Geervliet - Arrest

Geervliet (HR 29-04-008, LJN BD0544; NJ 2008,440)

Casus

Het gaat in deze zaak om het bewijs van schuld aan een verkeersongeval in de zin van artikel 6 WVW 1994 en de motivering ervan. Verdachte is vanaf het terrein van een tankstation een voorrangsweg opgereden. Hij heeft zijn auto voor de haaientanden ‘tot bijna stilstand’ gebracht en vervolgens over zijn linkerschouder gekeken om na te gaan of er verkeer naderde. Hij heeft geen naderend verkeer gezien en is vervolgens de voorrangsweg opgereden. Echter, een naderende motorrijdster heeft hij over het hoofd gezien. In een poging een aanrijding te voorkomen is zij krachtig gaan remmen, vervolgens in een slip geraakt, ten val gekomen en uiteindelijk door een tegemoetkomende auto overreden, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. Het hof oordeelt dat verdachte zich als verkeersdeelnemer zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden.

Hoge Raad

In cassatie kan slechts worden onderzocht of de schuld aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 WVW 1994 – in het onderhavige geval het bewezenverklaarde aanmerkelijk onoplettend en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden voorzichtigheid rijden – uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Voorts verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin (vgl. HR 1 juni 2004, NJ 2005, 252 (Onvoldoende rechtshouden in Winssen)).

Anders dan het hof kennelijk heeft geoordeeld, kan uit de enkele omstandigheid dat verdachte, toen hij zich vergewiste van mogelijk naderend verkeer, de motorrijdster aan wie hij voorrang diende te verlenen niet heeft gezien hoewel deze voor hem wel zichtbaar moet zijn geweest, niet volgen dat verdachte, zoals is bewezenverklaard ‘aanmerkelijk onoplettend en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid heeft gereden’. De bewezenverklaring is derhalve niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

Het enkele feit dat de verdachte, ondanks zijn voorzichtige rijgedrag, de motorrijdster over het hoofd heeft gezien, terwijl deze voor hem wel zichtbaar had moeten zijn, is onvoldoende om de schuld aan te nemen.

De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Oefenvraag

Lees onderstaand fragment van een vonnis.

Rechtbank Oost-Brabant, 5 juli 2013

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij op of omstreeks 31 oktober 2012 te Eindhoven als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Fakkellaan (gekomen ter hoogte van de (T-)kruising Fakkellaan met de Vijfkamplaan), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend,

  • over genoemde Fakkellaan te rijden en/of de (T-)kruising met de Vijfkamplaan te naderen en/of
  • terwijl op de Fakkellaan (in de (rij)richting van verdachte) (vlak voor de (T-)kruising) bord model G11 (Verplicht fietspad), van Bijlage I van het RVV 1990 is geplaatst en/of terwijl ter hoogte van genoemde (T-)kruising (op/over de Fakkellaan) een fietsoversteekplaats is gelegen en/of
  • terwijl zij, verdachte, zag dat een fietser de fietsoversteekplaats (gelegen op/over de Fakkellaan) naderde,
  • zonder te stoppen en/of af te remmen de genoemde fietsoversteekplaats (geheel of gedeeltelijk) op te rijden/te passeren en/of
  • (daarbij) geen voorrang te verlenen aan een op genoemde fietsoversteekplaats voor verdachte (gezien haar rijrichting) van rechts komende fietser
  • waardoor, althans mede waardoor, een aanrijding/botsing is ontstaan met/tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en laatstgenoemde fietser, waardoor de fietser (genaamd [slachtoffer]) werd gedood (art. 6 WVW 1994).

Bewijs

Inleiding

Op 31 oktober 2012, omstreeks 15:45 uur, rijdt verdachte als bestuurder in een personenauto over de Fakkellaan te Eindhoven in de richting van de Estafettelaan. Op het kruisingsvlak met de Vijfkamplaan, alwaar een fietsoversteekplaats is gelegen, verleent verdachte geen voorrang aan een van rechts komende fietser waardoor een aanrijding ontstaat tussen de door verdachte bestuurde personenauto en de fietser. De fietser, [slachtoffer], overlijdt aan de gevolgen van de aanrijding.

Met betrekking tot de schuldvraag zijn de navolgende verklaringen van belang.

Verdachte heeft bij de politie verklaard (letterlijk):

‘Op de Fakkellaan ter hoogte van de Politieschool is een kruising, met een weg van rechts. Ik rijd daar vaker en ik weet dat daar altijd veel verkeer uitkomt en ik goed op moet letten. Ik rijd daar nooit hard. Ik weet dat ik moet stoppen voor het verkeer wat uit deze straat komt. Ter hoogte van deze kruising keek ik de straat in en zag op een behoorlijke afstand wel een auto aankomen. Ik zag ook een fietser aankomen; deze fietser bevond zich op het fietspad. Ik zag dat dit een flinke man was en ik zag dat deze man zich nog voor het kruisende fietspad bevond. Opeens hoorde ik een klap, waar ik erg van schrok. Door de klap remde ik en heb ik mijn auto gestopt.’

Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij nooit de fietser kan hebben aangereden waarover

zij bij de politie heeft verklaard en die zij heeft gezien voordat zij het kruisingsvlak opreed.

Die fietser bevond zich op dat moment namelijk op circa 20-25 meter afstand van het onderhavige kruisingsvlak op het fietspad van de Vijfkamplaan ter hoogte van de Politieschool. De fietser die verdachte toen heeft gezien kan nimmer zo snel het kruisingsvlak op zijn gereden. Aldus moet verdachte een andere fietser, een fietser die zij totaal over het hoofd heeft gezien, hebben aangereden.’

Het oordeel van de rechtbank.

Op basis van de zich in het dossier bevindende stukken valt niet uit te sluiten dat verdachte een andere fietser heeft gezien dan degene die zij heeft aangereden en waarvan zij heeft verklaard dat zij deze níet heeft gezien. De versie van verdachte kan bezwaarlijk als onaannemelijk terzijde worden geschoven. Uitgaande van deze versie heeft verdachte geen voorrang verleend aan een verkeersdeelnemer die zij voorafgaande aan de aanrijding niet heeft gezien. Uit de processtukken en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken van enig onverantwoord verkeersgedrag van verdachte kort voor de onderhavige aanrijding. De rechtbank komt tot het oordeel dat van een aanmerkelijke mate van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 geen sprake is. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.

Vraag/opdracht: Beredeneer of de rechtbank de verdachte terecht heeft vrijgesproken.

 

 

Antwoord oefenvraag

Uit de overwegingen van de rechtbank blijkt dat de verkeersfout erin bestaat dat de verdachte geen voorrang heeft verleend. De oorzaak van deze fout is dat verdachte de fietser/slachtoffer niet heeft gezien, hoewel ze wel heeft gekeken of er verkeer aankwam waaraan ze voorrang moest verlenen (en een andere fietser heeft ze ook gezien). Verder was, volgens de rechtbank, op haar verkeersgedrag niets aan te merken.

Dan lijkt dus sprake van een situatie als in het arrest Geervliet en geldt: het enkele niet zien van de ander, hoewel ze wél gekeken heeft en hoewel die ander zichtbaar is, en daardoor een verkeersovertreding begaan die tot dodelijk ongeval lijdt, is onvoldoende voor aanmerkelijke schuld/onvoorzichtigheid. Uit antwoord moet ook duidelijk blijken dat in casu het ‘wel kijken maar niet zien’ de enige fout was: verder deed verdachte alles goed (althans daar gaat rechtbank vanuit en wij weten niet beter): langzaam rijden, opletten, kijken, enzovoorts.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina