Herziening na EHRM Vidgen - Arrest

HR 4 juni 2013, NJ 2013, 333 (Herziening na EHRM Vidgen)

Feiten

I.c. gaat het om de herziening na de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van Vidgen tegen Nederland. Het EHRM had in die uitspraak geconcludeerd dat het enkele ondervragen van een zwijgende getuige niet voldoende is om aan het ondervragingsrecht te voldoen. De veroordeling van Vidgen steunde bijna uitsluitend op de verklaring van één getuige. Dit terwijl Vidgen niet in de gelegenheid was gesteld om deze getuige te ondervragen. Het EHRM oordeelde dat dit een schending van artikel 6 EVRM oplevert. Dat de getuige niet ondervraagd kon worden omdat hij zich beriep op zijn zwijgrecht doet aan de schending van artikel 6 EVRM niet af (behalve als voldoende compenserende maatregelen zijn genomen waardoor van een schending geen sprake is).

Hoge Raad

I.c. gaat het om de herziening van de zaak Vidgen.en de op een Staat rustende verplichting tot het bieden van rechtsherstel wanneer het EHRM een schending van een verdragsregel heeft vastgesteld. De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond.

Het Hof heeft in hoger beroep de aanvrager (Vidgen) ter zake van "het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod" veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en negen maanden. De Hoge Raad heeft bij arrest van 6 juni de duur van de opgelegde gevangenisstraf verminderd.

De aanvraag tot herziening is gebaseerd op een naar aanleiding van een klacht van de aanvrager gedane uitspraak van het Europese Hof voor de rechten van de mens van 10 juli 2012, waarin is vastgesteld dat art. 6, eerste en derde lid aanhef en onder d, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn geschonden in de procedure die tot de veroordeling heeft geleid.

De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opdat de zaak op de voet van art. 471 Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.

De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond, vernietigt de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd, beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld arrest van het Gerechtshof en verwijst de zaak op de voet van art. 472 lid 1 en art. 471 Sv naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.