Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
I.c. gaat het om een oude zaak uit 1936. Het volgende speelde:
Moorman Periodieke Pers en Bureau Materiaalstaat waren overeengekomen dat Bureau Materiaalstaat 26 maandelijkse advertenties zou plaatsen in een door Moorman uitgegeven tijdschrift. Dit voor een prijs van 7 gulden per stuk.
In het contract was een beding opgenomen dat regelde dat Bureau Materiaalstaat bij niet betaling van een advertentie verplicht zou zijn om het (resterende) totaalbedrag voor alle advertenties in een keer te voldoen aan Moorman (zonder hierbij nog aanspraak te kunnen maken op plaatsing van de resterende advertenties). Met andere woorden: het recht op het plaatsen van de advertenties zou vervallen op grond van het contractuele beding.
Na de plaatsing van 13 advertenties was de betaling van 5 advertenties door Bureau Materiaalstaat uitgebleven, waardoor Moorman op grond van het contract betaling van de resterende advertenties vorderde. Bureau Materiaalstaat zou dan het volledige bedrag moeten betalen, maar de resterende advertenties zouden niet geplaatst worden.
De rechter oordeelde dat Bureau Materiaalstaat 35 gulden moest betalen voor de 5 geplaatst advertenties die nog niet waren betaald. De rest van de claim werd niet ontvankelijk verklaard. Immers, het beding zorgde er voor dat Moormans van zijn verplichting tot het plaatsen van de advertenties werd ontdaan terwijl Bureau Materiaalstaat juist vervroegd de resterende bedragen moest betalen. Volgens de rechter was dit in strijd met de goede zeden, nu er een wanverhouding ontstond tussen de wederzijdse presentaties. Hierna werd de zaak aan de Hoge Raad voorgelegd.
De Hoge Raad casseert. De Hoge Raad stelt dat “de opvatting der Rechtbank, dat het aan partijen niet vrijstaat om het nadeel, dat die partij treffen zal, welke zich aan wanprestatie mocht schuldig maken, in dier vroege te regelen, dat de prestatie, waartoe haar wederpartij zich verbonden heeft, vervalt, doch haar eigen prestatie verschuldigd blijft en zelfs door vervroegde opeischbaarheid verzwaard wordt, in haar algemeenheid noch in de artikelen 1371 en 1373 BW, noch in enige andere wetsbepaling steun vindt, zodat het middel terecht die opvatting bestrijdt”.
De bewuste bevoordeling van een van de contractanten door de ander is toegestaan. Wel kunnen enkele bijzondere overeenkomsten met ongelijkwaardige prestaties maatschappelijk ontoelaatbaar zijn (bijv. een concurrentieverbod dat de arbeider onevenredig benadeelt of als er sprake is van bijvoorbeeld misleiding).
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution