Decision on the obligation of South-Africa to arrest Al Bashir (No. ICC-02/05-01/09, 13 juni 2015)

Onderwerp

Verplichting voor Zuid-Arika om Omar al Bashir te arresteren. Duidelijkheid van de wet.

Relevante wetsartikelen en beginselen

Statuut van Rome

Casus

Het ging hier om de verplichting van Zuid-Afrika om Omar Al Bashir te arresteren. Hij was in Zuid-Afrika om een congres bij te wonen. De Zuid-Afrikaanse autoriteiten zijn hiervan op de hoogte. Al Bashir wordt verdacht van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden (zeven maal gepleegd) en van genocide (drie maal gepleegd). Nadat er twee arrestatiebevelen tegen hem zijn uitgevaardigd, worden alle autoriteiten die partij zijn bij het Statuut van Rome op de hoogte gesteld. In mei 2015 werd de Zuid-Afrikaanse ambassade in Nederland hiervan herinnerd aan de arrestatiebevelen. Later vond een gesprek plaats tussen de rechter en de ambassadeur van Zuid-Afrika in Nederland. Hier ontstond onenigheid over de vraag hoe duidelijk de wet was. Nederland vond de wetten duidelijk, maar volgens Zuid-Afrika was er sprake van onduidelijkheden in de wet.

Overwegingen ICC

Zuid-Afrika werd op een eerdere beslissing gewezen. In deze uitspraak werd Sudan bevolen om Al Bashir uit te leveren. Sudan deed tevergeefs een beroep op de immuniteit van Al Bashir. Volgens het Hof was er geen belemmering om Al Bashir te arresteren. Het hof overweegt dat Zuid-Afrika Al Bashir zo snel mogelijk moet arresteren. Omdat de partijen er niet uit zijn gekomen met betrekking tot de interpretatie van de wet, zijn de onderhandelingen afgebroken. De immuniteit van Al Bashir is al afgewezen door de VN Veiligheidsraad. Het Hof kan hiermee niet tot een andere beslissing komen.

Uitspraak

Zuid-Afrika heeft de verplichting om Al Bashir te arresteren. Het is duidelijk wat deze verplichting inhoudt en Zuid-Afrika is hiervan op de hoogte. De beslissing zal onmiddellijk aan de Zuid-Afrikaanse autoriteiten worden medegedeeld.