Zwolsman - Arrest

Zwolsman (HR 12-12-1995, NJ 1996,249)

Feiten

I.c. is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij in de periode tussen 1989 en 1992 heeft deelgenomen aan de handel in drugs. Zo importeerde hij veelvuldig drugs uit Spanje en Marokko naar Nederland. Hij leidde een criminele organisatie die duizenden kilo’s hasj verhandelde. Deze organisatie werd gedurende lange tijd onderzocht door politie en justitie. Zo is de bende geobserveerd, zijn er opnames gemaakt, loodsen zijn bekeken, vuilniszakken doorzocht en gesprekken zijn afgeluisterd met behulp van scanners. Niet alle resultaten van deze onderzoeken zijn opgenomen in de proces-verbalen. Dit is bewust gedaan.

Uiteindelijk wordt aan de verdachte door het Hof een gevangenisstraf opgelegd wegens zijn leidinggevende rol in de criminele organisatie en het medeplegen van invoer van partijen hasj.

Hoge Raad

In cassatie moet de Hoge Raad zich o.a. buigen over de ontvankelijkheid van het OM in het kader van de onrechtmatige opsporing en de inbreuken op fundamentele rechten in pro-actieve fase.

De Hoge Raad komt tot een vergelijkbare conclusie als het hof. Wat betreft het doorzoeken van de vuilniszakken door de politie levert dit geen schending van art. 8 lid 1 EVRM noch niet-ontvankelijkheid OM op. Het afluisteren van de autotelefoon had volgens de Hoge Raad niet gemogen omdat dit lange tijd doelbewust en stelselmatig is gebeurd. Verder stelt de Hoge Raad dat het niet opmaken van processen-verbaal i.c. niet leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.

De Hoge Raad geeft in zijn arrest aan wat er moet worden gedaan als de rechter vaststelt dat door de politie tijdens het opsporingsonderzoek of in de pro-actieve fase, onrechtmatig is gehandeld. De Hoge Raad heeft i.c. geoordeeld dat een zo vergaande sanctie als de niet-ontvankelijkheid van het OM alleen kan volgen als sprake is van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan.

Kern

De Hoge Raad stelt dat een zo vergaande sanctie als de niet-ontvankelijkheid van het OM alleen kan volgen als sprake is van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.