Wat houdt het aansprakelijkheidsrecht in? - Chapter 1 (7)

Voorkoming van schade is één van de hoofddoelen van het aansprakelijkheidsrecht.

1.2 Verbintenissen uit de wet

In vrijwel elk rechtsstelsel zijn rechtssubjecten verplicht om de schade die zij een ander door eigen onbehoorlijk gedrag hebben veroorzaakt te vergoeden. Zolang er echter geen bijzondere reden is om die schade op een ander af te schuiven, draagt iedereen in principe zijn eigen schade. Hierbij moet wel in het achterhoofd worden gehouden dat de wetgever soms niet de veroorzaker van de schade zelf, maar een ander opdraagt om de schade te vergoeden. Zo moeten ouders opdraaien voor schade die is veroorzaakt door hun kind.

Degene die een onrechtmatige daad pleegt of iemand anders die volgens de wet onverantwoordelijk is, is krachtens art. 6:162 civielrechtelijk verplicht om de schade te vergoeden: tussen deze persoon en degene die schade lijdt ontstaat een verbintenis, namelijk tot het betalen van schadevergoeding. Andere verbintenissen zijn de verbintenis uit zaakwaarneming (art. 6:198), onverschuldigde betaling (art. 6:203) en ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212). Het verschil tussen dit soort wettelijke verbintenissen en bijvoorbeeld verplichtingen die voortvloeien uit een overeenkomst, is dat het rechtsgevolg in het laatste geval beoogd is, terwijl dat er bij verbintenissen uit de wet dat niet het geval is.

1.3 Twee soorten samenloop

Soms zijn er meerdere vermogensrechtelijke regels van toepassing op eenzelfde gebeurtenis; men noemt dat samenloop. In principe zijn dan alle relevante regels van toepassing, tenzij er sprake is van een zogenaamde lex specialis. Dit heeft altijd voorrang boven algemene regels. Samenloop doet zich bijvoorbeeld vaak voor als een contractuele verplichting geschonden wordt (dan zijn art. 6:74 e.v. van toepassing) en het verdedigbaar is dat deze schending ook als onrechtmatige daad kan worden aangemerkt. In het algemeen wordt echter aangenomen dat er in die gevallen alleen sprake is van een onrechtmatige daad als de gedraging ook los van de contractuele verplichting als onrechtmatig kan worden beschouwd; er moeten dan dus ook niet-contractuele normen zijn geschonden.

Ook kan het zo zijn dat het onrechtmatig veroorzaken van schade reden geeft voor het opleggen van strafrechtelijke sancties. Dit is een andere vorm van samenloop. Het strafrechtelijke stelsel verschilt echter op een aantal punten behoorlijk van het civielrechtelijke stelsel. Zo staan bij het strafrecht de strafbaarheid van de gedraging en de strafbaarheid van de dader centraal, terwijl het bij civiel recht gaat om de schadeplichtigheid. Verder staan bij het strafrecht niet twee gelijkwaardige partijen tegenover elkaar, maar staat de verdachte tegenover het Openbaar Ministerie (OM) als staatsapparaat. Ook wordt er in het strafrecht opzettelijk leed toegebracht aan de veroordeelde, terwijl het in een aansprakelijkheidsproces niet gaat om straffen maar om het verplaatsen van financieel nadeel. Dit nadeel verplaatst dan namelijk naar degene die verantwoordelijk kan worden gehouden voor de ontstane schade, zelfs als diegene daarvan geen verwijt kan worden gemaakt.

1.4 Een aantal algemeenheden

Aansprakelijkheid kan men onderverdelen in verschillende soorten:

  • de zogenaamde ‘klassieke aansprakelijkheid’ voor het zelf onrechtmatig handelen;

  • aansprakelijkheid voor misstappen van anderen;

  • aansprakelijkheid voor bepaalde zaken die gebreken hebben of gevaarlijk zijn.

Soms berust aansprakelijkheid dus op schuld (ook wel: verwijtbaar onrechtmatig gedrag) en soms op risico. Dit gebeurt wanneer er geen sprake is van verwijtbaarheid of wanneer het gedrag niet onrechtmatig is. Men moet dus onderscheid maken tussen schuldaansprakelijkheid of foutaansprakelijkheid (want het gaat om eigen fouten) en risicoaansprakelijkheid, waarbij andere maatstaven dan de eigen fout een rol spelen.

Het belangrijkste doel van het aansprakelijkheidsrecht was het herstellen van geleden schade en het voorkomen van dreigende schade. In de laatste aanpassing van Asser/Hartkamp & Sieburg wordt echter bepleit dat het aansprakelijkheidsrecht vaak gericht is op de vraag wanneer schade moet worden verschoven van het slachtoffer naar degene die de schade heeft veroorzaakt of hiervoor de verantwoordelijkheid draagt. Hiervoor moeten twee punten worden afgewogen: degene die schade heeft geleden is zelf verantwoordelijk voor de schade en degene die de schade heeft veroorzaakt dient deze te vergoeden.

Voorkoming van schade is één van de hoofddoelen van het aansprakelijkheidsrecht. Echter, het voorkomen van schade is niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld wanneer de kosten voor preventieve maatregelen niet opwegen tegen het accepteren van de mogelijkheid tot schade. In sommige gevallen moet daarom voor lief worden genomen dat de kans bestaat dat er schade zal ontstaan. Doel en functie moeten worden gezien in samenhang met de grondslag van civielrechtelijke aansprakelijkheid. Omtrent deze grondslag bestaan verschillende theorieën:

  • de schuldleer: schade kan alleen worden afgeschoven op een ander wanneer deze laatste een verwijt kan worden gemaakt. Dit is de grondslag van art. 6:162;

  • de risicoleer: soms moet geleden schade voor het risico van een ander komen, die dus aansprakelijk is. Een nadere concretisering van deze grondslag is niet goed mogelijk;

  • de profijttheorie: degene die van een bepaald iets voordeel heeft, moet ook de daaraan verbonden risico’s dragen.

Deze theorieën geven geen van allen een bevredigende verklaring voor de vraag waarom in een bepaald geval de schade voor rekening van een bepaald persoon moet komen. In principe zijn het allemaal aspecten van de billijkheid, die weer van tijd en plaats afhankelijk zijn. Zo wordt het genoemde uitgangspunt dat in principe iedereen zijn eigen schade moet dragen tegenwoordig regelmatig bekritiseerd.

Omdat het door de aansprakelijke te betalen bedrag hoog kan zijn, kan men zich verzekeren. In dat geval moet niet de aansprakelijke, maar de verzekeraar de schade vergoeden. Er zijn echter een aantal ontwikkelingen (zoals de stijging van het aantal claims of een gebrek aan solvabiliteit van verzekeraars) die ervoor zorgen dat er soms kans is dat de aansprakelijke persoon de schade zelf zal moeten vergoeden en dat wanneer hij dat niet kan, het slachtoffer geen geld ontvangt. De vraag of het bestaan van een verzekering het aannemen van aansprakelijkheid beïnvloedt is omstreden. Wat wel vaststaat is dat de omvang van de aansprakelijkheid door verzekering kan worden beïnvloed, onder andere omdat deze verzekering de draagkracht of behoefte van de aansprakelijke en het slachtoffer bepaalt.

