Het betrof in deze zaak een geschil over de verdeling van de huwelijksgoederen-gemeenschap. De man was het niet eens met de beschikking en verzocht een nieuwe verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw was het hier niet mee eens en verzocht de man in zijn vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren en daarnaast de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarin is uitgemaakt dat de vrouw ter zake van de advocaatkosten aan de man een bedrag van € 5.762,23 dient te betalen.

De man had aanzienlijke advocaatkosten gemaakt in een strafzaak die tegen hem had gespeeld. In deze zaak stond dan ook de vraag centraal of de rekeningen van de door de man ingeschakelde advocaat in het kader van zijn strafzaak gelden als verknochte schulden. En zo niet of het anders naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor rekening van de man zouden moeten blijven (en dus niet de helft voor rekening van de vrouw).

De vrouw was van mening dat de rechtbank onterecht had geoordeeld dat de facturen voor de advocaten van de man (€ 11524,45) verrekend moesten worden en dat de vrouw dus voor de advocaatkosten aan de man een bedrag van € 5.762,23 moest betalen.

Zij gaf aan dat alle advocaatkosten die de man in de tegen hem aanhangig gemaakte strafzaak had gemaakt als aan hem verknochte kosten moeten worden gezien en daarom niet in de gemeenschap moesten vallen. De facturen waren volgens de man niet als verknochte schulden conform artikel 1:94 lid 3 BW aan te merken. De vrouw sprak dit tegen en stelde dat het hier ging om persoonlijke belangen van de man en niet om gemeenschappelijke belangen van partijen.

Het hof oordeelde dat de bovengenoemde advocaatkosten (€ 11524,45) als bijzonder verknocht dienen te gelden, en dus door de man moeten worden gedragen. De grondslag hiervoor is dat deze kosten betrekking hebben op de verdediging in zijn belang in een strafrechtelijke vervolging ter zake van het plegen van een strafbaar feit. Het hof nam hiervoor in overweging de zwaarte en aard van het strafbare feit, een zedendelict, en het feit dat de man hiervoor onherroepelijk is veroordeeld.

Met andere woorden, de advocaatkosten van de man gelden als bijzonder verknocht omdat deze betrekking hebben op zijn verdediging en hierbij moet de ernst van het strafbare feit en het feit hij hiervoor onherroepelijk is veroordeeld, mee worden gewogen.