Samenvatting bij IT voor juristen - De Vey Mestdagh - 1e druk


Wat houdt IT-recht in? - Chapter 1

1.1 Inleiding

Tussen Recht en IT bestaat op twee manieren een intensieve relatie. Het recht regelt enerzijds de rechtsbetrekkingen in de samenleving en dus ook in de snelgroeiende informatiesamenleving (IT-recht) en het recht wordt anderzijds steeds meer en in sommige gevallen al uitsluitend gevonden met behulp van digitale juridische bronnen (IT voor juristen). Informatietechnologie omvat communicatietechnologie.

1.2 IT-recht

De explosieve ontwikkeling van informatietechnologie heeft in de afgelopen vijfentwintig jaar een informatiesamenleving doen ontstaan die uitstijgt boven de traditionele nationale en internationale verbanden tussen mensen. Deze IT-ontwikkelingen vragen om nieuwe regelgeving. Dit betekent dat het nationale recht aan betekenis inboet en dat het internationale recht ingrijpende uitbreiding behoeft. Nieuwe supranationale en internationale regelgeving en supranationale en private organisaties spelen een steeds grotere rol bij het vormen en toepassen van het IT-recht.

Het globale en digitale karakter van de interneteconomie brengt met zich mee dat het recht niet alleen meer internationaal of beter supranationaal, maar ook minder publiek en meer privaat van karakter wordt. Het gevolg hiervan is dat een groot deel van het recht op het gebied van e-commerce, auteurs- en intellectueel eigendomsrecht, IT-contracten, privacy en telecommunicatie geen Nederlands recht meer is en dat zelfs het recht op het gebied van e-overheid en computercriminaliteit steeds meer een internationaal en waar private partijen het bestuur en de beveiliging van de informatiesamenleving overnemen een privaat karakter krijgt.

1.3 IT voor juristen

Juristen gebruiken computers en computernetwerken voor hun interne en externe communicatie, voor de opslag van informatie, de toegang tot informatie en het verwerken van informatie. De kwaliteit, de efficiëntie en de effectiviteit van het vinden en toepassen van steeds omvangrijkere en complexere juridische kennis in een steeds complexere wereld worden steeds afhankelijker van de toepassing van IT. Dit betekent dat de moderne jurist niet alleen op de hoogte zal moeten zijn van de beschikbare IT-hulpmiddelen, maar daarmee ook moet kunnen werken en ten slotte dat hij ook de beperkingen van IT zal moeten kennen. Juristen moeten niet alleen op de hoogte zijn van de beschikbare juridische IT en deze kunnen gebruiken, maar zij zullen ook in toenemende mate aan de totstandkoming ervan moeten meewerken.

De beroepsuitoefening en de bedrijfsvoering van juristen worden ook door IT beïnvloed, omdat zij met elkaar en met hun cliënten moeten communiceren, waarbij IT opnieuw een grote rol speelt. De praktijkjurist zal zich niet allen van en gelijke informatie- en kennispositie moeten verzekeren door ten minste over dezelfde IT-hulpmiddelen te beschikken als zijn klanten, maar hij zal om zichzelf niet uit de markt te prijzen over meer geavanceerde IT-hulpmiddelen moeten beschikken en hij moet deze ook kunnen gebruiken of nog beter, de juridische inhoud daarvoor zelf ontwikkelen.

1.4 Verdere ontwikkelingen van IT-recht

Nieuwe technische mogelijkheden veranderen de verhoudingen tussen burgers en de overheid. IT-juristen spelen een belangrijke rol bij het vormgeven van deze veranderingen, door het opstellen van nieuwe regels en het bedenken van nieuwe supranationale en private vormen van bestuur en conflictoplossing voor de informatiesamenleving. Op middellange termijn zal de verhouding tussen de staat en de burger ingrijpend veranderen. In de eerste plaats doordat de staatsburger steeds meer burger van de globale informatiesamenleving wordt, maar ook doordat de techniek de verhouding tussen de staat en de burger verandert.

Technische ontwikkelingen veranderen de manier waarop we communiceren, werken, onze vrije tijd besteden en handeldrijven. Door deze ontwikkelingen verandert ook het werk van juristen, of ze nu in de advocatuur, de rechterlijke macht, het openbaar ministerie, de overheid of het bedrijfsleven werken. Ook als ze daar een ‘nationale praktijk’ hebben zullen steeds meer vragen van supranationaal, internationaal en privaat IT-recht opkomen.

Hoe wordt de digitale informatie verwerkt door juristen? - Chapter 2

2.1 Inleiding

Het werk van een jurist kan gezien worden als een vorm van informatieverwerking. Een jurist verzamelt informatie over een casus en past daar zijn kennis van het recht op toe om tot een juridisch oordeel over de casus te komen. IT-ondersteuning richt zich op het verbeteren van de informatieverwerking door de informatievoorziening en de kennisvoorziening te verbeteren.

2.2 Informatievoorzieningen en communicatiemiddelen

Met de opkomst van computernetwerken begint de term ICT, informatie- en communicatietechnologie, populair te worden. De computer is, naast een apparaat voor informatieverwerking, ook een belangrijk communicatiemiddel geworden.

Een computer is in hoofdzaak een combinatie van een processor (de CPU) en een geheugen. In het geheugen staat de data waarop de computer bewerkingen kan uitvoeren en deze bewerkingen worden uitgevoerd door de processor. De instructies waaruit de bewerkingen bestaan staan ook in het werkgeheugen, wat ook wel het computerprogramma genoemd wordt. Een definitie van een computerprogramma: “een verzameling instructies, die bestemd is om een informatie verwerkende machine een bepaalde functie te laten uitoefenen.” Alles wat in het werkgeheugen staat kan worden beschreven in binaire getallen (0 en 1).

Ook een computerprogramma kan worden beschreven als een lange rij getallen. Deze getallen staan voor bepaalde instructies die door de processor kunnen worden uitgevoerd. Alle instructies zijn in wezen bewerkingen op de data. Vroeger werden de getallen door computerprogrammeurs op een rijtje gezet, tegenwoordig gebeurt dat door programma’s die praten in deze programmeertalen. Compilers zorgen er dan voor dat de programmeertaal wordt vertaald in computerinstructies. Het onvertaalde computerprogramma heet de broncode en het in computerinstructies vertaalde programma heet de objectcode.

2.3 Gegevens, informatie en kennis

Gegevens, ook wel data genoemd, zijn de dingen die je met je zintuigen waarneemt, maar die op zichzelf nog geen betekenis hebben. Informatie betreft gegevens waaraan een betekenis is toegekend. Kennis is datgene wat je in staat stelt om betekenis aan gegevens toe te kennen. Goede informatieverwerking is afhankelijk van juiste en volledige gegevens en juiste en volledige kennis. De juiste en volledige kennis moet ervoor zorgen dat de gegevens op de juiste manier worden geïnterpreteerd en dat vervolgens uit deze informatie de juiste conclusies worden getrokken. Uiteraard speelt de juistheid en de volledigheid van de gegevens hierbij ook een grote rol, omdat onjuiste en onvolledige gegevens tot onjuiste conclusies kunnen leiden.

2.4 Informatieverwerking

Een jurist past zijn kennis van het recht toe op de gegevens van een bepaalde juridische casus. Daarbij moet hij allereerst gegevens selecteren die relevant zijn voor het oplossen van de casus en moet hij betekenis toekennen aan deze gegevens en hieruit conclusies trekken op grond van zijn kennis van het recht. Deze informatieverwerking kent de volgende fasen:

  • Het selecteren en kwalificeren van relevante casusgegevens (de feiten).

  • Het selecteren en interpreteren van toepasselijke juridische kennis (de regels).

  • Het toepassen van juridische kennis op de casusgegevens (regels op feiten).

  • Het formuleren van een juridisch oordeel (conclusie trekken uit regels op feiten).

Bij die proces van informatieverwerking kan de jurist gebruik maken van invoermodellen voor casusgegevens, informatiesystemen voor wetgeving, jurisprudentie en literatuur, kennissystemen voor de toepassing van juridische kennis en uitvoermodellen voor het formuleren van beslissingen.

2.5 Juridische kennis en automatisering

Naast alle kennis en ervaring die de jurist zelf heeft opgedaan door middel van een opleiding, kan hij zich ook van een aantal andere kennisbronnen bedienen. Zo kan hij gebruik maken van wetgeving, jurisprudentie, richtlijnen en handboeken. Naast deze geschreven bronnen kan de jurist ook gebruik maken van ervaring van collega’s en specialisten. De kennis die in een juridische organisatie aanwezig is bestaat uit vastgelegde kennis en uit de ervaringskennis van juristen. Het beheren van al deze kennis heet kennismanagement. Bij kennismanagement gaat het erom dat een organisatie ervoor zorgt dat het de kennis in huis heeft en houd om de opgedragen taken uit te kunnen voeren. Kennis en informatie kunnen worden opgeslagen in een databank.

Juridische automatisering richt zich vooral op het verbeteren van de informatievoorziening en de kennisvoorziening ten behoeve van het juridische informatieverwerkingsproces. Soms gaat de computerondersteuning zelfs nog een stap verder en neemt een computerprogramma een deel of het geheel van de informatieverwerking voor zijn rekening. Een voordeel van het gebruik van een databank die via een computernetwerk te raadplegen is, is dat meerdere juristen tegelijkertijd gebruik kunnen maken van dezelfde databank met gegevens.

Naast de informatievoorziening kan automatisering ook een rol spelen bij de kennis- voorziening. Allereerst moet je hierbij denken aan geschreven kennisbronnen zoals wetgeving, jurisprudentie, richtlijnen, handboeken en juridische tijdschriften. Tegenwoordig zijn veel van deze geschriften ook elektronisch raadpleegbaar. Bij systemen voor juridische kennisvoorziening moet de jurist de kennis uit de elektronische documenten halen en kijken of en hoe hij deze zelf kan toepassen op de casus die hij aan het behandelen is. Met de komst van kennissystemen is het ook mogelijk om computerprogramma’s juridische redeneringen te laten maken en zodoende een juridisch oordeel te vormen, waarbij vaak modellen worden gebruikt om aan de hand van specifieke casusgegevens maatwerkdocumenten te produceren. Zowel bij informatievoorziening als bij kennisvoorziening wordt veel gebruik gemaakt van databanken en netwerken.

2.6 Kwaliteitseisen

Alle informatie en kennis die de jurist van tegenwoordig nodig heeft om een bepaalde taak af kunnen handelen heeft hij op de computer, eventueel via netwerkverbindingen, beschikbaar. Met behulp van toegangsbeveiliging en encryptie wordt er voor zorggedragen dat onbevoegden geen toegang hebben tot deze vertrouwelijke informatie.

Naast de privacy, bestaan er ook andere gevaren bij juridische automatisering. In de eerste plaats is er namelijk sprake van eenduidigheid van het recht. Een computerprogramma kan niet met regels en begrippen redeneren die niet eenduidig zijn. Hierdoor moet er bij het maken van een computerprogramma rekening worden gehouden met de betekenis van een begrip. Daarnaast bestaat informatie uit relevante gegevens, waarbij men zich kan afvragen wie er dan bepaalt welke informatie relevant is? Terwijl informatici weinig van het recht afweten, weten juristen over het algemeen weinig van computernetwerken. Ook dit kan tot misverstanden leiden als de jurist juist te hoog gespannen verwachtingen heeft van het computersysteem dat hij gebruikt en er daarom te veel op vertrouwt dat het systeem volledig betrouwbaar is.

In 1993 stelde de Leidse hoogleraar Franken de beginselen van behoorlijk ICT-gebruik op:

  • Beschikbaarheid: de achterliggende gedachte van dit beginsel is de openbaarheid van bestuur en de equality of arms. Partijen dienen in een rechtszaak over dezelfde gegevens te beschikken.

  • Vertrouwelijkheid: de gegevens uit een informatiesysteem zijn in beginsel alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers als het om vertrouwelijke informatie gaat.

  • Integriteit: correct betekent niet zozeer juridisch correct, maar correct in de zin dat er niet zomaar gegevens veranderd worden en dat gegevens volgens specificatie worden verwerkt.

  • Authenticiteit: de eis van authenticiteit ziet op de koppeling van informatie met de verzender.

  • Flexibiliteit: informatiesystemen moeten eenvoudig aan te passen zijn aan nieuwe gebruikseisen.

  • Transparantie: voor de gebruiker van het systeem moet het inzichtelijk zijn wat het systeem doet. Het mag niet zo zijn dat een juridisch systeem beslissingsruimte invult zonder dat het voor de jurist duidelijk is hoe dit gebeurt.

Hoe geschiedt de juridische informatievoorziening? - Chapter 3

3.1 Inleiding

Bij juridische informatievoorziening gaat het om systemen die ondersteuning bieden bij het verzamelen en het verifiëren van feiten die het onderwerp vormen van een juridische casus. Het nazoeken, raadplegen en uitwisselen van informatie at veel makkelijker, nauwkeuriger en sneller als dit met behulp van een computer kan gebeuren. Mede daarom is men halverwege de jaren tachtig databasesystemen gaan ontwikkelen voor de ondersteuning van het rechtsproces.

3.2 Databanken

Databanken zijn gebaseerd op een gegevensmodel (een bepaalde selectie van gegevens met een bepaalde samenhang) en bieden de mogelijkheid om deze gegevens (individuele gegevens, maar ook documenten) op te slaan en terug te vinden. Een databank is het beste te vergelijken met een kaartenbak waarin volgens een bepaalde systematiek informatie wordt opgeslagen. Iedere databank werkt met elektronische kaarten waarop gegevens over een bepaald onderwerp zijn weergegeven. Het onderwerp noemen we de entiteit, en het soort gegevens dat we over de entiteit opnemen zijn de attributen, oftewel de eigenschappen van de entiteit. De records in een kaartenbak kunnen verwijzingen bevatten naar records in andere kaartenbakken.

Het meest gebruikte systeem voor dit soort verwijzingen is dat van de relationele database. Een relationele database bestaat uit meerdere elektronische kaartenbakken. Het grote voordeel van een relationele database is dat je van tevoren nog niet hoeft te bepalen welke entiteiten je met elkaar wilt verbinden. Zolang er maar een gemeenschappelijk sleutelveld is te vinden, eventueel via een andere entiteit, dan kun je achteraf de gegeven met elkaar koppelen. Een voorbeeld van een sleutelveld dat door de overheid wordt gebruikt is het Burgerservicenummer. Een ander voordeel is dat de eindgebruiker de onderliggende structuur van de verschillende entiteiten niet hoeft te kennen. Vaak ziet de eindgebruiker slechts de schermen van een programma dat gebruik maakt van de database.

Naast het gestructureerd opslaan van informatie, kun je databanken ook gebruiken om kennis op te slaan. Een van de velden bevat dan een complete tekst (of een verwijzing naar de tekst) terwijl de andere velden trefwoorden, informatie over de auteur of een publicatiebron bevatten. Databanken stellen ons zo in staat om kennis over de selectie en de samenhang van gegevens op te slaan, welke kennis weer kan worden gebruikt voor het verzamelen van gegevens. Ook stellen databanken ons in staat om documenten te ontsluiten die voor onze kennistoepassing van belang zijn.

3.3 Computernetwerken

Dankzij computernetwerken kunnen juristen veel van de informatie en kennis die ze nodig hebben voor hun werk op hun computer raadplegen, omdat databanken meestal in combinatie met computernetwerken worden gebruikt. Voordat de computer haar intrede deed, werd informatie altijd geraadpleegd via kaartenbakken, wat betekende dat iedereen die van die informatie gebruik wilde maken, vlakbij de kaartenbak moest werken.

Tegenwoordig maken we gebruik van computernetwerken en het internet. Naast het internet onderscheiden we zogenaamde intranetten. Een intranet is een lokaal computernetwerk, dat alleen voor een beperkte kring van bevoegden toegankelijk is. Een lokaal computernetwerk wordt ook wel een LAN (local area network) genoemd. Via het LAN kunnen eindgebruikers met elkaar communiceren binnen het netwerk. Een switch regelt het uitwisselen van berichten in het computernetwerk. De hub is het schakelstation tussen het LAN en de andere netwerken. De verbinding met het publieke internet zal meestal beschermd zijn met behulp van een firewall, wat het netwerk beschermt tegen indringers.

Wanneer de informatie op een computernetwerk niet publiek toegankelijk mag zijn, zijn er twee manieren om de informatie af te schermen. Je kunt het netwerk ontoegankelijk maken voor onbevoegden door middel van toegangsbeveiliging en je kunt de informatie versleutelen door middel van encryptie. Als onbevoegden toch toegang weten te krijgen tot een afgeschermd computernetwerk, dan wordt dit hacken genoemd, wat strafbaar is op grond van artikel 138a Sr. Er zijn overigens ook hackers die proberen binnen de grenzen van de wet zwakheden in de IT-voorzieningen bloot te leggen en daarmee de veiligheid van IT te verbeteren (white hats).

Encryptie is het voor onbevoegden onleesbaar maken van vertrouwelijke informatie. Encryptie op computers wordt meestal uitgevoerd met wiskundige berekeningen. Aangezien in de computer alle gegevens in de vorm van getallen kunnen worden gepresenteerd, kun je deze gegevens met behulp van de wiskunde versleutelen. Deze wiskundige versleuteltechnieken zijn zo complex dat de ermee gecodeerde gegevens bijna niet te kraken zijn.

3.4 Workflowsystemen

In een juridische organisatie kan de informatieverwerking over meerdere personen verdeeld zijn, wat ook wel een workflowmanagementsysteem wordt genoemd. Met behulp van een dergelijk systeem kan worden bekeken in welke fase een bepaalde zaak zich bevindt in het informatieverwerkingsproces. Workflowsystemen richten zich op het stroomlijnen en besturen van de bedrijfsprocessen binnen een organisatie. Ze kunnen zich daarbij richten op de coördinatie van materialen, informatie en menselijke processen. De bedrijfsprocessen staan hierbij dus centraal.

Workflow en informatievoorziening met betrekking tot een casus worden vaak in één computer programma gecombineerd: een workflowsysteem. Wanneer de feitelijke informatie van een juridische casus in een elektronisch dossier wordt opgenomen, dan biedt dit ook de mogelijkheid om de verwerking van deze informatie te standaardiseren en aan te sturen. Een workflowsysteem is dus een systeem dat de stroom van informatieuitwisseling en werkzaamheden tussen de medewerkers van een organisatie regelt en controleert en zorg draagt voor de stroomlijning van het gezamenlijke informatieverwerkingsproces.

In de advocatuur maakt men gebruik van administratiesoftware die weliswaar niet de workflow aanstuurt maar waarin wel, net als in workflowsystemen, zaaksgegevens en gegevens over de afhandeling van lopende zaken wordt opgenomen. Kortom, databanken, workflowsystemen en computernetwerken vormen de basis van de geautomatiseerde informatievoorziening voor juristen.

Hoe wordt er gewerkt met informatiesystemen in de rechtspraktijk? - Chapter 4

4.1 Inleiding

Een jurist selecteert en kwalificeert relevante gegevens met behulp van invoermodellen zoals vragenlijsten en checklists en haalt zijn juridische informatie zoals regelgeving, jurisprudentie en literatuur uit informatiesystemen. Binnen de juridische organisatie is de workflow vaak sterk geautomatiseerd, waardoor de invoermodellen en informatiesystemen vaak al geïntegreerd zijn. Binnen verschillende beroepstakken maakt men gebruik van informatiesystemen.

4.2 Advocatuur en rechterlijke macht

De werkzaamheden van de advocaat betreffen het procederen, het schrijven van adviezen en het opstellen van juridische documenten. Hierbij kan hij gebruik maken van verschillende IT-systemen. Met behulp van invoermodellen selecteert hij de relevante gegevens. Informatiesystemen ondersteunen hem in het zoeken naar juridische kennis, terwijl kennissystemen hem helpen bij het maken van berekeningen. Het opmaken van documenten gebeurt vervolgens door middel van uitvoermodellen.

In de praktijk worden uitvoermodellen vaak gecombineerd met kennissystemen, waarbij met name moet worden gedacht aan intelligente documentmodellen die worden ingevuld aan de hand van vragenlijsten en checklists. Enkele advocatenkantoren bieden op hun site documentmodellen aan die door middel van een checklist een juridisch document kunnen genereren. Deze modellen zijn niet meer dan een invoermodel, waarbij de ingevoerde gegevens automatisch worden ingevuld in een standaardcontract waarna het contract geëxporteerd kan worden.

De rechterlijke macht in Nederland gebruikt verschillende systemen die vaak weer meerdere onderdelen van het werkproces beslaan. Vaak zijn deze systemen specifiek voor de rechters gemaakt, om zodoende de onafhankelijkheid van de rechtspraak te waarborgen. Sinds 2011 is er één intranet voor alle gerechten en de Raad voor de Rechtspraak: Intro 2.0. Via dit intranet kunnen medewerkers informatie met elkaar delen en samenwerken. De rechterlijke macht beschikt niet alleen over dit systeem, maar ook over enkele mobiele apps en handboeken die digitaal te raadplegen zijn. Naast deze informatiesystemen zet de rechtspraak steeds meer informatietechnologie in bij de rechtsgang onder het mum van digitaal procederen.

4.3 Openbaar Ministerie en notariaat

De hoofdtaken van het Openbaar Ministerie zijn de opsporing van strafbare feiten en de vervolging van verdachten. Dit kan via de strafrechter, maar in bepaalde gevallen kan het OM een zaak ook zelf afdoen, zoals met een strafbeschikking, een transactie of een sepot.

Wat betreft de afhandeling van zaken, wat de workflow betreft, zijn er binnen het OM twee processen te onderscheiden: standaard zaken en overige zaken. De standaardzaken worden in beginsel afgehandeld door het Geïntegreerd Processysteem (GPS). Dit systeem verzorgt onder meer de planning van rechtszaken ter zitting, de registratie van uitspraken en het contact met advocaten, verdachten en slachtoffers. Ook bevat het systeem functies voor het digitaal maken van documenten. De niet-standaardzaken worden in beginsel niet in GPS afgehandeld.

Tijdens een proces kan men ook gebruik maken van een digitaal procesdossier. De rechter zal hier echter minder bewijskracht aan toekennen, omdat het moeilijker te bewijzen is. Mede hierom maakt men toch nog vaak gebruik van een papieren dossier.

In de strafrechtketen wordt veel privacygevoelige informatie verzameld en uitgewisseld. Hierin speelt de Justitiële Informatiedienst een centrale rol, omdat deze dienst een aantal systemen beheert voor de opslag en uitwisseling van justitiële gegevens.

Het werk van de notaris bestaat grotendeels uit het opstellen en bewaren van akten, het bijwerken van registers en het verstrekken van juridisch advies. Daarnaast kan een notaris optreden als vertrouwde derde, bijvoorbeeld bij een broncode-depot. Bij een broncode-depot spreken de softwareleverancier en de afnemer af dat zij de broncode van de geleverde software in bewaring geven aan een derde die zij beiden vertrouwen. Bij de werkzaamheden van de notaris wordt hij ook ondersteund door informatiesystemen en modelbrieven en akten.

In opdracht van de KNB is het platform Elektronische Communicatie Hypotheken (ECH) ontwikkeld, dat de communicatie tussen hypotheekverstrekker en notariskantoor ondersteunt. Verder wordt er ook gebruik gemaakt van het KIK-systeem, waar het Kadaster ook gebruik van maakt.

4.4 Overheid

Er bestaan verschillende overheidsinstanties die gebruik maken van informatiesystemen.

