The case against plea bargaining - Lynch - Artikel

De auteur van dit artikel wijst op de ontwikkeling dat ‘plea bargaining’ tegenwoordig de rechtspleging in de Verenigde Staten domineert. Hoewel deze ontwikkeling zich duidelijk voordoet, beargumenteert de auteur in dit artikel dat hij tegen deze ontwikkeling is. Hij vindt dat de praktijk ‘plea bargaining’ moet worden afgeschaft wegens het feit dat deze grondwettelijk gezien niet wenselijk is. De Amerikaanse Bill of Rights bevat enkele expliciete waarborgen voor de verdachte, waaronder het fundamentele recht om te zwijgen dan wel zichzelf niet te incrimineren (Vijfde Amendement) en het recht om een zaak voor te leggen aan een onpartijdige jury dan wel gerecht (Zesde Amendement). Dit vanuit het oogpunt dat het wenselijk is om de macht van de overheid te beperken, zodat de vrijheden als neergelegd in de Bill of Rights gewaarborgd worden. Men zou dus denken dat het overgrote deel van de zaken in een acquisitoir systeem voor een jury verschijnt. Echter ziet het merendeel van de verdachten af van het uitoefenen van hun fundamentele rechten en bekennen zij schuld. De reden hierachter is de methode van de vervolging van het zogenaamde ‘plea bargaining’. Dit houdt in dat de aanklager een voorstel doet tot het verlagen van de gevangenisstraf in ruil voor het feit dat de verdachte afstand doet van zijn privilege op zelfincriminatie en het recht op een proces.

De auteur vraagt zich af of deze methode van ‘plea bargaining’ wenselijk is met het oog op de constitutionele rechten. Volgens de auteur bestaat er geen twijfel dat de vervolgers hun macht gebruiken om druk uit te oefenen op verdachten. De vervolgende instanties geven dat vaak zelf toe. Indien een verdachte afstand doet van zijn recht op een proces en schuld bekent, komt de zaak immers niet voor een jury. Dit betekent dat de werkdruk van rechters, vervolgers en advocaten van de verdediging aanzienlijk daalt. In de zaak Bordenkirhcer v. Hayes werd bepaald door het Amerikaanse Hooggerechtshof dat het onderliggende constitutionele argument voor ‘plea bargaining’ is dat een verdachte vrij is om het voorstel van de vervolging te accepteren dan wel te weigeren. Hierbij doet zich geen element van straf of wraak voor. De verdachte heeft aldus zelf een keuze. De auteur van het artikel is het duidelijk niet eens met de bovenstaande opvatting van het Hooggerechtshof. Hij heeft hier een aantal redenen voor. Ten eerste merkt de auteur op dat het bestaan van enige vorm van keuze nooit eerder gebruikt is om onrechtmatig handelen op enige manier te rechtvaardigen. Daarnaast stelt hij dat de vervolgende instanties vaak wel enige vorm van dwang gebruiken om de verdachte over te halen om af te zien van een proces en schuld te bekennen. Hierbij noemt hij drie voorbeelden van zaken (Marshall v. Barlow’s, Nollan v. California Coastal Commission en Miami Herald Publishing Co. v. Tornillo) waarin een dergelijke punt aan de orde is gekomen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount] 1
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.