Case C-346/06, Ruffert - Arrest

Case C-346/06, Ruffert, 3 april 2008

 

In deze zaak ging het om een geschil over de opzegging van een aannemingsovereenkomst tussen het Land Niedersachsen en het bouwbedrijf Objekt und Bauregie. Dit bouwbedrijf had een onderaannemer uit Polen ingeschakeld die werknemers te werk stelde tegen een lager loon dan bepaald in de cao bouwnijverheid. Deze 53 Poolse werknemers die op de bouwplaats werden tewerkgesteld, kregen slechts 46,57 % van het minimumloon betaald.

Krachtens de wet van het Land Niedersachsen zijn de aanbestedende diensten verplicht om opdrachten voor werken alleen te gunnen aan ondernemingen die zich ertoe verplichten om hun werknemers minstens het loon te bepalen dat is vastgesteld in de cao geldend op de plaats van uitvoering ervan. De begunstigde moet zich er ook toe verbinden deze verplichting aan de onderaannemers op te leggen en toezien op de nakoming

ervan. Krachtens deze bepalingen had de onderneming Objekt und Bauregie zich ertoe verbonden de werknemers op de bouwplaats van de gevangenis van Göttingen-Rosdorf de lonen te betalen die zijn vastgesteld in de toepasselijke CAO “bouwnijverheid”.

Na de opzegging van de aannemingsovereenkomst als gevolg van het strafrechtelijk onderzoek twisten het Land Niedersachsen en de curator van Objekt und Bauregie over de vraag of deze onderneming een contractuele boete van € 84 934,31 (1 % van de aanneemsom) moet betalen wegens schending van de verbintenis inzake de lonen.

Het Oberlandesgericht Celle (hogerberoepsinstantie) moest zich in beroep uitspreken over het geschil. Omdat het twijfelde aan de wettigheid van de bepaling m.b.t. de contractuele geldboete verzocht het het Hof te beslissen of de vrijheid van dienstverrichting zich verzet tegen een wettelijke verplichting volgens welke de begunstigde van een overheidsopdracht voor de uitvoering van werken zich ertoe moet verbinden zijn werknemers ten minste het in de toepasselijke cao vastgestelde loon te betalen.

 

Hof

Het Hof komt tot de conclusie dat de betrokken bepalingen onverenigbaar zijn met de gemeenschapsrichtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers.

Het Hof wijst erop dat door de cao “bouwnijverheid” vastgestelde loonpeil niet is vastgesteld op een van de wijzen genoemd in deze richtlijn. Hoewel Duitsland een stelsel kent waar bij cao algemeen verbindend kunnen worden verklaard, blijkt de betrokken cao namelijk niet verbindend te zijn verklaard. Verder is de cao “bouwnijverheid” alleen bindend voor een deel van de bouwsector, want enerzijds is de relevante wetgeving alleen van toepassing op

op overheidsopdrachten met uitsluiting van particuliere opdrachten en anderzijds is deze cao niet algemeen verbindend is verklaard.

De wetgeving van het Land neemt dus niet de bepalingen in acht van de richtlijn met betrekking tot de terbeschikkingstelling van werknemers, krachtens welke de lidstaten onder bepaalde voorwaarden aan in andere lidstaten gevestigde ondernemingen in het kader van transnationale dienstverrichting een minimumloonpeil mogen opleggen.

Ook stelt het Hof dat deze uitleg van de richtlijn wordt bevestigd bij lezing ervan tegen de achtergrond van het beginsel van de vrijheid van dienstverrichting. En de beperking van de vrijheid van dienstverrichting die voortvloeit uit de verplichting aan de werknemers het loon te betalen dat is vastgesteld in de toepasselijke cao, i.c. niet gerechtvaardigd is door het doel de werknemers te beschermen. Het is namelijk niet aangetoond dat een werknemer in de bouwsector de bescherming die een dergelijk loonpeil biedt, dat overigens hoger is dan het krachtens de Duitse wetgeving inzake terbeschikkingstelling van werknemers toepasselijke minimumsalarispeil, alleen nodig heeft wanneer hij in het kader van een overheidsopdracht voor de uitvoering van werken en niet wanneer hij in het kader van een particuliere opdracht werkzaam is.

Conclusie: I.c. acht het Hof de door het land opgelegde verplichting tot nakoming van collectieve arbeidsovereenkomsten in het onderhavige geval van terbeschikkingstelling van werknemers als zijnde onverenigbaar met artikel 49 EG.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina