Heesch / van den Akker - Arrest

Heesch / van den Akker (HR 16-05-1986, NJ 1986, 723)

Onderwerp

Leer van de formele rechtskracht. 

Rechtsvraag

In hoeverre geldt de leer van de formele rechtskracht bij de burgerlijke rechter?

Casus

Van den Akker wil een uitweg maken vanaf zijn huis tot aan de openbare weg. Hiervoor heeft hij een vergunning nodig, omdat die uitweg over een stuk van de berm komt, en de berm is eigendom van de gemeente. Van den Akker krijgt de vergunning, maar moet ook meer dan 3000 euro betalen aan de gemeente als vergoeding voor het gebruik van de berm van de gemeente. Dit doet hij en hij stelt geen bezwaar in tegen dit besluit. Uit een latere uitspraak van de ABRvS blijkt dat deze vergoedingsregeling in strijd is met de wet en daarom onverbindend is. Van den Akker wil de 3000 euro vergoeding terug omdat deze volgens hem onverschuldigd is betaald. De gemeente weigert het geld terug te betalen, Hierop gaat van den Akker in beroep bij de bestuursrechter. Deze verklaart hem niet-ontvankelijk en verwijst hem naar de burgerlijke rechter, omdat het volgens hem een privaatrechtelijke aangelegenheid betreft. Hierop gaat van den Akker naar de burgerlijke rechter.

De Rechtbank en het Hof wijzen de vordering van van den Akker toe. De gemeente gaat in cassatie en stelt dat zijn besluit op bezwaar formele rechtskracht heeft gekregen en de burgerlijke rechter daarom van de rechtmatigheid van dat besluit dient uit te gaan.

Hoge Raad

Wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang bij de bestuursrechter heeft opengestaan en deze beroepsgang niet is gebruikt, dient de burgerlijke rechter ervan uit te gaan dat de betreffende beschikking rechtmatig is. Dit vloeit voort uit het beginsel van formele rechtskracht. Dit geldt ook wanneer zeer waarschijnlijk is dat het betreffende besluit zou zijn vernietigd als er wel tijdig beroep was ingesteld. Heel soms moet echter een uitzondering op het beginsel van formele rechtskracht worden gemaakt: dit is het geval wanneer bezwaren tegen het beginsel zeer klemmend worden door de bijzondere omstandigheden van het geval. In dit geval is het van den Akker niet aan te rekenen dat hij geen beroep heeft ingesteld tegen het besluit dat bepaalde dat hij de vergoeding moest betalen. De gemeente heeft haar best gedaan om het vergoedingsbesluit op een privaatrechtelijke overeenkomst te laten lijken, maar dit viel eigenlijk onder het bestuursrecht. Het beroep wordt verworpen.

Conclusie

Heeft tegen een beschikking van een bestuursorgaan beroep open gestaan op een bestuursrechter, terwijl van deze mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, dan heeft deze beschikking formele rechtskracht voor de burgerlijke rechter. Deze dient uit te gaan van de rechtmatigheid van de beschikking. Een uitzondering kan zich voordoen, wanneer het betrokkene niet valt aan te rekenen dat hij niet in beroep is gegaan.

Noot 

Hoofdregel: indien tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan, en dit beroep is niet ingesteld, dan moet de burgerlijke rechter van de rechtsgeldigheid van die beschikking uitgaan. Maar van groot belang is dat het blijkens dit arrest uitzonderingen op die hoofdregel mogelijk zijn.

Interessant is dat de HR de regel iets anders formuleert dan hij tot dusverre deed. Gezegd wordt dat de burgerlijke rechter, indien een met voldoende waarborgen omklede beroepsgang tegen een beschikking niet is gebruikt, bij een geschil over de geldigheid van die beschikking ervan dient uit te gaan 'dat die beschikking zowel wat haar wijze van totstandkoming als wat haar inhoud betreft in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen. De toevoeging 'en algemene rechtsbeginselen' is nieuw. Het arrest maakt nu een uitzondering op de algemene regel, dit gebeurt nadat eerst is gesteld dat de hoofdregel blijft gelden, ook wanneer dit tot gevolg heeft dat de burgerlijke rechter moet uitgaan van de rechtsgeldigheid van een beschikking die zeker zou zijn vernietigd wanneer daartegen tijdig beroep zou zijn ingesteld. Maar de daar aan verbonden bezwaren kunnen door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden, dat een uitzondering moet worden aanvaard. Dat was hier op grond van 2 omstandigheden het geval:

  1. Het lag indertijd geenszins voor de hand om in de brief van de gemeente een beschikking te 'ontwaren', zodat het Van akker niet valt aan te rekenen dat hij geen beroep had ingesteld. Bovendien had de gemeente alles gedaan om de zaak privaatrechtelijk in te kleden, zodat zij zich er nu moeilijk op kon beroepen dat Van de Akker er ook geen beschikking in had gezien.
  2. De jurisprudentie van de Afd. rechtspraak over de uitwegenvergunningen strekt ertoe de rechtsbescherming van de burgers uit te breiden. Maar zij zou in een geval als dit juist tot het tegendeel leiden: is men niet tijdig in beroep gegaan omdat men met het recht kon menen dat daartoe geen mogelijkheid bestond, dan zou geen terugvordering meer mogelijk zijn. Zou daartegen de Afd. rechtspraak niet van een beschikking zijn uitgegaan, dan zou nog gedurende 5 jaar een terugvordering mogelijk zijn geweest.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.