De Belastingdienst

De Belastingdienst verzorgt de heffing en inning van verschillende soorten belastingen zoals de loonbelasting, de inkomstenbelasting, BTW en accijnzen. Ook verzorgt de Belastingdienst de uitbetaling van toeslagen, zoals de zorgtoeslag en de huurtoeslag. Bij een belastingaangifte wordt via de verstrekte aangifteprogramma’s op de website van de Belastingdienst de aangifte ingediend door de belastingplichtige. Wanneer de aangifte binnenkomt, kan de Belastingdienst deze raadplegen op het Aangifte Belasting Systeem. Wanneer een belastingplichtige in bezwaar of beroep gaat komt dit in het GBV-systeem (Generieke Bezwaar en Verzoek Voorziening). Hier staat alle documentatie in die te maken heeft met het bezwaar en beroep. Een ander belangrijk systeem voor de Belastingdienst is het Integraal Klantenbeeld Systeem (IKB). Hierin wordt informatie over de belastingplichtige geregistreerd.

DUO

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is hoofdzakelijk belast met de uitvoering van verschillende onderwijswetten en regelingen. De dienst verstrekt onder meer studiefinanciering, bekostigt onderwijsinstellingen en int lesgelden en studieschuldafbetalingen. Een voorbeeld van geautomatiseerde workflow binnen de DUO is de toekenning of afwijzing van een aanvraag voor studiefinanciering met behulp van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering.

Ook heeft DUO kleine openbare kennissystemen ontwikkeld die te vinden zijn op de website. Zo is er een rekenhulp voor het bepalen van de hoogte van de studiefinanciering en een kennissysteem waarmee de gebruiker kan bepalen onder welk studiefinancieringsstelsel hij valt.

Gemeenten

Gemeenten hebben een veelvoud aan taken, zoals het bijhouden van de Basisregistratie Personen (BRP), het uitgeven van officiële documenten en het afgeven van beschikkingen. Waar het gegevensbeheer van de BRP net als bij de GBA door de gemeenten decentraal wordt uitgevoerd, is de opslag van gegevens gecentraliseerd. Dit in tegenstelling tot de GBA, waar de gegevens ook decentraal werden opgeslagen. Naast de gemeenten maken andere instanties gebruik van de gegevens uit de BRP, zoals de Belastingdienst en de politie.

Ook bieden gemeenten hun informatie en services in toenemende mate online aan via portals en e-loketten. Zo kunnen afspraken online gemaakt worden en kunnen sommige afschriften, zoals geboorteakten, online worden aangevraagd.

Kadaster

Het Kadaster houdt bepaalde registraties bij, hoofdzakelijk op het gebied van onroerende zaken als vastgoed, schepen en luchtvaartuigen. Daarnaast houdt het Kadaster topografische bestanden bij. Deze registraties moeten ook beschikbaar worden gesteld aan organisaties.

Het Kadaster maakt gebruik van het KIK-systeem (Ketenintegratie Inschrijving Kadaster), wat een hoofdsysteem van informatieverwerking is voor het Kadaster en van groot belang is voor het notariaat. Het is een systeem waarin het gehele akteproces, vanaf indiening door de notaris tot inschrijving en verwerking bij het Kadaster, geautomatiseerd kan verlopen.

4.5 Bedrijven

Grote ondernemingen hebben vaak een of meer interne bedrijfsjuristen die verantwoordelijk zijn voor de juridische aspecten van bedrijfsvoering. Kleinere bedrijven hebben doorgaans een externe jurist die parttime werkzaamheden verricht. Externe bedrijfsjuristen zijn vaak advocaat en kunnen daarom gebruik maken van de informatiesystemen in hun kantoor. Wat dat betreft hebben interne bedrijfsjuristen het vaak lastiger, omdat zij van openbare systemen gebruik zullen moeten maken, wanneer het bedrijf niet over een eigen informatiesysteem beschikt.

Wat houdt kennismanagement in? - Chapter 5

5.1 Inleiding

Voor een informatieverwerkende instantie is het belangrijk dat alle kennis die men nodig heeft, binnen de organisatie aanwezig is en toegankelijk is voor iedereen. Juridische organisaties dienen daarom aan kennismanagement te doen. Kennismanagement betreft zowel het in dienst nemen van de juiste medewerkers als het ondersteunen van de medewerkers door middel van kennisvoorziening. Kennis kan zowel in documenten worden vastgelegd (stock), als direct tussen mensen worden uitgewisseld (flow). De manier waarop de organisatie met de benodigde kennis omgaat wordt kennismanagement genoemd.

5.2 Kennismanagement

De kennis en ervaring die in de organisatie aanwezig is, bepaalt wat een organisatie wel en niet kan. Zo zal een advocatenkantoor met veel kennis over intellectueel eigendom wel zaken omtrent intellectueel eigendom kunnen behandelen, in tegenstelling tot kantoren die niet over die kennis beschikken. Omdat kennis tegenwoordig zo belangrijk is voor veel bedrijven en instellingen, wordt wel gezegd dat we in een kenniseconomie leven. Bedrijven en instellingen moeten goed in de gaten houden of ze voldoende kennis in huis hebben om hun werk te kunnen doen en dit in de toekomst te kunnen blijven doen. De bedrijven en instellingen moeten dus aan kennismanagement doen. Het gaat er hierbij om dat men kennis in huis haalt en in huis houdt om optimaal te kunnen blijven presteren.

Binnen het kennismanagement zijn er twee verschillende manieren om kennis uit te wisselen. In de stock-benadering wordt kennis als zelfstandig object beschouwd, los van een menselijke drager. Aan de basis van deze vorm van kennismanagement ligt het vastleggen van kennis in documenten of computersystemen. In de flow-benadering wordt kennis meer als menselijke vaardigheid gezien die moeilijk los te koppelen is van de menselijke drager. Aan de basis van deze vorm van kennismanagement ligt de directe uitwisseling van kennis tussen mensen door samenwerking, leermeesterschap en groepsleren.

Bij het onderscheid tussen de stock- en de flow-benadering komt ook het onderscheid tussen expliciete en impliciete kennis naar voren. Expliciete kennis is kennis die door middel van een informatiedrager toegankelijk is voor anderen. Impliciete kennis daarentegen is kennis uit ervaring die niet in geschreven vorm kan worden overgedragen. Kennis kan worden gezien als het persoonsgebonden contextafhankelijke product van een sociaal leerproces, maar kan ook worden gezien als een onpersoonlijk contextonafhankelijk object. Bij het vak Inleiding Rechtsinformatica gaat men uit van het feit dat kennis datgene is wat je in staat stelt om informatie te verwerken.

Expliciete kennis kan ook worden vastgelegd in kennissystemen. Kennissystemen zijn computerprogramma’s die expliciete kennis bevatten over een bepaald kennisgebied en deze kennis zelfstandig kunnen toepassen.

5.3 Elektronische kennis

De meest gebruikte IT-ondersteuning voor kennisvoorziening is het beschikbaar stellen van elektronische documenten waarin kennis is vastgelegd. Een aantal kennisbronnen met betrekking tot het recht zijn publiek toegankelijk op het internet. Bij deze publiek toegankelijke bronnen is het van belang om continu te twijfelen over de juistheid van deze kennis. Op sites van officiële overheidsinstanties is de kennis wel te vertrouwen, zoals op www.overheid.nl en www.rechtspraak.nl.

Niet alle arresten worden op rechtspraak.nl gepubliceerd, omdat al deze uitspraken anoniem op de website moeten verschijnen, wat hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast zitten mensen toch niet te wachten op minder relevante uitspraken.

Omdat er zoveel juridische kennis op het internet te vinden is, moet men zich continu afvragen of de kennis wel juist is. Een ander probleem van deze grote hoeveelheid, is dat het te veel is om goed te kunnen gebruiken. Er is sprake van een informatie overload; er is meer informatie beschikbaar dan verwerkt kan worden.

Veel juridische organisaties beschikken over een eigen afgeschermd computernetwerk, wat ook wel wordt aangeduid als het intranet. Deze netwerken zijn goed te gebruiken om bepaalde kennisbronnen beschikbaar te stellen die niet publiek toegankelijk zijn. Naast eigen interne kennisbronnen, maakt men ook veelal gebruik van documentmodellen voor het selecteren en kwalificeren van gegevens en voor het opmaken van contracten, adviezen, beschikkingen en vonnissen.

5.4 Communicatie

Kennis kan dus niet alleen worden vergaard door het lezen van boeken, wat dus het vergaren van expliciete kennis is, maar kennis kan ook worden verkregen via de ervaring van collega’s. Men zou dan een expert moeten raadplegen om kennis over een bepaald onderwerp in te winnen. Omdat het binnen een grote organisatie nogal lastig kan zijn om die expert te vinden, bestaat het Yellow Pages systeem. In Yellow Pages wordt niet de kennis zelf opgeslagen, maar wordt een index gegeven van wie wat weet binnen de organisatie. Van iedere medewerker wordt een overzicht gegeven van zijn expertisegebied en bovendien wordt aangegeven hoe met deze persoon contact kan worden opgenomen.

Het daadwerkelijk delen van specialistische kennis binnen een organisatie ligt overigens moeilijk. Het aanbieden van communicatiemiddelen en overzichten is vaak onvoldoende om mensen aan te zetten tot het uitwisselen van kennis. Mensen willen lang niet altijd kennis met elkaar delen, omdat ze hun status binnen een bedrijf vaak te danken hebben aan het feit dat ze specialistische kennis op een bepaald terrein hebben. Door deze kennis dan uit te wisselen raken ze hun status binnen het bedrijf kwijt.

Wat zijn kennissystemen en hoe helpen deze juristen bij de verwerking van informatie? - Chapter 6

6.1 Inleiding

De vorm van kunstmatige intelligentie die het meest wordt toegepast voor juridische informatieverwerking is die van kennissystemen. Door kennis in productieregels vast te leggen kan een kennissysteem kennis toepassen en daarmee het nemen van juridische beslissingen ondersteunen.

6.2 Historisch oogpunt

Een kennissysteem is een computerprogramma dat een stukje menselijke kennis herbergt, waarmee het problemen kan oplossen op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van een menselijke expert, zoals een juridisch specialist. De eerste kennissystemen werden ongeveer 35 jaar geleden ontwikkeld door Newell en Simon. Volgens hen konen algemene regels in een computerprogramma worden ondergebracht, waarna dit computerprogramma alle problemen op zou kunnen lossen die mensen ook op kunnen lossen. Er was echter een probleem en dat was dat menselijke problemen te complex bleken om te worden gerepresenteerd in een beperkte set van computerregels.

In een later onderzoek kwamen Feigenbaum, Buchanan en Lederer met een oplossing voor het probleem van Newell en Simon, namelijk een probleemoplosser maken voor specifieke problemen. Een menselijke expert heeft ook slechts expertise op een specifiek gebied. Kortom, een kennissysteem is dus een computerprogramma dat een beperkte set problemen kan oplossen met behulp van specifieke kennis hierover.

6.3 Werking van een kennissysteem

Een kennissysteem bestaat uit een interface, een redeneermechanisme en een kennisbank. In een kennisbank is kennis opgeslagen in de vorm van productieregels, die door het redeneermechanisme wordt gebruikt om conclusies te kunnen afleiden. Uiteindelijk zal het systeem dan een advies geven voor de oplossing van het probleem waarbij het tevens uitleg kan geven over de redenering die aan het advies ten grondslag ligt.

De kennis die in een kennisbank is opgeslagen bestaat vaak uit zogenaamde heuristieken. Een heuristiek is een vuistregel waarmee het oplossen van specifieke problemen makkelijker wordt. Een heuristiek moet vertaald worden in een kunstmatige taal om te kunnen worden gebruikt door een kennissysteem. Een kennissysteem kan namelijk niet redeneren met de natuurlijke taal die de mens spreekt.

Naast productieregels zijn er ook andere manieren om kennis te representeren zodat de kennis kan worden gebruikt in een kennissysteem. Beslisbomen en beslissingsnetwerken zijn andere vormen van kennisrepresentatie. Deze vormen van representatie zijn geschikt voor simpele domeinen en worden daarom ook wel veel in de rechtspraktijk toegepast. Als een systeem aan de hand van de in het systeem beschikbare feiten of door het gebruik van andere regels niet kan bepalen of de premisse van een regel waar is, dan wordt de gebruiker gevraagd om de informatie te leveren die nodig is om conclusies af te kunnen leiden.

Om een aantal vragen dat het kennissysteem aan de gebruiker zal vragen te beperken zijn kennissystemen vaak met een externe databank verbonden. Hieruit kan het kennissysteem veel feiten halen die nodig zijn om conclusies te kunnen afleiden. Zelfs wanneer het kennissysteem feiten uit een databank kan halen dan zal de gebruiker nog wel een deel van de feiten moeten invoeren waarmee het kennissysteem kan redeneren.

6.4 Bouw van een kennissysteem

Bij de bouw van een kennissysteem zijn een aantal mensen betrokken, omdat de jurist vaak zelf geen technische kennis heeft om het systeem zelf te bouwen. De meest belangrijke taak van een kennisingenieur is echter het vergaren van kennis (kenniselicitatie) en het modelleren van die kennis (kennismodellering) die nodig is voor de constructie van het kennissysteem en de modellering ervan. Het totale proces van kenniselicitatie en kennismodellering wordt ook wel de kennisacquisitie genoemd. Uiteindelijk wordt alle kennis die is verzameld in een kennismodel ondergebracht. Dit kennismodel wordt dan vertaald in een vorm waarmee het kennis-systeem kan redeneren en wordt ondergebracht in een kennisbank van het kennissysteem.

Kennisacquisitie, het vergaren van kennis voor het kennismodel en de bouw ervan, is het moeilijkste onderdeel bij de bouw van het kennissysteem, omdat het lastig is om het domein af te bakenen en te definiëren. Een kennissysteem geeft daarom niet altijd juist beslissingen. Een kennissysteem is een adviserend systeem en de gebruiker moet bepalen in hoeverre de adviezen bruikbaar zijn.

6.5 Gebruik van een kennissysteem

Gebruikers communiceren met een kennissysteem via de interface. De interface sluist de informatie heen en weer tussen de gebruiker en het kennissysteem. Wanneer het systeem bepaalde informatie nodig heeft om een afleiding te kunnen maken, dan zal het de gebruiker om deze informatie vragen. De gebruiker zal dan adequaat hierop moeten reageren, want wanneer de gebruiker een onjuist antwoord geeft, dan zal het advies ook onjuist zijn.

Bijna ieder kennissysteem heeft een wat- en een waaromfunctie die uitleg kunnen geven over de door het kennissysteem gestelde vragen. De watfunctie geeft uitleg over de gestelde vraag in de vorm van een toelichtende tekst. De waaromfunctie geeft uitleg waarom een bepaalde vraag aan de gebruiker is gesteld, door de productieregel te laten zien. Na voltooiing van het redeneerproces laat het kennissysteem het afgeleide advies aan de gebruiker zien met behulp van een gebruikersinterface. Het kennissysteem heeft op dat moment ook een hoefunctie. Een hoefunctie is een uitlegfunctie die de gebruiker de redenering laat zien die ten grondslag ligt aan het advies van het kennissysteem.

Soms heeft een kennissysteem naast de hoefunctie ook nog een uitlegfunctie die de tekst laat zien waarop de productieregel is gebaseerd. Deze tekst is het originele stukje tekst dat de kennis bevat die de kennisingenieur vertaald heeft in een productieregel.

Hoe wordt er gewerkt met kennissystemen in de rechtspraktijk? - Chapter 7

7.1 Inleiding

Juridische kennissystemen kunnen een deel van de informatieverwerking van een jurist overnemen. Het verzamelen van casusgegevens en juridische kennis, het juridisch redeneren en beslissen en het formuleren van een juridisch oordeel zijn taken die door een volwaardig juridisch kennissysteem kunnen worden overgenomen of ondersteund. Het grote probleem met juridische kennissysteem is dat zij erg onvolledig zijn als je er slechts wettelijke kennis in opneemt. Zulke systemen zullen alleen in standaardgevallen juiste beslissingen voorstellen en zullen veel juridische taken niet kunnen ondersteunen.

7.2 Juridische rekenprogramma’s

De eerste computersystemen waren niet gericht op het informeren van juristen, maar op het berekenen van bijvoorbeeld de hoogte van een uitkering. Aangezien de computer in de eerste instantie een rekenapparaat is, lag het voor de hand om rekenprogramma’s te ontwikkelen die voor een jurist het rekenwerk kunnen doen.

De verwerking van financiële gegevens leidt tot ingewikkeld rekenwerk. Om de berekening van de hoogte van de alimentatie te vereenvoudigen zijn er rekenprogramma’s ontwikkeld als hulpmiddel voor de berekening van alimentatie, onder andere de INA-alimentatierekentool (Reed Business), Aliment (Kluwer), de Alimentatierekendisk (SDU) en de Rekenprogramma Module Alimentatie (NIBUD). Er zijn online ook verschillende gratis rekenprogramma’s te vinden, waarbij de uitkomst slechts gaat om een indicatie. Hierbij wordt opnieuw duidelijk hoe belangrijk het is dat de moderne jurist op de hoogte is van de mogelijkheden en dat hij goed kan inschatten wat de kwaliteit van de aangeboden juridische IT is.

7.3 Juridische beslishulpen

Binnen de juridische tak maakt men niet alleen gebruik van informatiesystemen, maar ook van beslisbomen en beslistabellen. Deze beslishulpen helpen de jurist om een voor zijn casus relevant gegeven op te zoeken of om stap voor stap door het beantwoorden van vragen over de gegevens van het voorliggende geval tot de beantwoording van veelal eenvoudige rechtsvragen te komen. Een voorbeeld van zo’n beslishulp is het Juridisch Loket. De opzet en doelstellingen van het Juridisch Loket illustreren war eenvoudige juridische kennissystemen in de nabije toekomst waarschijnlijk voor zullen worden ingezet, namelijk het efficiënter en daarmee goedkoper afhandelen van juridische problemen. De gedachte achter het Juridisch Loket is dat voor gesubsidieerde rechtshulp voor eenvoudige juridische problemen ook minder hoog opgeleide juristen het werk kunnen uitvoeren als ze daarbij ondersteund worden met kennis die digitaal is gestructureerd. De juridisch specialisten van het Juridisch Loket houden zich dan voornamelijk bezig met advisering bij moeilijke gevallen en het actualiseren en verbeteren van de ondersteunende automatisering.

7.4 Beschikkingenfabriek

Zoals eerder al aan bod is gekomen, maakt de overheid ook gebruik van informatiesystemen om aan informatie te komen. Ze maakt echter ook gebruik van kennissystemen om zo tot een beschikking te kunnen komen. Bijstandsbeschikkingen worden bijvoorbeeld door de meeste gemeenten genomen met behulp van workflowsoftware die niet alleen de intake ondersteunt met vragenformulieren en het gehele proces met dataopslag, maar ook het nemen van de beslissing over het recht op bijstand ondersteunen.

In een praktijkgeval maakte men op een gegeven moment gebruik van een kennissysteem, genaamd Mr-ABW, die zelfstandig bijstandsbeschikkingen kon nemen. Men wilde hier efficiënt mee werken en zodoende de werkdruk verlagen. Het systeem werkte echter niet goed, terwijl men er wel optimaal in vertrouwde. Dit leidde, in combinatie met de neiging van mensen om de volledigheid en rationaliteit van computersystemen te overschatten, tot fouten omdat bij niet-standaardgevallen de kennis in het gebruikte systeem te kort schoot. Het is daarom van groot belang dat de kwaliteit van juridische kennissystemen op een onafhankelijke manier kan worden gecontroleerd.

7.5 Kwaliteitssysteem Boedelafwikkeling

Het kwaliteitssysteem boedelafwikkeling ondersteunt de notaris bij het systematisch verzamelen van gegevens, het maken van de juiste juridische afwegingen en het opmaken van documenten bij de boedelafwikkeling. In dit systeem is veel kennis uit het recht en de juridische organisatie opgeslagen zoals kennis over de workflow, kennis over de selectie en de betekenis van gegevens, kennis over de verwerking van gegevens en kennis over de communicatie met de klanten. De negen formulieren die het KBA bevat maken een onderscheid tussen relevante en niet-relevante gegevens mogelijk en helpen de notaris bij het selecteren van gegevens.

Nadat de gegevens via de elektronische invoerformulieren zijn ingevoerd kan de notaris KBA het erfrecht laten toepassen. Als er nog gegevens ontbreken of als er op de grond van de toepassing van het erfrecht aanvullende gegevens nodig zijn dan vraagt het KBA die aan de notaris. Wanneer de notaris deze vragen heeft beantwoord, zal het systeem een conclusie trekken en deze conclusie uitleggen. Die uitleg bestaat aan de ene kant uit teksten en aan de andere kant uit een overzicht van de door het systeem gevolgde redenering. Het KBA geeft vervolgens ook een toelichting over de rechtsregels waar de conclusies op zijn gebaseerd en over de bron van de gebruikte gegevens. Hiermee geeft het KBA een feitelijke en juridische motivering voor de getrokken conclusies.

7.6 Expertsysteem Milieuvergunningenrecht

Uit een vergelijking van de toepassing van het Expertsysteem Milieuvergunningenrecht (ESM) in 430 gevallen die ook door mensen in de praktijk waren beslist, blijkt dat ESM meer relevante gegevens verzamelt, het geldende recht vollediger toepast en beter zicht geeft op de mogelijke afwegingen en de geldige alternatieven.

Volledige herziening betekent dat het ESM gemotiveerd de tegengestelde beslissing neemt, bijvoorbeeld wel een vergunning in plaats van geen vergunning of omgekeerd. Afweging van alternatieven betekent dat het ESM, in tegenstelling tot wat in het onderzochte praktijkgeval gebeurde, de beslissingsruimte onderzoekt en de mogelijke alternatieve beslissingen tegen elkaar afweegt. Uitbreidingen door het ESM betekent dat onvolledige beslissingen werden gecompleteerd door het ESM, bijvoorbeeld door het toevoegen van extra voorwaarden aan de vergunning. Uit dit onderzoek blijkt dus dat er ook systemen bestaan die wel goed werkten.

Toch zijn er nog weinig juridische kennissystemen in de praktijk ingevoerd. De belangrijkste reden is dat de omgeving waarin het kennissysteem gaat functioneren in staat moet zijn om het kennissysteem op de juiste wijze in te zetten. De techniek is wel rijp, maar veel instellingen zijn nog niet toe aan de invoering van juridische kennistechnologie. Een andere reden voor het nog niet invoeren van juridische kennissystemen is de complexiteit van de juridische kennis waarover zij moeten beschikken. Het maken van een min of meer volledig kennissysteem is kostbaar en juridische instellingen zullen pas bereid zijn om zulke kostbare systemen in te voeren als ze daarmee ook kosten kunnen besparen.

Wat is de invloed van het internet op de juridische dienstverlening? - Chapter 8

8.1 Informatieverstrekking

Het internet biedt nieuwe mogelijkheden tot communicatie tussen belanghebbenden en dienstverleners. Het ligt voor de hand dat het internet ook wordt gebruikt voor juridische verlening van diensten.

Steeds meer instanties verstrekken informatie via het internet. Zo stelt de centrale overheid via www.overheid.nl steeds meer informatie aan de burgers beschikbaar omtrent officiële publicaties en andere informatie over subsidies, vergunningen, belastingen en uitkeringen. Naast algemene informatieverstrekking over het geldende recht zien we steeds meer hulpmiddelen op de e-loketten verschijnen die de burger helpen bij het bepalen van zijn eigen rechtspositie en zelfs mogelijkheden om elektronisch gegevens aan de overheid te verstrekken zoals de belastingaangifte.

Ook private organisaties geven steeds meer informatie via het internet. Het gaat hierbij niet alleen om informatie over de organisatie, maar ook vaak om informatie over het recht, veelal in de vorm van toelichtingen, maar soms ook als instructies voor het vaststellen van de eigen rechtspositie en soms in de vorm van modelbrieven. Ten slotte geven ook commerciële organisaties, zoals advocatenkantoren en banken, steeds meer juridische informatie via het internet, veelal om te laten zien dat ze over de benodigde juridische kennis beschikken.

8.2 Online Dispute Resolution

Niet alleen de regelgeving en de toepassing van regels op het internet worden in toenemende mate geprivatiseerd. Ook het oplossen van conflicten is daar inmiddels grotendeels in private handen. Op een grote internetmarktplaats als eBay worden per jaar circa zestig miljoen conflicten over levering, betaling en conformiteit afgehandeld. Er wordt hierbij gesproken van Online Dispute Resolution. Het conflict wordt niet via de rechter of een nationale arbitrage- of bemiddelingsorganisatie zoals de geschillencommissie afgehandeld, maar online.

Het internet brengt ook mogelijkheden voor Online Dispute Prevention (ODP) met zich mee. Het bijzondere van een digitale levering of van een fysieke levering met een tracker en van internetbetalingen is dat het bewijs van levering of niet betaling geen problemen oplevert, waardoor veel geschillen gemakkelijk kunnen worden opgelost.

8.3 Trusted Third Parties

Er zijn een aantal problemen die zich voordoen op het internet. Zo is het in de eerste plaats gemakkelijk om een andere identiteit aan te nemen en is het zodoende moeilijk om iemand te identificeren op het internet. Andersom is het ook lastig om jezelf te identificeren. Ten tweede vormen de integriteit en de onweerlegbaarheid van het gegevensverkeer op het internet een probleem. Digitale informatie is zo eenvoudig te manipuleren dat je niet zeker kunt zijn van de inhoud van de informatie.

Om deze problemen het hoofd te bieden speelt encryptie een grote rol. Encryptie is het versleutelen van berichten opdat alleen degene die de juiste sleutel heeft het bericht kan lezen. Met behulp van de sleutelcode wordt een digitaal bericht onleesbaar gemaakt. Bij public key cryptografie is er sprake van twee sleutels: de private sleutel en de publieke sleutel. Alles dat met een private sleutel (private key) is versleuteld kan alleen met de bijbehorende publieke sleutel (public key) worden ontsleuteld. De private sleutel is geheim en alleen bij de houder van de sleutel bekend. De publieke sleutel wordt door deze persoon publiek beschikbaar gesteld.

Een elektronische handtekening is in wezen het versleutelen van een digitaal document met een code die alleen door de ondertekenaar kan zijn gebruikt (artikel 3:15a BW).

De trusted third Party zou de sleutel kunnen beheren en de koppeling tussen persoon en sleutel kunnen garanderen. Ook zou de trusted third party gebruikt kunnen worden om een kopie van een belangrijke overeenkomst naar toe te sturen als bewijs. De trusted third party kan dan altijd achteraf worden geconsulteerd om te bewijzen dat een bericht is verstuurd en op welk tijdstip dit gebeurd is (time-stamping) en wat de inhoud van dat bericht is geweest.

8.4 Communicatie tussen overheid en burger

De mogelijkheid van elektronische communicatie tussen overheid en burger is geregeld in de Algemene Wet Bestuursrecht (artikel 2:13-2:17 Awb). De overheid moet hierbij de betrouwbaarheid en de vertrouwelijkheid van die communicatie waarborgen. Betrouwbare communicatie vereist een mogelijkheid om de identiteit van de afzender en de ontvanger van informatie en authenticiteit van de informatie zelf vast te stellen. Vertrouwelijke communicatie vereist een mogelijkheid om de informatie af te schermen voor personen die niet bevoegd zijn om er kennis van te nemen.

De identiteit van de afzender en de ontvanger kan worden vastgesteld met behulp van een toegangscontrole en een elektronische handtekening. In het geval van toegangscontrole kan de afzender alleen informatie aan de ontvanger verschaffen of kan de ontvanger slechts informatie van de afzender raadplegen nadat hij zich door middel van een gebruikersnaam en password heeft geïdentificeerd. In geval van een elektronische handtekening wordt veelal gebruik gemaakt van cryptografie. Een veel gebruikte methode is de public key cryptografie. De afzender maakt een gecodeerde elektronische handtekening aan met zijn private sleutel en ondertekent daarmee zijn bericht. De ontvanger kan de gecodeerde elektronische handtekening uitsluitend decoderen met de publieke sleutel van de afzender.

De authenticiteit van de informatie kan worden vastgesteld met behulp van cryptografie en met behulp van een trusted third party. In het eerste geval wordt ook veel gebruik gemaakt van de hiervoor beschreven public key cryptografie. Een nadeel van deze vorm van authentificatie is dat iedereen die het bericht onderschept en over de publieke sleutel beschikt in stat is om het te lezen. De vertrouwelijkheid van het bericht is daarmee niet beschermd. Daarvoor zijn de aanvullende maatregelen nodig. Een trusted third party kan de authenticiteit van informatie helpen garanderen door als key serviceprovider op te treden en door het bewijs van authenticiteit te ondersteunen. Als key serviceprovider kan de trusted third party garanderen dat de publieke sleutel werkelijk van de afzender afkomstig is.

De vertrouwelijkheid van informatie kan worden gewaarborgd door cryptografie en trusted third parties. De hiervoor beschreven public key cryptografie kan ook voor het waarborgen van de vertrouwelijkheid worden gebruikt door sleutels op een andere wijze dan bij de elektronische handtekening en authenticiteitsbewaking te gebruiken. Ook trusted third parties kunnen helpen de vertrouwelijkheid van informatie te bewaken. Ze kunnen op de hiervoor beschreven wijze als tussenpersoon optreden en de authenticiteit van het bericht bewaken door een kopie te bewaren en zo nodig een kopie aan de afzender terug te sturen.

Om de vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid van overheidscommunicatie te waarborgen, maakt de overheid gebruik van verschillende middelen, zoals PKIoverheid en DigiD. De PKIoverheid wordt op dit moment voornamelijk gebruikt door de overheid zelf voor de communicatie tussen overheidsdiensten onderling. De burger wordt bediend doordat de PKIoverheid kan garanderen dat een bezochte website werkelijk een overheidswebsite is en dat de communicatie tussen de website en de burger niet toegankelijk is voor onbevoegden. DigiD is bedoeld als elektronisch identiteitsbewijs waarmee burgers zich bij alle elektronische overheidsloketten kunnen identificeren.

8.5 Kennissystemen

Het voordeel van het gebruik van kennissystemen is dat de gebruiker van een dergelijk systeem zich niet eerst de kennis eigen hoeft te maken om deze te kunnen gebruiken. Het kennissysteem past immers zelf de kennis toe. De gebruiker hoeft alleen de informatie in te voeren over het vraagstuk waarover hij advies wil krijgen. Hierdoor kan op een goedkope en efficiënte manier elektronische rechtshulp worden gegeven bij juridische vragen.

Een probleem bij de bouw van een online juridisch kennissysteem is wel dat ze gebruikt worden door mensen zonder enige juridische achtergrondkennis. Hierdoor moeten er extra strenge eisen worden gesteld aan de goede werking van de systemen. Omdat het moeilijk is om te garanderen dat een juridisch kennissysteem altijd het juiste advies zal geven, zullen deze systemen altijd onder voorbehoud moeten worden aangeboden. De aanbieders en de makers van de systemen zullen iedere aansprakelijkheid daarom ook uitsluiten voor de kwaliteit van het advies dat door de systemen wordt gegeven.

Welke andere aspecten brengt het gebruik van IT mee waar juristen rekening mee moeten houden? - Chapter 9

9.1 Inleiding

Er bestaat een spanningsveld tussen openbaarheid en privacy van gegevens. Het internet schept verplichtingen voor de overheid om informatie beschikbaar te stellen. Daartegenover biedt het gebruik van IT ook meer mogelijkheden voor het weglekken en het onrechtmatig gebruiken van persoonlijke informatie waardoor er strenger de hand zal moeten worden gehouden aan het privacyrecht. Daarnaast vraagt men zich af wie er verantwoordelijk is voor onjuist gebruik van juridische kennis of fouten die daardoor ontstaan. Ook kan de uitoefening van intellectuele eigendomsrechten op gespannen voet staan met het openbare karakter van juridische kennis en de rechtspleging.

Zo is een jurist aansprakelijk voor de kwaliteit van zijn beslissingen, ook als daarbij gebruik wordt gemaakt van IT-hulpmiddelen. De organisatie zal zich daarom moeten vergewissen van de betrouwbaarheid van die hulpmiddelen. Dit betekent dat een jurist niet alleen moet weten met welke IT-systemen hij werkt, maar ook welke rechtsvragen het gebruik van IT in de rechtspraktijk oproept.

9.2 Openbaarheid en privacy

Juristen die gebruik maken van IT moeten zich bewust zijn van hun verplichtingen ten aanzien van openbaarmaking en privacybescherming. Tussen openbaarmaking en privacy bestaat namelijk een spanningsveld, omdat juridische organisaties in bepaalde gevallen verplicht zijn om bepaalde gegevens openbaar te maken of uit te wisselen en tegelijkertijd verplicht zijn om bepaalde privacygevoelige gegevens niet openbaar te maken of uit te wisselen.

De openbaarmakings- en uitwisselingsverplichtingen gelden ten zeerste voor de overheid. Door de introductie van IT bij de overheid vinden steeds meer openbaarmakingshandelingen en uitwisselingshandelingen digitaal plaats. De mogelijkheden die IT aan de overheid biedt om documenten en gegevens openbaar te maken en uit te wisselen versterken in feite de verplichting om hiertoe ook daadwerkelijk over te gaan, ook als dit in feite helemaal niet verplicht is.

Ook in de relatie tussen de overheid en de burger en burgers onderling gelden verplichtingen van vertrouwelijkheid van gegevens. In de Wet Bescherming Persoonsgegevens worden juridische beperkingen opgelegd aan het gebruiken van persoonsgegevens, zoals de eis dat persoonsgegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld, op grond van artikel 7 Wbp, en niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen, zo blijkt uit artikel 9 Wbp. Voor burgers onderling gelden in bijzondere gevallen ook een aantal wettelijke geheimhoudingsverplichtingen en natuurlijk de afspraken die zij onderling maken in contracten.

De regelgeving ten aanzien van openbaarmakings- en uitwisselingsverplichtingen geven de jurist een criterium om de ondergrens te bepalen van de gegevens die via IT beschikbaar moeten worden gesteld. Het privacyrecht helpt de jurist vervolgens om de bovengrens te bepalen van wat er daarboven beschikbaar mag worden gesteld.

9.3 Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

De kwaliteit van beslissingen die met behulp van IT worden genomen hangt niet alleen af van de betrouwbaarheid van de gebruikte software, maar ook van de betrouwbaarheid van de gehanteerde gegevens en van de toegepaste kennis. In het geval van onjuist functioneren van de software zal in veel gevallen de ontwikkelaar of de leverancier aansprakelijk zijn op grond van de contractuele verplichting die hij is aangegaan om een betrouwbaar product te leveren. Hetzelfde geldt in de gevallen waarin de leverancier ook de gegevens aanlevert of de kennis in het systeem heeft ondergebracht en waarin hij de kwaliteit van de gegevens garandeert.

Elke benadeelde kan een beroep doen op artikel 6:185 BW, die ziet op de aansprakelijkheid voor producten. Software kan tegenwoordig gewoon als product worden gekwalificeerd, zo blijkt uit het UsedSoft-arrest. Elke benadeelde kan ook proberen de ontwikkelaar of leverancier wegens onrechtmatige daad aansprakelijk te stellen. Het gaat daarbij echter wel om schuldaansprakelijkheid en niet om risicoaansprakelijkheid zoals bij productaansprakelijkheid, waardoor de eisen aan de verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar of leverancier veel hoger zijn.

Naast de mogelijke aansprakelijkheid van de ontwikkelaar of de leverancier dragen ook de organisatie die de It heeft ingevoerd en de jurist die de IT gebruikt om de beslissing mee te nemen een eigen verantwoordelijkheid. Een jurist die gebruik maakt van IT heeft namelijk ook verplichtingen. In de eerste plaats heeft hij de verplichting tot het niet gebruik van onvolkomen IT-hulpmiddelen en in de tweede plaats heeft hij de verplichting om IT-hulpmiddelen wel te gebruiken, als deze de kwaliteit van beslissingen kan verbeteren.

Uit de Algemene Wet Bestuursrecht vloeit voort dat een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis vergaart omtrent de feiten en de af te wegen belangen. Hiermee hebben bestuursorganen volledige verantwoordelijkheid voor de juiste toepassing van juridische kennis, ook als deze kennis wordt onttrokken aan de gebruikte IT-hulpmiddelen. Als het gebruik van IT-hulpmiddelen echter noodzakelijk is om de zorgvuldigheid te kunnen garanderen, dan is het bestuursorgaan eveneens verantwoordelijk voor het ten onrechte niet gebruiken van deze hulpmiddelen.

Advocaten en bedrijfsjuristen zijn zowel contractueel als wettelijk aansprakelijk in gevallen waarin zij juridische kennis onjuist toepassen. Zij kunnen in dat geval worden aangesproken op grond van wanprestatie en op grond van de onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. In al deze gevallen betekenen de wettelijke of contractuele verplichtingen dat praktijkjuristen verantwoordelijk zijn voor de juiste toepassing van juridische kennis, ook als zij daar IT-hulpmiddelen voor gebruiken.

9.4 Intellectuele eigendom

Het gewone eigendomsrecht is niet van toepassing op gegevens en kennis, omdat deze gemakkelijk kopieerbaar zijn en kopiëren juist de bedoeling van de intellectuele eigenaar kan zijn. De intellectuele eigendom maakt het de intellectueel eigenaar mogelijk om het gebruik van kopieën van zijn gegevens of kennis te beperken of zelfs te verbieden. De belangrijkste vormen van intellectuele eigendomsrechten vanuit het IT-perspectief zijn het auteursrecht en het databankenrecht.

Het auteursrecht wordt gevestigd door het maken van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. De auteurswet stelt hiermee de eis dat het werk origineel moet zijn. De auteursrechthebbende kan onder andere het openbaar maken en verveelvoudigen van het werk verbieden of beperken. Het laatste doen zij vaak door slechts een licentie op kopieën van het werk te leveren. Het databankenrecht beschermt een producent daarentegen tegen het kopiëren van substantiële delen van een databank. Hierbij is het voldoende dat de producent voldoende economisch belang heeft.

Intellectuele eigendom speelt op drie manieren een rol bij het IT-gebruik door juristen. In de eerste plaats is het de vraag of zij de ingebrachte kennis vrij kunnen gebruiken, als zij zelf niet over de intellectuele eigendomsrechten beschikken. In de tweede plaats is het steeds de vraag of met het aanpassen van de inhoud geen inbreuk wordt gemaakt op het intellectuele eigendomsrecht van een ander. In de derde plaats gat het om verplichtingen tot openbaarmaking en uitwisseling van documenten en gegevens die kunnen botsen met de intellectuele eigendomsrechten van een ander.

Het eerste geval komt vooral voor bij juristen die, door hun opgedane, kennis onderbrengen in digitale invoerformulieren of documentmodellen. Het is dan voor zowel de organisatie als voor de jurist die de IT ontwikkelt van belang om te weten of zij een exclusief recht hebben op de intellectuele eigendom en wie dan de rechthebbende is. Hier komt het auteursrecht voor de werkgever bij kijken, wanneer de jurist de IT ontwikkelt in opdracht van de werkgever. Voor de jurist is het dan ook van belang om te weten of hij van de kennis mag blijven gebruiken als de organisatie verlaat.

Het tweede geval komt vooral voor bij personen die een juridische website onderhouden. De aanpassing van de juridische inhoud van deze websites zal steeds vaker onder de verantwoordelijkheid vallen van een jurist die bij de organisatie werkzaam is. Hierbij moet hij letten op de openbaarmakings- en privacybeschermingsverplichtingen en op de intellectuele eigendom die op bepaalde documenten kan rusten.

Het derde geval komt voor bij gevallen waarin de jurist bepaalde informatie openbaar moet maken, wat kan botsen met de intellectuele eigendomsrechten. Zo kan het voorkomen dat de overheid een document openbaar moet maken op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur, terwijl daar auteursrechten op rusten.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.