Azivo/GGD - Arrest

Azivo/GGD (HR 10-11-1989, NJ 1990, 700)

Kort

Als geen wettelijke contracteerplicht bestaat kan het in concrete omstandigheden onrechtmatig zijn om toch niet de prijs te betalen voor de dienst die beide partijen niet kunnen ‘ontwijken’.

Casus

Deze zaak betreft een geschil tussen een Ziekenfonds en een zorgaanbieder. Bedacht moet worden dat de feiten zich afspelen aan het begin van de jaren 1980, toen de wettelijke regeling en vorm van ons zorgverzekeringsstelsel er totaal anders uitzagen. Heel kort gezegd bepaalde de Ziekenfondswet in art. 44 dat de ziekenfondsen (vergelijkbaar met de tegenwoordige zorgverzekeraars) overeenkomsten moesten sluiten met bepaalde categorieën van zorgaanbieders. Dat betekende dus een contracteerverplichting voor ziekenfondsen die de contractvrijheid opzij zette. Echter, tot 1985 stonden aanbieders van ambulancediensten niet op die lijst van aanbieders waar de ziekenfondsen mee moesten contracteren. Er was dus ruimte voor onderhandeling over tarieven en dergelijke. Die onderhandelingen en de resulterende overeenkomsten werden gezien als rechtsverhoudingen naar burgerlijk recht.

De complicatie hier was echter dat het niet om een vrije markt ging waar contractvrijheid gold. De ziekenfondsen in zekere zin ‘klem’ zaten, want op grond van de Ziekenfondswet hadden zorgverzekerden tegenover de ziekenfondsen recht op ambulancevervoer. Ziekenfondsen moesten dus feitelijk wel in onderhandeling treden met vervoerders om tot een prijsafspraak te komen. Ook de ambulancevervoerders zaten op hun beurt in zekere zin ‘klem’. Op grond van de Wet Ambulancevervoer werd via een centrale post op regio-niveau bepaald wie welk ‘vrachtje’ mocht rijden. De verdeling van het ambulancevervoer werd dus niet door ziekenfondsen en ook niet door de vervoerders bepaald en deze partijen werden dus als het ware aan elkaar verbonden zonder dat zij nog ter plekke over prijs konden onderhandelen. De enige manier om tot goede afspraken te komen over de tarieven was dus door collectief overleg, maar dat werkte niet goed. Tot 1 april 1982 was er een Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven (COZ) dat prijsadviezen betreffende het maximale vervoertarief uitbracht. Die adviezen waren echter niet bindend en daarom werd op 1 april 1982 een Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG) ingesteld dat wel bindende tarieven voor het ambulancevervoer kon vaststellen. Overigens was ook dit een gebrekkige constructie omdat het tot 1985 duurde voordat ziekenfondsen daadwerkelijk verplicht waren om te contracteren met ambulancevervoerders.

Het geschil tussen Azivo en GGD gaat over dus de prijs die GGD in rekening wenste te brengen aan Azivo voor het vervoer van patiënten die bij Azivo verzekerd waren. Het betrof zowel de periode tot 1 april 1982 als daarna tot 1985 (het moment van echte contractdwang). Azivo wenste aan GGD Voorburg-Leidschendam niet meer te betalen dan zij betaalde aan de GGD Den Haag. Die rekende kennelijk een lager tarief dan GGD Voorburg-Leidschendam. Deze laatste vordert in rechte betaling van het meerdere. De Rechtbank wijst de vordering af. Het Hof oordeelt dat geen sprake is van een overeenkomst tussen Azivo en GGD, maar dat Azivo in de gegeven omstandigheden wel onrechtmatig handelde door te weigeren om het tarief te betalen dat GGD in rekening bracht.

Uitspraak

Het wettelijk stelsel brengt met zich mee dat de verzekerden van Azivo jegens Azivo aanspraak hebben op ambulancevervoer; dat uit hoofde van de bepalingen van de Wet Ambulancevervoer het de 'centrale post' is die beslist welk ambulancevervoer wordt verricht en door wie; dat de GGD verplicht is ambulancevervoer ten behoeve van verzekerden van Azivo te verrichten telkens wanneer de 'centrale post' daartoe opdracht geeft; dat de tarieven voor dat ambulancevervoer vanaf 7 febr. 1982 worden goedgekeurd of vastgesteld door het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg en voor die datum werden vastgesteld conform de adviezen van het Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven.
De Hoge raad stelt derhalve dat het hof terecht heeft geoordeeld dat Azivo onrechtmatig jegens de GGD handelde door niet de bedragen te betalen die de GGD op basis van eerdergenoemde tarieven in rekening bracht, maar te volstaan met betaling conform een door Azivo eigenmachtig bepaald tarief, dat de werkelijke kosten van de GGD niet dekt.  De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en Azivo moet het hogere bedrag betalen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.