EHRM, Bah vs. UK - Arrest

ECtHR Bah v UK (appl. no. 56328/07), 27 December 2011

Feiten

I.c. gaat het om de uit Sierra Leone afkomstige mw. Bah die in het jaar 2000 in het Verenigd Koninkrijk asiel aan heeft gevraagd. Haar asielaanvraag wordt afgewezen maar wel krijgt zij een tijdelijke verblijfsvergunning. Deze tijdelijke verblijfsvergunning wordt in 2005 gewijzigd in een permanente verblijfsvergunning. In januari 2007 laat Bah haar zoon van 12 jaar uit Sierra Leone overkomen. Hij krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning met de voorwaarde dat hij geen aanspraak kan maken op sociale voorzieningen. Mw. Bah huurt een kamer bij een particulier die niet toelaat dat haar zoon bij haar komt wonen en daarom zegt de verhuurder per 31 maart 2007 de huur op. Bah richt zich dan tot de gemeente voor een sociale woning. Bij het toewijzen van zo een woning geeft de gemeente voorrang aan personen met minderjarige kinderen die buiten hun schuld dakloos zijn geworden. In het geval van Bah besluit de gemeente dat zij geen aanspraak kan maken op de voorrang omdat haar zoon geen permanente verblijfsvergunning heeft. Bah maakt tegen dit besluit bezwaar maar dat wordt afgewezen. Daarom klaagt Bah over discriminatie op grond van nationaliteit en schending van artikel 14 EVRM jo. artikel 8 EVRM.

 

EHRM

Het Hof oordeelt dat de situatie van Bah niet beoordeeld is op grond van de nationaliteit van haar zoon, maar op grond van zijn verblijfstatus met de daarbij behorende voorwaarde dat hij geen aanspraak zou maken op sociale voorzieningen. Bah heeft geen status als vluchteling en zij kan dus naar Sierra Leone terugkeren. Zij verblijft vrijwillig in Groot Brittannie en heeft er zelf voor gekozen om haar zoon te laten overkomen. Het Hof stelt dat het doel van de maatregel van de Britse regering (het voorkomen van een te grote belasting van de krappe sociale woningmarkt door immigraten) legitiem is en vindt dat de sociale huisvesting deel uit maakt van het stelsel van sociale voorzieningen. Daarom komt het Hof tot de conclusie dat er geen sprake is van schending van artikel 14 EVRM jo. 8 EVRM.

 

Kern

Het Hof oordeelde in dit geval dat verblijfsstatus geen onveranderlijk persoonlijk kenmerk is, maar het gevolg van een keuze om zich in een bepaald land te vestigen. Gezien die keuzemogelijkheid stelt het Hof minder strenge eisen aan de rechtvaardiging voor onderscheid op grond van verblijfsstatus dan aan de rechtvaardiging voor onderscheid op grond van nationaliteit, waar de mens minder of geen keuze heeft.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina