Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
Förster, HvJ 18 november 2008, zaak C-158/07.
Relevante artikelen
In dit arrest staat art. 18 VWEU centraal.
Casus
Jacqueline Förster is een Duitse onderdaan die om studieredenen naar Nederland is gekomen. Tijdens haar studie heeft zij diverse werkzaamheden in loondienst verricht, waaronder een betaalde stage. Na deze stage heeft zij haar betaalde arbeid volledig gestaakt om zich te richten op haar studie.
DUO eist nu een terugbetaling van de aan haar verstrekte beurs om in haar levensonderhoud te voorzien, aangezien de nieuwe beleidsregels van de DUO dit vergen. Förster is het hier niet mee eens en dient beroep in met verwijzing naar verordening nr. 1251/70 en art. 18 VWEU.
Rechtsvraag
Verzet het rechtszekerheidbeginsel zich tegen de toepassing met terugwerkende kracht van een verblijfsvoorwaarde waarvan de betrokkene ten tijde van de feiten niet op de hoogte kon zijn?
HvJ
Allereerst meent het Hof dat verordening nr. 1251/70 geen grond kan bieden om de beurs toe te wijzen. Art. 7 bepaalt immers dat de verordening alleen geldt voor werknemers en Förster kan niet als werknemer worden aangemerkt. Ook had zij geen uitdrukkelijk recht op verblijf (zie hiervoor art. 2).
Vervolgens stelt het Hof dat ook art. 18 VWEU geen hulp kan bieden. Elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit is volgens dit artikel verboden. In casu is er echter een rechtvaardigingsgrond. Een lidstaat mag namelijk stellen dat het alleen steun ter dekking van de kosten van levensonderhoud toekent aan studenten die blijk hebben gegeven van een zekere mate van integratie in de samenleving van deze lidstaat. In dat verband toont het verblijven van de student gedurende een bepaalde tijd in de lidstaat, het bestaan van een zekere mate van integratie aan.
De voorwaarde van vijf jaar ononderbroken verblijf kan niet als excessief worden aangemerkt. Het is immers een duidelijk en vooraf kenbaar criterium. Het enkele feit dat de voorwaarde van een ononderbroken verblijf van vijf jaar nog niet bestond ten tijde van de aanvraag van Förster, betekent niet dat het rechtszekerheidsbeginsel zich tegen de toepassing van het criterium verzet. Deze nieuwe regeling kent immers ruimere rechten toe dan voorheen het geval was. Het gaat dus niet verder dan noodzakelijk is om het doel te bereiken. De vordering moet dan ook worden afgewezen.
Leerstuk
Het rechtszekerheidsbeginsel eist dat de gevolgen van de regels duidelijk, nauwkeurig en voorzienbaar zijn, in het bijzonder wanneer zij nadelig zijn voor particulieren. Het verzet zich echter niet tegen de toepassing van een verblijfsvoorwaarde die het recht op een beurs om in levensonderhoud te voorzien afhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verblijf die voor de invoering van deze voorwaarde liggen.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1877
- next ›
Add new contribution