De schadevergoedingsmaatregel - Kooijmans - Arrest

De schadevergoedingsmaatregel - Kooijmans

 

In beginsel is de mogelijkheid van schadevergoeding neergelegd in art. 6:162 lid 1 BW. Daarnaast is er het strafrechtelijk instrument van de voorwaardelijke veroordeling (art. 14c lid 2 sub 1 Sr). Als bijzondere voorwaarde kan de rechter bepalen dat de veroordeelde de door het strafbare feit veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk vergoedt. De schadevergoeding kan in een andere vorm dan in geld worden toegekend. Voorts kan de officier van justitie in het kader van een transactie als voorwaarde stellen dat de verdachte de door het (vermeende) strafbare feit veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk vergoedt. In 1985 werd de Commissie wettelijke voorzieningen slachtoffers in het strafproces/Terwee opgericht met als centrale doelstelling het versterken van de positie van het slachtoffer in het strafproces. Zij kwam met een concept-wetsvoorstel die in 1995 in werking is getreden (zie art. 36f Sr).

 

Volgens de Commissie-Terwee zijn er vier redenen voor de opvatting dat de schadevergoeding in de vorm van een straf zou moeten worden geïntroduceerd, afgeleid van de gebruikelijke strafdoeleinden. In de eerste plaats kan de vredemakende functie van het strafrecht worden versterkt. Ten tweede de samenloop van de straf en die van de schadevergoeding, waarbij de laatste zowel een speciaal-preventieve als een generaal-preventieve functie heeft. In de derde plaats een vergeldende functie, er wordt meer aandacht besteed aan het concrete geschonden belang van het slachtoffer. Ten slotte de bijdrage die de schadevergoeding kan leveren aan de conflictoplossing.

De schadevergoedingsmaatregel van art. 36f Sr kan worden opgelegd bij veroordeling voor een strafbaar feit en strekt tot vergoeding van schade die door het betreffende strafbare feit is toegebracht. De rechter kan de maatregel opleggen indien en voor zover de verdachte voor deze schade jegens het slachtoffer aansprakelijk is naar burgerlijk recht (lid 2). Er is dus sprake van een complementair handhavingsinstrument. Een strafbaar feit kan blijkens art. 6:162 lid 2 BW worden aangemerkt als een onrechtmatige daad. Indien de onrechtmatige daad aan de dader kan worden toegerekend is hij verplicht de daaruit voortvloeiende schade te vergoeden aan de gelaedeerde. Niet iedere onrechtmatige daad is echter een strafbaar feit. Slechts schade die door het strafbare feit is toegebracht komt in aanmerking voor vergoeding langs de weg van art. 36f Sr. De grondslag van de maatregel is dus de ongewenste situatie dat een persoon schade heeft, welke schade is ontstaan door onrechtmatig toedoen van een ander.

 

Art. 36f lid 3 Sr zegt dat samenloop met andere sancties mogelijk is. Hiermee wordt expliciet mogelijk gemaakt dat de schadevergoedingsmaatregel kan samenlopen met de maatregel van voordeelsontneming. Om te voorkomen dat een persoon twee keer eenzelfde betalingsverplichting opgelegd krijgt bepaalt art. 36e lid 6 Sr dat bij de bepaling van de omvang van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, aan benadeelde derden in rechte toegekende vorderingen (de schadevergoedingsmaatregel) in mindering worden gebracht. Indien de schadevergoedingsmaatregel ten tijde van de beslissing in de ontnemingszaak nog niet is opgelegd, kan het slachtoffer via de weg van art. 577b lid 2 Sv om vermindering of kwijtschelding verzoeken.

Bij de uitspraak waarbij de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd beveelt de rechter dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt (art. 36f lid 6 jo 24c lid 1 Sr). Anders dan bij de vervangende hechtenis bij de ontnemingsmaatregel neemt de (volledige tenuitvoerlegging van de) hechtenis niet de verplichting tot betaling weg. Indien de veroordeelde persoon vervangende hechtenis heeft ondergaan bij gebreke aan voldoening van de schadevergoeding, dient het slachtoffer daarna zelf het vonnis, voor zover dit betrekking heeft op de schadevergoeding, ten uitvoer te leggen op de wijze bepaald voor vonnissen in burgerlijke zaken (art. 554 lid 2 Sv). Voor wat betreft de draagkracht is art. 24 Sr in de opvatting van de Commissie van overeenkomstige toepassing.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.