The autistic mind in the light of neuropsychological studies - Pisula (2010) - Artikel


De autistische geest in neuropsychologische onderzoeken

De diagnose van autisme is momenteel gebaseerd op gedragscriteria, aangezien de onderliggende oorzaken van autismespectrumstoornissen nog niet zijn achterhaald. Uit de laatste twintig jaar van onderzoek blijkt dat personen met autisme afwijken in de sociale ontwikkeling, verbale en non-verbale communicatieproblemen hebben en rigide patronen hebben van gedrag en interesses. Ze gebruiken geen oogcontact, gezichtsexpressie of gebaren in de interactie met anderen. Een aantal autisten heeft ook een verstandelijke beperking. Er zijn drie neurocognitieve theorieën voor de bron van de klachten bij autismepatiënten, waaronder: de ‘theory of mind’, executieve dysfunctie en zwakke centrale coherentie.

Met de ‘theory of mind’ wordt bedoeld het vermogen om gedrag te voorspellen of uit te leggen door een hypothese te vormen over de gedachten, gevoelens en doelen van een ander in sociale interactie. Personen met autisme hebben moeite om de gedachten, emoties en beweegredenen van een ander te begrijpen. De Sally-Anne test met het verhaaltje over een bal in de mand wordt gebruikt als diagnostische test. Oogtraceringsstudies toonden aan dat individuen met autisme bij het kijken naar een pratend persoon vooral zich focussen op de mond en handen, maar niet op de ogen. De fusiforme gyrus, het gezicht-specifieke gebied in de hersenen, wordt ook niet geactiveerd, maar juist het voorwerp-specifieke gebied.

Patiënten met autisme vinden het ook moeilijk hun eigen emoties te uiten. Uit fMRI-studies blijkt dat de hersengebieden voor zelfreflectie en attributie van mentale status, waaronder de anteriore cingulaire cortex, frontaal inferior orbitale cortex, mediaal parietofrontale cortex, precuneus, linker temporale pool en het cerebellum, bij deze patiënten significant zwakker is. Delen pariëtaal en occipentaal werden juist meer geactiveerd. Bij de autisten onderling is er een enorme variëteit in ontwikkeling van vaardigheden voor de ‘theory of mind’.

Een alternatieve verklaring is dat executieve functieafwijkingen leiden tot heel veel autismekenmerken, mogelijk genetisch. Hiermee wordt een breed spectrum van neuropsychologische processen bedoeld, waaronder fysieke, cognitieve en emotionele zelfcontrole. Patiënten met autisme schijnen net als individuen met schade bij de prefrontale cortex, moeite te hebben met doelgerichte gedragsplanning, respons inhibitie (nadenken voordat je iets doet) en een tekort in flexibel denken en gedrag. Ervaring van deze problemen kan behulpzaam zijn in het aanpassen van de levensomgeving en de keuze voor bepaalde behandelstrategieën. Autisten hebben veel afwijkingen in de grijze en witte stof, met nadelige functies voor de functionele integratie en synchronische van inhibitienetwerken. De premotor gebieden en geheugengebieden worden juist meer geactiveerd.

De zwakke centrale coherentie hypothese gaat uit van een neurocognitieve afwijking wat de integratie van informatie belemmert. Patiënten met autisme letten extra op details, maar begrijpen de gehele context niet, zowel in perceptie als in taal. Globale verwerkingsvaardigheden verschillen enorm bij personen met autismespectrumstoornissen onderling. Niet alle patiënten hebben namelijk dit probleem en sommige kunnen dit wel na bepaalde instructies. Het is een veronderstelling dat slecht ontwikkelde globale verwerking van informatie geassocieerd kan zijn met verminderde structuren of functionele connectiviteit tussen bepaalde hersenregio’s. Een andere hypothese is dat er te weinig integratie is van gespecialiseerde neurale netwerken, door te weinig temporale bindingen.

Neurobiologische informatie kan mogelijk de relatie leggen tussen autistische afwijkingen. Bij autistische patiënten wordt veel onderzoek gedaan naar cognitieve afwijkingen, maar geen van de studies heeft een antwoord waarom er afwijkingen zijn in de sociale ontwikkeling, communicatie en rigide gedragspatronen. Een belangrijke vraag is of autisme zich kan ontwikkelen in een persoon zonder ‘theory of mind’, executieve functies of centrale coherentieafwijkingen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Psychology Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.