Dreams fulfilled, dreams shattered: Determinants of segmented assimilation in the second generation - Haller, Portes, Lynch - 2011 - Artikel


Abstract

In dit artikel zullen bepaalde familie en schoolvariabelen en academische uitkomsten besproken worden die van invloed zijn op het immigratie proces. Er zijn indicatoren gebruikt om de prestaties op het gebied van educatie en werk in de vroege volwassenheid van immigranten te voorspellen.

Introductie

13% van de Amerikaanse populatie in 2008 is in het buitenland geboren en het aantal immigranten kinderen en adolescenten is aan het stijgen. De gemiddelde leeftijd van tweede generatie Mexicaans-Amerikanen is 12 jaar oud, dus in de toekomst is er een grote groep jonge immigranten. Het doel van dit artikel is het verklaren van de aparte paden van adaptatie door de tweede generatie immigranten. De meeste tweede generatie immigranten blijven in Amerika, in tegenstelling tot de eerste generatie immigranten. Dit artikel verklaart waarom kinderen van immigranten niet altijd succesvol zijn op het gebied van educatie en werk.

Doordat veel immigranten illegaal de VS binnen komen, laag opgeleid zijn en niet-blank zijn worden ze op een negatieve manier ontvangen door autoriteiten en de populatie in het land. Gemeenschappen van mensen met dezelfde etniciteit hebben meestal geen mogelijkheden om dit negatieve welkom te compenseren. In hoeverre iemand menselijk vermogen heeft en welkom wordt geheten hangt samen met waar immigranten vandaan komen. Zo worden mensen uit Azië, met menselijk vermogen (vaardigheden of kennis die iemand heeft), meestal positief verwelkomt. Immigranten uit Latijns Amerika worden bijvoorbeeld negatiever onthaalt. Deze verschillen tussen eerste generatie immigranten zijn de basis voor de tweede generatie immigranten.

Opname van tweede generatie: theoretische perspectieven

De fase theorie van Gordon (1964) bestaat uit verschillende fases om het sociaal evenwicht, dat is verstoord door de immigratie, te herstellen. De fases zijn: acculturatie aan de cultuur, secundaire structurele assimilatie of integratie, primaire structurele assimilatie (toegang tot meer intiem contact met de populatie) en vermenging met de cultuur. De laatste fase is identificatie assimilatie, waarbij immigranten zich zien als volledig lid van de Amerikaanse maatschappij. Gordon dacht dat de overgang van fase één naar twee lastig was voor de meeste immigranten. De fases zijn grotendeels universeel. Er was veel kritiek op deze theorie, omdat sommigen beweerden dat assimilatie nooit volledig ontstond omdat er sprake was van een multiculturele samenleving.

Alba en Nee dachten dat het flexibel en niet vaststaand is of nieuwkomers zich aanpassen. Ze dachten dat immigranten uiteindelijk op een bepaalde manier de multiculturele Amerikaanse hoofdstroom zouden volgen.

Perlmann en Waldinger dachten dat assimilatie niet heel erg is veranderd over de jaren en dat het in dezelfde lijnen verloopt als het altijd heeft gedaan. Tijdens het doen van onderzoek vonden ze echter dat assimilatie wel erg verschillend is tussen landen, zo is er een groot verschil op het gebied van educatie en werk tussen Mexicaanse Amerikanen en Italianen. Ze vonden dat Mexicaanse tweede generatie immigranten veel vaker vervroegd stopten met school en zich zo negatief assimileerden en niet goed aanpasten. De verdeelde assimilatie theorie stelt dat de grote verschillen in menselijk vermogen tussen immigranten leidt tot patronen van verschillen in aanpassing, ook voor de nakomelingen. Behalve het verschil in menselijk vermogen, verschillen immigranten ook op het gebied van het bij elkaar blijven van de familie. Barrières voor succesvolle aanpassing zijn langgerekte racistische vooroordelen omdat de meerderheid van de tweede generatie immigranten niet blank is, de-industrialisatie en de tweedeling van de Amerikaanse arbeidsmarkt in goed betaalde professionele beroepen die veel training vereisen en slecht betaalde banen. Ook de snelle toename van bendes en drugshandel zijn van invloed op het op school blijven en een opleiding volgen van immigranten. Sommige tweede generatie immigranten slagen bijvoorbeeld wel op het gebied van opleiding en werk doordat zij gesteund worden door een sterke familie en gemeenschap die cohesief is. Immigranten die bepaalde risico’s hebben voor slechte aanpassing lopen tegen barrières aan die hen weerhouden van het afronden van bijvoorbeeld een opleiding. Deze jongeren lopen risico op neerwaartse assimilatie. Het volgende wordt verwacht:

  • Een aanzienlijke minderheid blijft achter in het assimilatie proces door bepaalde barrières;

  • Deze minderheid is niet random verdeeld maar is geconcentreerd in groepen waarvan de ouders weinig menselijk vermogen hebben of waarbij de familie onstabiel is.

De klassieke assimilatie theorie verwacht dat, in tegenstelling tot de gesegmenteerde assimilatie theorie, dat assimilatie universeel is en dat er geen verschil is tussen landen van herkomst voor de tweede generatie immigranten en zij altijd beter zullen presteren dan de eerste generatie. De gesegmenteerde assimilatie theorie verwacht dat een deel wel moeilijker zal assimileren. Als dit laatste het geval is, is het erg belangrijk hier iets aan te doen omdat er zo veel tweede generatie immigranten zijn.

Methode

Er is een longitudinale vragenlijst afgenomen onder 5.252 tweede generatie jongeren met 77 verschillende nationaliteiten, de Children of Immigrants Longitudinal Study. Onder tweede generatie vielen kinderen, geboren in de VS met minimaal één ouder geboren in het buitenland, of kinderen geboren in het buitenland maar in de VS vanaf minimaal het vijfde levensjaar. De vragenlijst afgenomen bij een gemiddelde leeftijd van 14 jaar, op 49 scholen in de buurt van Miami en San Diego. De steekproef was representatief voor tweede generatie jongeren in het begin van de jaren ’90. De jongeren werden op hun 14e en 17e geïnterviewd, ook al waren zij gestopt met school. Voor het tweede interview hebben in totaal 81.5% van de eerste populatie meegedaan. Voor de derde meting, met gemiddelde leeftijd 24 jaar, heeft 68.9% van de eerste populatie meegedaan.

De volgende onderzoeksvragen zijn gebruikt:

  1. In hoeverre er aparte paden van adaptatie waren in de tweede generatie en of er bewijs gevonden werd voor neerwaartse assimilatie;

  2. In het geval er sprake was van neerwaartse assimilatie, of de uitkomsten random verdeeld waren onder nationaliteiten of waren geconcentreerd in specifieke groepen;

  3. Wat de causale factoren waren die voor de geobserveerde verschillen in educatie, werkstatus en andere adaptatie uitkomsten zorgden;

  4. In hoeverre academische prestaties en verwachtingen van onderwijs bij tweede generatie adolescenten de effecten van exogene, ouderlijke variabelen medieerden;

  5. In hoeverre bepaalde school factoren interactie hebben met vroege familie variabelen die de adaptatie beïnvloeden.

Resultaten

De grootste nationaliteit in de steekproef was Mexicaanse Amerikanen. Sommige nationaliteiten zijn samengevoegd tot één groep zoals immigranten met Chinese of Koreaanse origine. Er zijn duidelijke verschillen tussen nationaliteiten op het gebied van stoppen met school, zo is dat slechts 6.9% onder Chinezen en Koreanen, maar 38% onder Mexicaanse Amerikanen en 47% onder vluchtelingen uit Cambodja en Laos. Voor deze laatste groep geldt dat de proportie van mensen die alleen een middelbare school diploma hebben hetzelfde is als voor de eerste generatie immigranten. Deze lage prestaties van tweede generatie immigranten is waarschijnlijk het gevolg van de lage opleidingsniveaus van de ouders van deze jongeren.

De rijkste nationaliteiten waren Cuba en Zuid-Florida en Filipino in Californië. De armste groep bestond uit zwarte nationaliteiten in Florida, mensen uit Haïti en Jamaica, en in Californië waren dat mensen uit Mexico, Laos en Cambodja. Het is duidelijk te zien dat de rijken nog rijker worden en de armen kinderen krijgen. Immigranten die jong kinderen krijgen hebben een laag familie inkomen en lopen grote kans niet verder te komen in het leven. De kinderen van deze jonge ouders groeien weer op onder slechte omstandigheden.

Arrestatie en opsluiting waren ook twee belangrijke indicatoren voor neerwaartse assimilatie. De oplsuitingsrate was het hoogste onder tweede generatie immigranten uit Mexico en West Indianen. Ook waren er meer mannen opgesloten dan vrouwen. Bekijk pagina tien voor een tabel met algemene gegevens van de steekproef.

Uit de resultaten komt naar voren dat er sprake is van neerwaartse assimilatie in tweede generatie immigranten. De resultaten zijn niet random verdeeld maar concentreren zich rond bepaalde nationaliteiten, vooral die een achterstand hadden vanwege lage opleiding van de ouders en onzekere, legale status. Voorbeelden van deze nationaliteiten waren mensen uit Mexico, Haïti en tweede generatie immigranten uit Laos en Cambodja. Samenstelling van familie en cijfers vroeg in de schoolcarrière zijn sterke voorspellers. Kinderen die opgroeiden in een één ouder gezin of met een gemiddeld laag cijfer waren sterke voorspellers voor uitkomsten, ze stopten onder andere vaker met school en deden slechter werk.

Het meten van gesegmenteerde assimilatie

Er is gekeken naar bereiking op het gebied van educatie, werkstatus en zes indicatoren voor neerwaartse assimilatie. De Downward Assimilation Index is een variabele die verschillende negatieve uitkomsten representeert. Bekijk tabel 2, pagina 13, voor de DAI verdeling. DAI is een goede meting, het reflecteert theoretische verwachtingen. Er is een monotone toename in de proportie respondenten dat geen negatieve gebeurtenissen ervaart en een afname in de hoeveelheid die deze ervaringen wel hebben. Kinderen die opgroeiden bij biologische ouders hadden een 12% kleinere kans op het ervaren van een negatieve gebeurtenis dan de kinderen die in minder gewone huishoudens opgroeiden. De meest beperkte nationaliteiten ervaarden meer negatieve gebeurtenissen, zoals jong volwassenen uit Mexico, Haïti en Cambodja.

In dit onderzoek was veel missende data en er was grote kans dat deze data een indicatie was voor neerwaartse assimilatie. Bekijk voor een overzicht van de modellen tabel 2.

Mannen en oudere scholieren bereikten minder op gebied van onderwijs. Er is sterk effect van ouderlijke status op prestaties op gebied van onderwijs. Analyses lieten zien dat de slechte uitkomsten voor tweede generaties uit Laos en Cambodja volledig kwamen door lage ouderlijke sociaaleconomische status en niet door een andere contextuele factor. De resultaten waren in lijn met de verwachtingen. Zo presteerden Chinezen en Koreanen goed op gebied van educatie. De gemiddelde school SES verbeterde uiteindelijke educatie uitkomsten, waarbij scholen met een minderheidsstatus het tegengestelde effect hadden. In tegenstelling tot de verwachting beïnvloedde het hebben van twee ouders het bereik op gebied van werk niet, maar naar een minderheden school gaan had een significant positief effect.

Bekijk tabel 4 voor een overzicht van neerwaartse assimilatie, hierbij betekent een negatieve coëfficiënt dat er minder incidenten van neerwaartse assimilatie zijn (een negatief getal betekent dus iets positiefs). Er is meer neerwaartse assimilatie te zien onder mannen en immigranten die slechter opgenomen zijn in de maatschappij. Mexicaanse Amerikanen hadden een 47% grotere kans op neerwaartse assimilatie, gecontroleerd voor andere variabelen. De zwarte minderheden hadden een verhoogd risico op neerwaartse assimilatie. Ondanks goede prestaties op school kregen mensen uit de Cariben te maken met werkeloosheid, arrestatie en opsluiting.

Uit alle data komt naar voren dat mannen meer neerwaartse assimilatie laten zien. Vrouwen kregen vaker vroeg kinderen. Het beschermende effect van het hebben van twee ouders voorkomt afwijkend gedrag sterker dan andere negatieve gebeurtenissen, zoals werkeloosheid of jong kinderen krijgen. Cijfers en verwachtingen van educatie vroeg in de middelbare school zijn sterke indiciatoren voor neerwaartse assimilatie. Het effect van een Mexicaanse afkomst hebben is groter voor de afwijkende gedrag component van neerwaartse assimilatie dan voor de ‘gewone’ neerwaartse assimilatie. De meeste arrestaties en opsluitingen werden onder mannelijke, Mexicaanse Amerikanen gevonden. Hierna volgde West-Indiaanse mannen.

Interactie effecten

Ook de interactie effecten tussen school context (SES van de school) en andere voorspellers zijn onderzocht. Uit de analyses bleek dat het effect van ouderlijke status een sterker effect had voor arme scholen, er was dus een interactie effect tussen ouderlijke status en school SES. De achtergrond van een familie is belangrijker in het voorkomen van neerwaartse assimilatie als de omgeving minder gunstig is. Nog steeds remt Cubaanse komaf neerwaartse assimilatie, terwijl het bij Mexicaanse afkomst juist toeneemt.

Scholieren met Mexicaanse afkomt, die naar een blanke meerderheden school gingen, deden het later in het leven significant slechter. Dit effect kwam door het type school waar de leerlingen naartoe gingen, want het effect was niet te zien voor Mexicanen die naar een zwarte minderheden school gingen. Het is waarschijnlijk dus niet slim van ouders om hun kind naar een blanke meerderheden school te sturen. Scholen met een hoge SES doen weinig aan het voorkomen van neerwaartse assimilatie.

Discussie

Assimilatie van de tweede generatie immigranten in Amerika is niet altijd uniform en onschuldig. Er bestaan verschillende paden van assimilatie, waarbij het ene pad tot neerwaartse en het andere niet tot neerwaartse assimilatie leidt. Verschillende factoren, zoals status van de ouders, zijn van invloed op de ontwikkeling van assimilatie. Er zijn significante verschillen op het gebied van educatie, werk en andere levensgebeurtenissen tussen nationaliteiten. Deze verschillen verdwenen niet na het in acht nemen van andere belangrijke voorspellers, zoals ouderlijk menselijk vermogen.

We zijn ervan overtuigd dat de manier van opname in de maatschappij van invloed is op deze verschillen tussen nationaliteiten. Omdat voor alle andere factoren gecontroleerd is, moeten de achterstanden voor bijvoorbeeld Mexicaanse en zwarte mensen uit de Cariben wel komen door de ongunstige context van de eerste generatie immigranten in Amerika.

Bekijk tabel 8 voor een overzicht van de voorspellers van neerwaartse assimilatie.

Telles en Ortiz concludeerden dat er geen bewijs is voor lineaire progressie over de tijd voor immigranten generaties. Waarschijnlijk is het zo dat als de eerste of tweede generatie de middenklasse niet bereikt, de volgende generaties dit ook niet zullen doen.

Een direct gevolg van neerwaartse assimilatie is het ontstaan van gangs. Dit zijn gevreesde groepen die gecreëerd zijn door niet tevreden kinderen uit Mexico, Salvador en Guatemala die opgroeide in armoede in Californië.

Het is belangrijk dat immigranten ondersteund worden, bijvoorbeeld door de docenten en coaches op de middelbare school.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount] 1
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.