Disruptions in Foster Care: A Review and Meta-analysis - Oostermana, Schuengela, Slota, Bullensa, Doreleijers (2007) - Artikel


">

Abstract

Er is gekeken naar risicofactoren en protectieve factoren die werden geassocieerd met problemen na plaatsing in een pleeggezin. Er is gekeken naar verschillende factoren door verschillende studies: oudere leeftijd bij plaatsing, gedragsproblemen, geschiedenis van residentiële zorg en vorige plaatsingen.

Introductie

Pleegzorg is beter dan institutionele zorg, maar dit neemt niet weg dat kinderen gescheiden zijn van hun ouders en dit kan gevolgen hebben. Volgens Bowlby kunnen de gevolgen afnemen als de kinderen zich kunnen binden aan hun alternatieve verzorgers. Pleegkinderen hebben een verhoogd risico op gedragsproblemen, gezondheidsproblemen en achterlopen op schoolse vaardigheden. Proximale risicofactoren hebben een directe invloed op de problemen met de plaatsing. Distale risicofactoren hebben invloed in samenwerking meteen andere risicofactor. Er is een hypothese dat plaatsing minder vaak mis zal gaan als kinderen jonger zijn, beter aangepast en socialer zijn en wanneer kinderen minder ervaring hebben met mishandeling. Gedragsproblemen en gezondheidsproblemen zouden hypothetisch gezien voorspellers zijn voor het mislukken van de plaatsing in het pleeggezin. Dit zou een vicieuze cirkel kunnen worden.

De eigenschappen van het pleeggezin kunnen ook bijdragen aan het mislukken of het slagen van de plaatsing, hiermee wordt de aanwezigheid van biologische kinderen, verwantschap, kwaliteit van de zorg, training van de gezinswerker en betrokkenheid van de biologische ouders bedoeld.

Methoden

Literatuuronderzoek

Eerst is er een webonderzoek gedaan met enkele keywords. Vervolgens werden de referentielijsten van de verkregen artikelen bekeken op relevantie.

Criteria voor in- en uitsluiting

Studies die zijn meegenomen in deze review hebben originele data beschreven en hadden de achtergrond van kinderen of plaatsingsfactoren meegenomen in hun onderzoek. Ook werden de studies alleen meegenomen als de plaatsing misging en dit ongepland was. Er werd alleen gekeken naar pleegzorg. De studies moesten wel gepubliceerd zijn om mee te nemen, uiteindelijk voldeden er26 studies.

Berekenen van effectgrootte

Om de effectgroottes te combineren werd een meta-analytische benadering gebruikt. Er werd gekeken naar de effectgroottes van leeftijd, geschiedenis van plaatsing, gedragsproblemen en verwantschap.

Resultaten & conclusies

Factoren gerelateerd aan de achtergond van kinderen

  • Leeftijd van het kind

Studies laten zien dat oudere kinderen vaker een probleem in de plaatsing ondervonden. Kinderen onder de 3 jaar bleven vaak in een gezin voor 5 of meer jaren achter elkaar. Er werd een klein, maar significant effect gevonden op de relatie tussen leeftijd en het mislopen van de plaatsing. Uit de studie van Smith kwam dat het bij oudere meisjes vaker misging met de plaatsing dan bij jongere meisjes en jongere jongens.

  • Reden voor uithuisplaatsing

Er zijn verschillende redenen om uit huis geplaatst worden: mishandeling, verwaarlozing, gezinsproblemen en verlatenheid. Dit zou zorgen voor een hoger aantal plaatsingen. Gedragsproblemen van het kind en het niet mee willen werken van de biologische ouders laten een minder aantal plaatsingen zien. Niet alle studies hebben precies hetzelfde onderzocht en beschreven. Het laat echter wel zien dat kinderen die in de pleegzorg zitten omdat ze zijn mishandeld meer problemen met de plaatsing laten zien dan kinderen die zijn verwaarloosd. Gedragsproblemen van het kind zijn een betere voorspeller van het mislopen van de plaatsing dan mishandeling en verwaarlozing.

  • Biologisch ouderschap & familie karakteristieken

Er wordt een positieve relatie gevonden tussen het alcoholistisch zijn van de biologische ouders en meerdere plaatsingen van het kind. Deze relatie voor biologische vaders was alleen significant als het kind meer dan 3 jaar in de zorg zat. Er werd echter in de meta-analyse veel verschil gevonden. De meeste karakteristieken waren niet significant gerelateerd aan het mislopen van de plaatsing.

  • Geschiedenis van plaatsing

Resultaten laten zien dat kinderen met een achtergrond van residentiële zorg meer plaatsingen hadden waarbij het misging. Maar dit was maar een gemiddeld sterke associatie. Ook zjin er bewijzen gevonden dat kinderen met vorige plaatsingen in de pleegzorg meer kans hebben op het mislopen van deze plaatsing. Over het algemeen wordt er dus gezien dat dit geldt. De effectgroottes zijn echter niet zo hoog.

  • Gedragsproblemen

Er wordt gevonden dat gedragsproblemen een voorspeller zijn van het mislopen van de plaatsing!

  • Mentale achterstand & ontwikkelingsproblemen

Er zijn over het algemeen geen significante effecten gevonden, er is dus maar een hele kleine relatie tussen problemen met de plaatsing en mentale en ontwikkelingsproblemen.

  • Andere eigenschappen van het kind

Studies laten een klein tot gemiddelde effectgrootte zien. De laatste effectgrootte werd gevonden voor prosociaal gedrag. De hoogste effectgrootte werd gevonden van de effecten van het niet goed hechten.

Factoren gerelateerd aan plaatsing

  • Zorg van verwantschap

De effectgrootte voor verwantschap en het mislopen van de plaatsing was niet significant.

  • Pleegouders en eigen kinderen

Over het algemeen gezien was de relatie tussen het aanwezig zijn van biologische kinderen in het gezin en het mislopen van de plaatsing redelijk consistent. Er spelen wel ook andere factoren mee.

  • Broers en zussen

Er werd vaak gevonden dat plaatsing samen met brusjes geassocieerd werd met het minder mislopen van de plaatsing. Er werd hier wel enige diversiteit in gevonden.

  • Pleegzorg aanbieden

Studies vinden veel verschillende indicatoren met een grote wijdte aan effectgroottes. Er werden wel enige contrasterende dingen gevonden. Vooral tussen multivariate en univariate analyses.

  • Aspecten van pleegzorg

De bevindingen laten een grote variabiliteit zien in aspecten van verschillende studies. De effectgroottes kunnen erg verschillen tussen de studies.

  • Rol van biologische ouders tijdens plaatsing

Effectgroottes verschilden redelijk. Er werd een klein effect gevonden voor bezoeken van de biologische ouders op het aantal plaatsingen. Er werd een middelmatig effect gevonden op de goede samenwerking tussen biologische en pleegouders en het mislopen van de plaatsingen.

Discussie

Ouder zijn bij de plaatsing en gedragsproblemen, eerdere residentiële zorg zijn risicofactoren bij een plaatsing. De kwaliteit van de pleegzorg is mogelijk een protectieve factor, verwantschap wordt niet gevonden als protectieve factor. De motivatie van pleegouders werd ook gevonden als een protectieve factor. Er zou meer onderzoek moeten komen naar mediërende processen voor gedragsproblemen en plaatsingen. Er was veel data aanwezig voor de risicofactoren, maar minder voor de protectieve factoren.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.