C-94/00 (Roquette Frères)

Bescherming tegen ingrepen van het openbaar gezag in de privésfeer van een natuurlijke of rechtspersoon die willekeurig of onredelijk zouden zijn, vormt een algemeen beginsel van gemeenschapsrecht. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten dienen dit algemene beginsel te eerbiedigen wanneer zij worden verzocht gevolg te geven aan een verzoek om bijstand van de Commissie als bedoeld in Verordening 1/2003/EG.

Bij de bepaling van het toepassingsbereik van dit beginsel dient, waar het de bescherming van bedrijfslokalen van vennootschappen betreft, rekening te worden gehouden met EHRM-rechtspraak, waaruit blijkt dat de bescherming van de woning, waarvan in artikel 8 EVRM sprake is, zich in bepaalde omstandigheden ook kan uitstrekken tot genoemde lokalen en dat het recht op inmenging op grond van artikel 8 lid 2 EVRM voor bedrijfslokalen of
-activiteiten zeer wel veel verder zou kunnen gaan dan in andere gevallen.