C-161/84 (Pronuptia) - Arrest

C-161/84 (Pronuptia)

Franchiseovereenkomsten vertonen een grote diversiteit. Men dient te onderscheiden:

  1. dienstenfranchising, waarbij de franchisenemer een dienst aanbiedt onder het embleem, de handelsnaam of ook het merk van de franchisegever en in overeenstemming met diens aanwijzingen;

  2. productiefranchising, waarbij de franchisenemer zelf volgens de aanwijzingen van de franchisegever producten vervaardigt en onder diens merk verkoopt en

  3. verkoopfranchising, waarbij de franchisenemer enkel bepaalde producten verkoopt in een winkel met de handelsnaam van de franchisegever. Het Hof zal zich slechts uitspreken over deze derde soort overeenkomsten, waarop de vraag van de nationale rechterlijke instantie uitdrukkelijk betrekking heeft.

De verenigbaarheid van franchiseovereenkomsten met artikel 101 lid 1 VWEU kan niet abstract worden beoordeeld, maar is afhankelijk van de in die overeenkomsten vervatte clausules.

Bij verkoopfranchising biedt een onderneming die zich als verkoper een plaats op een bepaalde markt heeft veroverd en daarbij een marketingconcept heeft weten te ontwikkelen, tegen vergoeding aan zelfstandige handelaars de mogelijkheid om met gebruikmaking van haar handelsnaam en de bij haar succesvol gebleken handelsmethoden, vaste voet te krijgen op andere markten. Het gaat niet zozeer om een verkoopvorm als wel om een soort economische exploitatie van ‘know-how’, zonder inzet van eigen kapitaal. Dit stelsel biedt handelaars zonder de nodige ervaring overigens de mogelijkheid, gebruik te maken van methoden die zij zich anders slechts na lang en moeizaam onderzoek eigen hadden kunnen maken, en laat hen profiteren van de reputatie van de handelsnaam.

Overeenkomsten inzake verkoopfranchising onderscheiden zich van alleenverkoop-overeenkomsten en van overeenkomsten met erkende wederverkopers in het kader van een selectief distributiestelsel, doordat deze laatste niet voorzien in het gebruik van eenzelfde handelsnaam, de toepassing van eenvormige commerciële methoden of de betaling van royalty’s in ruil voor de toegestane voordelen. Een dergelijk stelsel, dat de franchisegever in staat stelt ‘de vruchten te plukken’ van zijn succes, heeft op zichzelf geen ongunstige invloed op de mededinging.

Wil het kunnen functioneren, moet aan twee voorwaarden zijn voldaan, te weten:

  1. de franchisegever moet de franchisenemer zijn know-how kunnen overdragen en hem de nodige bijstand bij de toepassing van zijn methoden kunnen verlenen, zonder het risico te lopen dat die know-how en die bijstand zij het ook maar indirect aan concurrenten ten goede komen en

  2. de franchisegever moet passende maatregelen kunnen nemen voor het behoud van de identiteit en de reputatie van de door de handelsnaam gesymboliseerde verkooporganisatie.

Gaan de beperkingen in de franchiseovereenkomst niet verder dan wat noodzakelijk is, dan heeft deze overeenkomst een ‘netto positief effect’ op de concurrentie, waarmee het buiten artikel 101 lid 1 VWEU valt. Gaan de beperkingen verder dan wat noodzakelijk is, dan kunnen zij nog op grond van artikel 101 lid 3 VWEU gerechtvaardigd worden.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.