Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
EHRM, Siliadin v. France (appl. no. 73316/01), 26 July 2005
Feiten
I.c. gaat het om Siliadin, een minderjarige vrouw uit Togo, die om economische redenen in 1994 in Frankrijk ging wonen om daar een toekomst op te bouwen. Siliadin kwam in contact met een Franse vrouw die haar voor een ticket en een verblijfsvergunning werk bood als dienstmeisje. Hierna werd zij echter door deze vrouw uitgeleend aan een echtpaar waar zij werd geëxploiteerd als dienstmeisje. Haar paspoort werd afgenomen en Siliadin werd 7 dagen per week tewerkgesteld in het huishouden van het paar. Men verwachtte van haar dat zij de gehele week het huishouden zou doen en dat zij de kinderen van het stel zou verzorgen. Zij kreeg niet betaald voor dit werk.
Siliadin bemachtigde op een gegeven moment haar paspoort en verkreeg onderdak bij een buurvrouw. In het jaar 1998 deed de politie inval bij het echtpaar en arresteerde hen wegens exploitatie van de vrouw in strijd met fundamentele mensenrechten. Daarbij hadden zij onevenredig gebruik gemaakt van de afhankelijkheidspositie door haar paspoort weg te nemen.
Tijdens de procedure die volgde oordeelde het Franse Gerechtshof het niet bewezen dat Siliadin geëxploiteerd was en dat ook niet was bewezen dat zij zich in een afhankelijkheidspositie bevond.
EHRM
Het Europees Hof voor de rechten van de mens moest op 26 juli 2005 vaststellen of de genoemde situatie binnen art.4 EVRM viel. Dit artikel houdt een verbod in voor slavernij en gedwongen arbeid. Door de status van Siliadin als immigrant en het feit dat haar paspoort was afgepakt was zij afhankelijk van het echtpaar. Zij was naar Frankrijk gegaan met de bedoeling een toekomst op te bouwen en zij was door valse beloftes door de vrouw naar Frankrijk gelokt. Daarom stelde het hof vast dat er geen sprake was van vrijwillige arbeid maar van gedwongen arbeid als bedoeld in artikel 4 EVRM. Ook oordeelde het Hof dat er sprake was van slavernij. Zo werkte zij 15 uur per dag en zeven dagen per week in het huishouden en ook sliep zij op de grond op een matras in een kleine geïsoleerde ruimte. Gezien de huidige omstandigheden en rechten in de (Franse) maatschappij heeft dit een belangrijke rol gespeeld voor het oordeel van het hof.
Het hof constateerde dat de Staat aansprakelijk is wanneer hij tegen een schending van artikel 4 onvoldoende waarborgen biedt. Frankrijk had niet aan deze verplichting voldaan omdat Frankrijk onvoldoende bescherming had geboden door het uitblijven van een effectieve strafvervolging van het echtpaar die Siliadin had uitgebuit.
Kern
Het hof constateerde een schending van art. 4 EVRM in dit geval van 'overige uitbuiting' in de zin van mensenhandel, te weten huishoudelijke slavernij. Op verdragsstaten rust de positieve verplichting om hun onderdanen concreet en effectief te beschermen tegen schending van art. 4 EVRM, ook in de relatie tussen burgers onderling ('horizontale werking'). De Staat is aansprakelijk wanneer hij tegen zo een schending onvoldoende waarborgen biedt (in de wetgeving of de uitvoering daarvan).
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1882
- next ›
Add new contribution