Asbest I - Arrest

Asbest I (HR 28-04-2000, NJ 2000, 430)

Onderwerp

Lange verjaringstermijn en derogerende werking redelijkheid en billijkheid; ‘naar haar aard verborgen schade’

Casus:

Van Hese is van 1959 tot 1963 werkzaam geweest bij De Schelde, waarbij hij is blootgesteld aan asbest. In 1996 wordt bij hem kanker geconstateerd. Op 29 oktober 1996 stelt Van Hese De Schelde hiervoor aansprakelijk op grond van artikel 7A:1638x (Oud ) BW. Op 18 november 1996 is Van Hese overleden. De erven Van Hese vorderen vergoeding van de door Van Hese geleden (im)materiële schade. De Schelde beroept zich op verjaring (artikel 3:310 lid 2 BW).

HR:

Weliswaar heeft de lange verjaringstermijn een objectief en in beginsel absoluut karakter, maar dit wil niet zeggen dat deze termijn nooit op grond van artikel 6:2 lid 2 BW buiten toepassing zou kunnen blijven. Gelet op de belangen die deze regel beoogt te dienen, waaronder in het bijzonder het belang van de rechtszekerheid, zal slechts in uitzonderlijke gevallen van ‘onaanvaardbaarheid’ sprake kunnen zijn. Een zodanig uitzonderlijk geval kan zich voordoen wanneer onzeker is of de gebeurtenis die de schade kan veroorzaken – hier: de blootstelling aan asbest – inderdaad tot schade – hier: de ziekte mesothelioom – zal leiden, die onzekerheid zeer lange tijd is blijven bestaan en de schade in die zin naar haar aard verborgen is gebleven dat zij daadwerkelijk is ontstaan en dus pas kon worden geconstateerd nadat de verjaringstermijn reeds was verstreken.

Of in dergelijke gevallen toepassing van de lange verjaringstermijn na de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust inderdaad naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zal met inachtneming van alle omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld. Als gezichtspunten waarvan de rechter blijk moet geven deze in zijn beoordeling te hebben betrokken, vallen te noemen:

  • of het gaat om vergoeding van vermogensschade dan wel van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, en – mede in verband daarmede – of de gevorderde schadevergoeding ten goede komt aan het slachtoffer zelf, diens nabestaanden dan wel een derde;

  • in hoeverre voor het slachtoffer respectievelijk zijn nabestaanden ter zake van de schade een aanspraak op een uitkering uit anderen hoofde bestaat;

  • de mate waarin de gebeurtenis de aangesprokene kan worden verweten;

  • in hoeverre de aangesprokene reeds vóór het verstrijken van de verjaringstermijn rekening heeft gehouden of had behoren te houden met de mogelijkheid dat hij voor de schade aansprakelijk zou zijn;

  • of de aangesprokene naar redelijkheid nog de mogelijkheid heeft zich tegen de vordering te verweren;

  • of de aansprakelijkheid (nog) door verzekering is gedekt en

  • of na het aan het licht komen van de schade binnen redelijke termijn een aansprakelijkstelling heeft plaatsgevonden en een vordering tot schadevergoeding is ingesteld.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Studeren in het buitenland, stagelopen of onderzoek doen? Check welke verzekeringen voor jou van toepassing zijn via de JoHo Insurances Foundation, of bereid je vertrek naar het buitenland voor

Study or work abroad: check your insurance options

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.