Blauw oog - Arrest

Blauw oog (HR 29-06-2012, NJ 2012/410)

Feiten

De eiser en de groep verweerders woonden allen in dezelfde flat. In oktober 2004 heeft een confrontatie plaatsgevonden tussen de eiser enerzijds en vier verweerders anderzijds. Toen de eiser zijn woning wilde binnengegaan zijn de verweerders hem samen achternagegaan, en hebben hem twee klappen in het gezicht gegeven.

De eiser stelt dat de verweerders in groepsverband onrechtmatig tegenover hem hebben gehandeld op grond van art. 6:166 lid 1 BW en dat zij daarom zijn schade moeten vergoeden. Hij heeft aangevoerd dat hij door de mishandeling ernstige pijn heeft ervaren en dat sindsdien bij hem sprake is van angstgevoelens waarvoor hij door zijn huisarts is doorverwezen naar de GGZ.

De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen op de grond dat de eiser op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Volgens het hof is aan alle door art. 6:166 lid 1 gestelde eisen voor aansprakelijkheid van deze verweerders voldaan, behalve dat schade is geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. De eiser heeft immers noch het bestaan van de gestelde angststoornis, noch het causaal verband met het onrechtmatige groepshandelen aangetoond. Ook heeft hij geen gespecificeerd bewijsaanbod gedaan, waardoor deze angststoornis en het causaal verband niet vaststaan. Wat betreft de schade wegens geestelijk letsel, heeft de eiser onvoldoende onderbouwd dat daarvan sprake is. Volgens het hof is het letsel (een blauw oog) te gering is om voor vergoeding (smartengeld) in aanmerking te komen.

Hoge Raad

De klachten van het middel zijn gericht tegen het oordeel van het hof dat de eiser niet heeft aangetoond dat schade is geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.

De Hoge Raad stelt dat het vaststaat dat de eiser aan de mishandeling een blauw oog heeft overgehouden, en dus lichamelijk letsel heeft opgelopen. Dit geeft hem op grond van art. 6:106 lid 1 b BW recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat dit letsel te gering is om voor enige vergoeding in aanmerking te komen.

Het oordeel van het hof dat de eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat hij door de mishandeling ook op andere wijze in zijn persoon is aangetast in de zin van art 6:106 BW, faalt. Voor de toewijsbaarheid van een hierop gerichte vordering is uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Als de ernst van de normschending en gevolgen daarvan voor het slachtoffer dit rechtvaardigen kan op dit uitgangspunt een uitzondering worden gemaakt. In dit geval acht de Hoge Raad het feitelijke oordeel van het hof dat benadeelde daartoe onvoldoende heeft gesteld, waardoor geen smartengeld wordt toegekend, niet onbegrijpelijk.

Kern

Een blauw oog is lichamelijk letsel. Daarom kan hiervoor een recht op smartengeld bestaan. Voor toekenning van smartengeld op grond van aantasting in de persoon wegens een angststoornis moet sprake zijn van geestelijk letsel. Dit letsel moet de benadeelde voldoende concreet onderbouwen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.