Een andere vraag wordt opgeroepen door zogenaamde ‘nieuwe risico’s’, dat wil zeggen risico’s die voorheen min of meer werden aanvaard maar inmiddels niet hebben geleid tot doeltreffende maatregelen om schade te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan het omvangrijke gebruik van asbest in de jaren ’50. Uit de jurisprudentie volgt dat aansprakelijkheid moet worden beoordeeld aan de hand van de criteria die golden op het moment dat de schadelijke handelingen plaatsvonden en dus niet naar de maatstaven die golden op het moment dat de schade intreedt. Toch blijkt een eigentijdse beoordeling vaak onvermijdelijk. Vanaf het moment dat de aansprakelijke op de hoogte moest zijn geweest van de mogelijke gevaren die zijn handelingen met zich meebrachten geldt een verhoogde zorgvuldigheidsnorm. Men kan dus aansprakelijk worden gesteld wanneer op het moment van het verrichten van de handelingen nog niet vaststaat dat die handelingen schadelijk zullen zijn. Dit is een verschijningsvorm van het voorzorgbeginsel.

Het aansprakelijkheidsrecht is continu in ontwikkeling, meer nog dan de meeste andere aspecten van het privaatrecht. Dit komt bijvoorbeeld door de vele open normen. Bij het invullen van zulke open normen, zoals ‘redelijkheid en billijkheid’, speelt de op dat moment heersende rechtsovertuiging een grote rol. Ook externe omstandigheden, zoals een economische crisis, kunnen beslissend zijn bij de ontwikkeling van het recht net als de omstandigheden van het concrete geval. Dat het aansprakelijkheidsrecht voortdurend aan verandering onderhevig is, blijkt ook uit de invoering van het huidig Burgerlijk Wetboek, waarbij nieuwe aansprakelijkheden in het leven werden geroepen en enkele andere wijzigingen zijn doorgevoerd. Het recht dat beslist welk recht moet worden toegepast bij gevallen die zich voordeden voordat het nieuwe BW werd ingevoerd (namelijk het oude of het nieuwe recht) is overgangsrecht. Wat betreft het aansprakelijkheidsrecht is hierbij het moment waarop de schade is ontstaan of het moment van bekendwording bepalend. Een andere vernieuwing die het nieuwe BW met zich meebracht, zijn de vaak kortere verjaringstermijnen. Tot slot is niet alleen de wetgeving voortdurend in beweging, maar ook de rechtspraak.

Niet alleen in onze Grondwet vinden we fundamentele rechten, deze zijn ook terug te vinden in verschillende internationale verdragen, waaronder het Europees verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Via artikel 93 en 94 GW hebben de in het EVRM neergelegde fundamentele rechten rechtstreekse werking. De Nederlandse rechter is verplicht zich aan de in het EVRM neergelegde bepalingen te houden, tevens is zij gebonden aan de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Met name het gebied van de overheidsaansprakelijkheid wordt beïnvloed door het aansprakelijkheidsrecht. Ook buiten dit terrein heeft de rechtspraak van het EHRM gevolgen voor het Nederlandse privaatrecht. Wanneer bij geschillen tussen private partijen een van deze partijen door de wetgeving wordt benadeeld, kan het EHRM van belang zijn. Volgens artikel 42 EVRM mag het EHRM een schadevergoeding toekennen. Naast het EVRM en de rechtspraak van het EHRM is de Nederlandse rechter gebonden aan het Handvest van de Europese Unie.

Oefenvragen

  1. Van welke verbintenissen kan sprake zijn tussen een persoon die een onrechtmatige daad pleegt en degene die schade lijdt?

  2. Wat is het verschil tussen schuldaansprakelijkheid en foutaansprakelijkheid, geef drie theorieën omtrent civielrechtelijke aansprakelijkheid.

Partners: met impact

Partnerselectie: inspiratie & activiteiten in binnen- en buitenland

JoHo: crossroads via de bundel

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Aantekeningen: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Je kunt zelf online aantekeningen maken en bewaren, je eigen antwoorden geven op tests, of bijvoorbeeld checklists samenstellen.
  • De aantekeningen verschijnen direct op de pagina en zijn alleen voor jou zichtbaar
  • De aantekeningen zijn zichtbaar op de betrokken webpagine en op je eigen userpage.

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten.  Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten