HR 9 juli 2010, LJN BM2337 (Eurofactor/X)

Welke eisen worden gesteld aan het leveren van tegenbewijs tegen een proces-verbaal van een zitting en een vonnis?

De Hoge Raad overweegt als volgt:

Zowel een proces-verbaal als een vonnis zijn authentieke akten waaraan ingevolge artikel 157 lid 1 Rv tegenover een ieder dwingende bewijskracht toekomt met betrekking tot hetgeen daarin door de rechter en de griffier is verklaard omtrent hun waarnemingen en verrichtingen ter zitting. Van de juistheid van de inhoud van die stukken moet, behoudens tegenbewijs, worden uitgegaan.

Met het oog op de vereiste rechtszekerheid en hanteerbaarheid van het recht op het punt van het tijdstip waarop beroepstermijnen gaan lopen, moet aan dat tegenbewijs de eis worden gesteld dat daaruit ondubbelzinnig de onjuistheid blijkt van hetgeen het proces-verbaal en het vonnis op het genoemde punt inhouden.