Gebroken stoelpoot - Arrest

Gebroken stoelpoot (Rechtbank Roermond 13 augustus 2003, VR 2004/30)    

 

Casus   

Mevrouw Hulleman stelt tijdens een bezoek aan Recreatiecentrum De Lommerbergen (hierna: het recreatiecentrum) op één van de aanwezige kuipstoeltjes te hebben gezeten, waarbij een poot zou zijn afgebroken en ten gevolge waarvan zij ten val is gekomen met hoofdletsel tot gevolg.           

Het recreatiecentrum verweert zich met de stelling dat het gebrek aan de stoel een veiligheidsgebrek is in de zin van de bepalingen omtrent productenaansprakelijkheid (artikel 6:185 e.v. BW). Hulleman stelt dat zich een situatie voordoet zoals bedoeld artikel 6:173 lid 2 onder a BW. Voorts heeft het recreatiecentrum heeft ter beperking van een mogelijke schadevergoedingsplicht gewezen op haar algemene voorwaarden. Hulleman heeft, naast het betwisten van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, een beroep gedaan op artikel 6:237 onder f BW.   

 

Relevante artikelen

Art. 6:173 jo art. 6:185 jo art. 6:237 sub f BW

 

Rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat de stoel ten tijde van het ongeval niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen en daarmee een ‘bijzonder gevaar’ voor mensen oplevert, welk gevaar zich verwezenlijkt heeft.

Nu Hulleman een beroep doet op artikel 6:173 lid 2 onder a BW, dient zij aannemelijk te maken dat      

·       het gebrek nog niet bestond op het tijdstip waarop het product in het verkeer werd gebracht of

·       het gebrek op een later tijdstip is ontstaan.

De rechtbank is van oordeel dat Hulleman aan haar plicht heeft voldaan. Tussen partijen staat vast dat de stoel minimaal drie jaar lang is gebruikt, waarbij de rechtbank het een feit van algemene bekendheid acht dat het gebruik van stoelen in een bedrijf als dat van het recreatiecentrum intensief en veelvuldig is. Het is daarom aannemelijk dat het gebrek aan de stoelpoot nog niet bestond op het moment waarop het product in het verkeer werd gebracht dan wel het gebrek op een later tijdstip door het gebruik dat het recreatiecentrum daarvan maakte moet zijn ontstaan. 

Nu door het recreatiecentrum geen uitdrukkelijk tegenbewijs is aangeboden, gaat de rechtbank ervan uit dat het recreatiecentrum (in beginsel) aansprakelijk is voor de door Hulleman geleden schade.

Wat het exoneratiebeding betreft, uit artikel 6:237 BW volgt dat een aansprakelijkheids-beperking als de onderhavige vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn. Dit is een weerlegbaar vermoeden, waarvan de gebruiker van de algemene voorwaarden tegenbewijs kan aanbieden. Het recreatiecentrum heeft daaromtrent te weinig gesteld en ook geen specifiek (tegen)bewijsaanbod gedaan. Daarmee staat vast dat de betreffende bepaling in het onderhavige geval onredelijk bezwarend is en op grond van artikel 6:233 BW vernietigbaar. Hulleman heeft met succes een beroep gedaan op deze vernietigbaarheid.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina