Cosovo, Advisory Opinion, ICJ

Onderwerp

Deze zaak is voorgelegd aan het International Court of Justice oftewel het Internationaal Strafhof, dat onderdeel is van de Verenigde Naties. Het betreft een adviserende opinie van het Internationaal Strafhof.

Rechtsvraag

Is de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in strijd met het internationale recht?

Rechtsgang

Deze adviserende opinie is door het ICJ opgebouwd uit vijf delen:

• Jurisdictie en discretie

• De betekenis van de vraag

• De feitelijke achtergrond

• De vraag of de onafhankelijkheidsverklaring in overeenstemming is met het internationale recht (dit wordt gevraagd door de Algemene Vergadering van de VN)

• De algemene conclusie.

Vooral het vierde deel is erg van belang in deze zaak. Daarin zegt het ICJ onder ander het volgende:

“The Court observes that there were, however, also instances of declarations of independence outside this context and that the practice of States in these latter cases does not point to the emergence in international law of a new rule prohibiting the making of a declaration of independence in such cases.”

Het ICJ ziet dus geen noodzaak om onafhankelijkheidsverklaringen te gaan verbieden.

In de context van Kosovo heeft de Veiligheidsraad een andere positie ingenomen dan zij bij andere onafhankelijkheidsverklaringen tot nu toe heeft gedaan. Het exceptionele karakter van de resoluties die door het ICJ genoemd worden, bevestigen dat er geen algemeen verbod tegen onafhankelijkheidsverklaringen gevormd kan worden door de Veiligheidsraad.

Conclusie

De conclusie van het ICJ hield in dat de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo geen internationaal recht schond en niet in strijd was met de resolutie van de Veiligheidsraad of met het Grondwettelijke kader.