwalititeitsbeheersingsrisico omvat verschillende risico's die kunnen worden verdeeld in twee groepen:

  • Oordeelvormingsrisico's: kunnen leiden tot gebreken in de opstelling of aanpassing van het werkprogramma van de accountant zodat relevante factoren over het hoofd worden gezien. Ook kunnen bij de uitvoering geconstateerde feiten onjuist worden geïnterpreteerd, zodat daar onterecht een oordeel aan wordt ontleend.
  • Uitvoeringsrisico's: ontstaan door onvoldoende beheersing van de controle-uitvoering, onjuiste samenstelling van het controle-team, onachtzaamheid, onvoldoende alert zijn, onvoldoende leiding over en toezicht op de uitvoering.

Een controleprogramma bestaat meestal uit een combinatie van verschillende controlewerkzaamheden. Accountants zijn meestal bezorgder voor under auditing (dat te weinig controlewerkzaamheden zijn uitgevoerd) dan voor over auditing. Er bestaat een negatieve relatie tussen materialiteit en accountantscontrolerisico: een grotere tolerantie (in de vorm van geld) leidt tot een beperkter werkprogramma, afgestemd op het signaleren van in absolute zin grote afwijkingen. Er is dan een relatief grote onnauwkeurigheidsmarge.

Wat is controle-informatie? - Chapter 12

Controle-informatie is de informatie die de accountant gebruikt om conclusies te trekken voor zijn oordeel. Het is cumulatief en wordt primair verkregen uit controlewerkzaamheden of uit eerdere controles. Deze informatie moet voldoende (qua hoeveelheid) en geschikt (qua kwaliteit) zijn. Om te beoordelen of de informatie hier aan voldoet kijkt de accountant naar het volgende:

  • De risico inschatting van afwijkingen van materieel belang
  • De interne beheersing
  • Het materieel belang van de gecontroleerde post
  • Ervaringen die tijdens eerdere controles zijn opgedaan
  • Controlebevindingen, waaronder evt. fraude of opzettelijke fouten
  • De herkomst en betrouwbaarheid van de gegevens

Een controlemethode bestaat wanneer controlewerkzaamheden worden gebundeld op een doordachte wijze in een controleplan en werkprogramma. De kwaliteit van controle-informatie wordt beïnvloed door de relevantie en betrouwbaarheid.
Relevantie gaat over de logische samenhang met het doel van de controlemaatregel. Bij de betrouwbaarheid gelden de volgende criteria:

  1. De mate van onafhankelijkheid van de verstrekker van de informatie: externe informatie is meestal betrouwbaarder
  2. De kwaliteit van het stelsel van interne beheersing: effectief stelsel zorgt voor meer betrouwbare informatie
  3. Mate waarin de accountant de controle-informatie direct heeft verkregen: informatie door eigen werkzaamheden en waarneming zijn beter.
  4. Deskundigheid van de verstrekker van de informatie: zakelijke achtergrond
  5. Mate van objectiviteit van de controle-informatie: subjectief niet betrouwbaar
  6. Vorm waarin de controle-informatie is verkregen: schriftelijk beter dan mondeling

Controle-informatie is verkregen door het verrichten van controlewerkzaamheden. De controlewerkzaamheden die worden onderkend zijn:

  • Inspectie: onderzoek van vastleggingen of documenten of een fysiek onderzoek van een actief (inventarisatie). Er zijn drie soorten bescheiden die de accountant kan inspecteren:
  • Bescheiden vervaardigd door derden en in bezit van derden
  • Bescheiden vervaardigd door derden en in bezit van de onderneming
  • Bescheiden vervaardigd door en in bezit van de onderneming.

Een fysieke inspectie kan plaatsvinden. Het opnemen van alle artikelen heet de integrale inventarisatie. Partiële inventarisatie is soms ook mogelijk.

  • Waarneming: het kijken naar een proces (of procedure) dat door anderen wordt uitgevoerd.
  • Verzoek om inlichtingen: het proberen te verkrijgen van informatie bij goed ingelichte personen, wel/niet financieel en intern/extern. Vaak een uiterst bruikbare bron.
  • Externe confirmatie: schriftelijke reactie met bevestiging van derden. Bij een positieve externe confirmatie vraagt de accountant of de confirmerende partij een reactie verstrekt, waarin zij aangeeft dat zij instemt met de gegeven informatie of zelf informatie verstrekt. Bij een negatieve confirmatie hoeft de derde partij alleen te reageren als hij niet akkoord is met de verstrekte opgave. Maar er kan ook een non-respons zijn, daardoor weinig zekerheid. Externe confirmatie kan worden gebruikt bij: banksaldi (standaardbankverklaring), voorraden in consignatie(consignatieverklaring), voorraden in depot (depotopgave) enz. Ook de attestatie de vita hoort hierbij: een schriftelijk stuk waarbij door een bevoegde autoriteit wordt verklaard dat een bepaalde persoon op een bepaald tijdstip in leven is.
  • Herhaling van de uitvoering: herhalen van procedures of interne beheersmaatregelen.
  • Herberekening: het toetsen van de rekenkundige juistheid van documenten of vastleggingen.
  • Cijferanalyse: evaluatie van financiële informatie door een analyse te maken van waarschijnlijke verbanden tussen zowel wel/niet financiële gegevens. Daarbij inbegrepen het daaruit voortvloeiende onderzoek naar de oorzaak van de fluctuaties en de verbanden die niet overeenstemmen met andere relevante gegevens of die afwijken van de verwachte bedragen. Een cijferanalyse omvat het beschouwen van verbanden: verbandcontroles.

Een gegevensverwerkend proces omvat de verwerking van basisgegevens door een programma van instructies dat de gegevens verwerkt in bestanden. Deze gegevens worden vanuit deze bestanden omgezet tot informatie. Het doel is het proces zo efficiënt, effectief en betrouwbaar mogelijk te laten verlopen. Er zijn drie groepen controlemiddelen:

  1. Beoordeling van de organisatie
  2. Beoordeling van de informatie
  3. Gegevensgerichte controlewerkzaamheden.

Positieve controle is gericht op het vaststellen of alles in een gegevensopstelling is begrepen, daarin terecht is gekomen.

Een negatieve controle is aan de orde wanneer de controle erop gericht is vast te stellen of alles wat in een gegevensopstelling moet zijn begrepen, daarin is opgenomen. Traditioneel wordt er van uitgegaan dat activa en baten positief, en passiva en opbrengsten negatief worden gecontroleerd.

Een formele controle houdt de constatering of aan de voorschriften is voldaan in, waaronder de controle van de rekenkundige juistheid en cijfermatige overeenstemming valt. De accuratessecontrole valt hieronder. Deze is gericht op de technische juiste uitvoering van de informatieverzorging.

Bij de materiële controle gaat het om de betekenis van de handeling of transactie. De betekenis voor de doelstelling van de onderneming. Het budgetsysteem is een belangrijk hulpmiddel bij de materiële controle, omdat het verband tussen bedrijfsdoelstelling en transactiestromen door het budget tot uitdrukking worden gebracht.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.