C-382/99 (Nederlandse Tankstations) - Arrest

C-382/99 (Nederlandse Tankstations)

Lidstaten mogen weliswaar onder bepaalde voorwaarden en geïdentificeerd volgens objectieve criteria steun van geringe omvang verlenen zonder voorafgaande aanmelding, maar een lidstaat die voornemens is dergelijke steun te verlenen, moet de Commissie alle gegevens verstrekken die het beroep op de ‘de-minimisregel’ kunnen rechtvaardigen, juist voor het geval dat de Commissie twijfels heeft over de verenigbaarheid van de steun met de gemeenschappelijke markt en dus over de eerbiediging van de in de mededeling gestelde voorwaarden. Als een lidstaat de Commissie niet de verlangde gegevens verstrekt of haar slechts gedeeltelijke gegevens verstrekt, moet de wettigheid van de door de Commissie gegeven beschikking, met name gelet op de motiveringsplicht, dan ook worden beoordeeld aan de hand van de gegevens waarover de Commissie beschikte op het ogenblik waarop zij haar beschikking gaf. Een lidstaat kan de wettigheid van een dergelijke beschikking niet betwisten met een beroep op gegevens waarvan hij de Commissie niet gedurende de administratieve procedure in kennis heeft gesteld. Dit geldt te meer wanneer een lidstaat heeft geweigerd te antwoorden op een uitdrukkelijk verzoek van de Commissie om inlichtingen.

Ingevolge artikel 107 VWEU worden onder meer als steunmaatregelen beschouwd de maatregelen die, in verschillende vormen, de lasten verlichten die normaliter op het budget van een onderneming drukken en daardoor – zonder subsidies in de strikte zin van het woord te zijn – van gelijke aard zijn en identieke gevolgen hebben. Deze bepaling maakt in dit opzicht geen onderscheid naar de redenen of doeleinden van de maatregelen van de staten, doch ziet naar de gevolgen ervan.

Bij ontbreken van gemeenschappelijke bepalingen op dit gebied, dient terugvordering van steun die onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard, te geschieden volgens de modaliteiten van nationaal recht, voor zover hierdoor de door het gemeenschapsrecht verlangde terugvordering niet in de praktijk onmogelijk wordt gemaakt en geen inbreuk wordt gemaakt op het gelijkwaardigheidsbeginsel ten opzichte van procedures ter beslissing van soortgelijke, maar zuiver nationale geschillen.

Wanneer met betrekking tot staatssteun een lidstaat bij de uitvoering van een bevel tot terugvordering op onverwachte problemen stuit, kan hij deze aan het oordeel van de Commissie voorleggen. In het bijzonder past de verplichting van een lidstaat om het precieze bedrag van de terug te vorderen steun te berekenen, met name wanneer deze berekening afhankelijk is van gegevens die niet door die lidstaat aan de Commissie zijn meegedeeld, in het ruimere kader van de verplichting tot loyale samenwerking die de Commissie en de lidstaten wederzijds bindt bij de uitvoering van de verdragsbepalingen inzake staatssteun. Indien een lidstaat twijfels heeft over de identiteit van degenen tot wie de bevelen tot terugbetaling moeten worden gericht, kan hij die problemen aan het oordeel van de Commissie voorleggen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.