Feiten

I.c. gaat het om een geding tussen de Vereniging van eigenaars Flatgebouw De Dikkert, gevestigd te Zaandam (appellante) en de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu (verweerders). Bij besluit van 24 maart 2015 hebben de ministers het inpassingsplan "Transformatorstation Oostzaan" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de vereniging beroep ingesteld.

Het inpassingsplan voorziet in een uitbreiding van een bestaand, door TenneT TSO B.V. geëxploiteerd, transformatorstation in de gemeente Oostzaan. Hierbij zal o.a. de aansluiting van de bestaande hoogspanningslijnen op het transformatorstation worden aangepast.

De vereniging is tegen het plan in verband met de ligging van haar appartementengebouw onder en nabij de hoogspanningsverbinding Beverwijk-Oostzaan. Zij is bang dat de voorgenomen spanning van 380 kV nadelige gevolgen zal hebben voor de bewoners van het gebouw en voor de naaste omgeving. Volgens haar had alvorens te voorzien in de uitbreiding van het transformatorstation, onderzocht moeten worden of het verleggen of onderkabelen van de bestaande verbinding tot de mogelijkheden behoort.

De ministers hebben zich op het standpunt gesteld dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat het appartementengebouw zich hemelsbreed op ongeveer 5,2 kilometer afstand van het plangebied bevindt. Volgens de ministers is die afstand zodanig dat de vereniging niet als belanghebbende kan worden beschouwd. De ministers hebben benadrukt dat het bestreden besluit uitsluitend ziet op het terrein van het transformatorstation en niet op het gebruik van de hoogspanningsverbinding Beverwijk-Oostzaan voor zover die buiten het plangebied is gelegen.

ABRVS

De afdeling stelt dat de vereniging moet worden geacht op te komen voor de belangen van de natuurlijke personen die het appartementengebouw bewonen. Dit betekent dat de beantwoording van de vraag of de vereniging belanghebbend is, afhangt van het antwoord op de vraag of de bewoners van de appartementen als belanghebbenden moeten worden aangemerkt. Hiervoor is bepalend of het besluit de bewoners feitelijk in hun belangen raakt. Aan de omstandigheid dat het gebruik van de hoogspanningsverbinding, naar de ministers hebben gesteld, juridisch reeds is voorzien in een eerder besluit, komt in dit opzicht dus geen betekenis toe. Ter zitting is gebleken dat niet geheel valt uit te sluiten dat bewoners van het gebouw, in meerdere of mindere mate gevolgen van het verhogen van de spanning naar 380 kV kunnen ondervinden.

Op grond van deze omstandigheden concludeert de Afdeling dat de bewoners van het gebouw ondanks de afstand tot het plangebied van ruim 5 kilometer, belanghebbenden zijn bij het besluit. Dit betekent dat de vereniging als belanghebbende moet worden aangemerkt en dat haar beroep ontvankelijk is.