ABRvS 12 juli 2006, Senter/Novem - Arrest

ABRvS 12 juli 2006, Senter/Novem

Feiten

Op 12 september 2003 hadden het college van Burgemeester en wethouders van Rotterdam, het OM, de Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, de Belastingdienst Rijnmond en de FIOD-ECD een nieuw convenant gesloten (Convenant Alijda), onder meer gericht op de integrale aanpak van malafide huiseigenaren. In dit kader werden persoonsgegevens geregistreerd van huiseigenaren waarvan een indicatie bestond dat zij zich bezig zouden houden met malafide praktijken. Dit werd vastgelegd in een “Alijda-lijst”("Convenant Alijda, gericht op de integrale aanpak van panden en malafide huiseigena(a)r(en)").

Bij brief in 2004 heeft de hoofdofficier van justitie te Rotterdam aan de appellanten meegedeeld dat zij voorkomen op de zogenoemde "zwarte lijst" en daarbij heeft hij de letterlijke inhoud verstrekt van hetgeen in die lijst over appellanten is vermeld.

In het bezwaar van de appellanten hiertegen werd hen meegedeeld dat plaatsing op de lijst geen besluit was. De rechtbank Rotterdam heeft het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. De appellanten hebben toen het oordeel van de rechtbank Rotterdam bestreden dat de beslissing om hen op deze lijst te plaatsen geen besluit is in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb omdat deze lijst externe werking heeft en plaatsing daarop rechtsgevolgen meebrengt.

ABRvS

De Afdeling oordeelt, dat plaatsing op de “Alijda-lijst”, die niet berust op een wettelijk voorschrift, geen wijziging brengt in de rechtspositie van de appellanten. Deze lijst heeft blijkens de stukken uitsluitend een intern karakter. Zij wordt volgens de hoofdofficier van justitie gebruikt om prioriteiten te stellen bij het uit te voeren toezicht en is een hulpmiddel bij de handhaving. Weliswaar kan plaatsing op de lijst voor de afzonderlijke convenantpartijen aanleiding zijn om te besluiten tot bijzondere maatregelen, maar dit betekent niet dat beslissingen over plaatsing op de lijst zelfstandig op rechtsgevolg zijn gericht. De rechtbank is derhalve terecht en op goede gronden tot het oordeel gekomen dat de beslissing om appellanten op de “Alijda-lijst” te plaatsen, geen besluit is.

Het hoger beroep is ongegrond en de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina