Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
Groen/Schoevers (HR 14-11-1997, NJ 1998, 149)
Onderwerp
Bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Casus
Belastingadviseur Groen drijft zijn onderneming in de vorm van een CV. Groen heeft tweeëneenhalf jaar cursussen belastingrecht gegeven aan het Instituut Schoevers, op grond van een mondelinge overeenkomst met het instituut. Ingevolge de overeenkomst werd de CV betaald voor het werk van Groen. Hierbij werden geen sociale premies en loonbelasting ingehouden. De Arbeidsvoorwaardenregeling van het instituut was niet van toepassing op Groen. Groen heeft geen vakantiebijslag of betaling bij ziekte ontvangen. Hij was van dit alles op de hoogte. Hij heeft echter nooit bezwaren geuit.
Wanneer het instituut vervolgens de overeenkomst op zegt, stelt Groen dat de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Het instituut stelt echter dat het gaat om een overeenkomst tot opdracht.
Rechtsvraag
Hoe moet men beoordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst?
Hoge Raad
Partijen kunnen een overeenkomst tot het verrichten van werk op verschillende wijzen inrichten. Wat er nu geldt tussen partijen wordt bepaald door hetgeen partijen voor ogen stond bij het sluiten van de overeenkomst en de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Hierbij moet gekeken worden naar het geheel en niet naar een enkel kenmerk.
Je moet de volgende criteria aflopen om te bepalen of het gaat om een arbeidsovereenkomst:
Beoogd resultaat: Wat wilden de partijen toen ze de overeenkomst sloten? Hierbij is ook de maatschappelijke positie van werknemer van belang.
In casu heeft Groen zelf voorgesteld een mondelinge overeenkomst te sluiten, en betaling te laten plaatsvinden aan de CV. Hij was een hoogopgeleid man, dus hij kon de consequenties overzien.
Betaling: Is de wijze waarop het loon betaald wordt hetzelfde als in een standaard arbeidsovereenkomst?
In casu was hier geen sprake van, nu er geen sociale premies en loonbelastingen werden ingehouden en de betaling geschiedde aan de CV.
Gezagsverhouding (in dienst van een andere partij): is de gezagsverhouding zo sterk dat er toch sprake is van een arbeidscontract?
In casu moest Groen op bepaalde tijden aanwezig zijn en zich aan richtlijnen houden. Maar via 7:402 BW geldt dat ook bij een overeenkomst tot opdracht.
Conclusie
In de casus is er dus geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1877
- next ›
Add new contribution