Hoe pas je sociale psychologie toe? - Chapter 1


Sociale psychologie is een wetenschap die probeert kennis op te bouwen aan de hand van experimenten en metingen. Hoewel sociale psychologie maatschappelijke problemen niet kan verklaren, kan het wel gebruikt worden om oplossing te zoeken. Aan de hand van een maatschappelijk probleem laat het aankomende hoofdstuk zien hoe een theoretisch model ontwikkeld wordt waarop een interventie is gebaseerd. Dit zal gedaan worden aan de hand van de PATH (Problem, Analysis, Test, Help) methode.

Uit welke stappen bestaat PATH?

Stap 1 – Probleem: formuleren van een probleemdefinitie

Het is gebleken dat afgelopen jaren steeds minder mensen donaties geven om HIV/aids terug te dringen in risicogebieden zoals Afrika. Een groep vrijwilligers willen graag een campagne opstarten die ervoor zorgt dat mensen meer geld doneren. Zij hebben moeite om te bepalen hoe deze campagne eruit zou moeten zien. Hiervoor hebben ze een sociale psycholoog ingeschakeld om inzicht te krijgen in wat mensen ertoe zou aanzetten om meer geld te doneren. De psycholoog zal beginnen met de eersten stap van de PATH-methode: het formuleren van een probleemdefinitie. De psycholoog definieert het probleem als volgt: vele mensen in Afrika leiden aan HIV/aids en er is niet genoeg financieren om hen te voorzien van adequate vormen van medische of psychologische hulp. Welk factoren bepalen de bereidheid van mogelijke donateurs om geld te doneren voor deze kwestie? Hoe kunnen wij een campagne opzetten die geld opbrengt om mensen met HIV/Aids te helpen?

Stap 2 – Analyse: het vinden van verklaren voor het probleem

Om de factoren die de bereidheid van mensen om geld te doneren beïnvloeden te definiëren, stelt de psycholoog veel vragen die beantwoordt kunnen worden op basis van literatuur op sociale psychologie. Hierbij kijkt hij naar literatuur over altruïsme, pro sociaal gedrag en sociale invloed.

Eerst kijkt de psycholoog naar de literatuur over pro sociaal gedrag en formuleert het probleem in termen van twee algemene vragen:

  1. Wanneer zij mensen het meest geneigd om anderen te helpen?
  2. Welke attributen van slachtoffers lokken hulpreacties uit?

Na onderzoek naar literatuur die deze vragen kunnen beantwoorden, komt de psycholoog tot een conclusie dat er drie verschillende soorten zijn van helpen:

  1. Emergency intervention: iemand helpen die slachtoffer is van een overval of ongeluk.
  2. Organizational helping: aanbieden om een administratieve taak aan te nemen op verzoek van een manager.
  3. Sharing and donating resources: doneren van geld aan een goed doel.

Hoewel er veel minder literatuur te vinden is over de laatste vorm van helpen, komt de psycholoog uiteindelijk bij het model van Shalom Schwartz. Dit is een theoretisch model dat toepasbaar is op alle vormen van helpen. In het model zijn verschillende stappen dat het pro sociale gedrag van mensen beïnvloeden. Dit zijn de meest belangrijke stappen:

  1. Awareness: er moet een besef zijn dat anderen hulp nodig hebben. De waargenomen nood moet prominent, helder en serieus zijn.
  2. Opportunities to help: mensen moet zich ervan bewust zijn dat er mogelijkheden zijn om mensen met HIV/AIDS te helpen.
  3. Ability to help: mensen moete hun eigen vaardigheid herkennen om te kunnen helpen. Zo moet benadrukt worden dat zelfs kleine donaties erg gewaardeerd worden.
  4. Personal norms: dit zijn gevoelens van morele verplichtingen die ervoor zorgen dat mensen anderen gaan helpen.
  5. Responsibility: mensen moeten enigszins een verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor het probleem om betrokken te zijn bij het verlenen van hulp.

Daarnaast is in literatuur ook te vinden dat mensen met een ziekte meer sympathie opwekken wanner zij niet verantwoordelijk worden geacht voor hun lot. De psycholoog concludeert aan de hand hiervan dat één van de hoofddoelen van de campagne moet zijn om het idee op de kop in te drukken dat mensen in Afrika met HIV/Aids zelf verantwoordelijk zijn voor hun ziekte. Ook moet er een gevoel van empathie opgeroepen worden bij de mogelijke donateurs. Dit gebeurt wanneer mensen zich kunnen identificeren met de slachtoffers. Bijvoorbeeld doordat zij dezelfde leeftijd, functie, of waarden hebben.

Het vrijwilligersteam draagt aan dat mensen verschillend kunnen reageren op slachtoffers of rampen in het buitenland dan in hun eigen land. Hier komt de Duitse psycholoog Leon Montada erbij. Hij stelt dat helpen niet gerelateerd is aan empathie, maar aan persoonlijke normen en iemands verantwoordelijkheidsgevoel om te helpen. Dit gevoel van verantwoordelijkheid wordt veroorzaakt door schuld van mensen met een bevoorrecht leven, boosheid over de ongelijkheid binnen de wereld en de waarneming at mensen in arme landen niet verantwoordelijk zijn voor hun lot. Na terugkoppeling van deze theorie aan het vrijwilligersteam, richten zij zich meer op het onrecht dat HIV/AIDS slachtoffers in derdewereldlanden ontvangen en dat door armoede en ontoereikende gezondheidzorg, hulp voor mensen met HIV/aids ten zeerste nodig is.

Door deze formuleren, neemt de psycholoog de volgende theorie in acht: de theorie over ‘belief in a just world’. Dit is een theorie van de Canadese sociale psycholoog Melvin Lerner, die stelt dat mensen een natuurlijke neiging hebben om te geloven dat zij leven in een eerlijke wereld waar iedereen krijgt wat hij of zij verdient. Zo zijn mensen vooral ontdaan door het onverklaarde leiden van anderen. Op basis van alle bevindingen verkregen door de sociale psychologische literatuur, maakt de psycholoog een proces model.

Stap 3 – Test: ontwikkelen en testen van het proces model

Een probleem is dat er nog niet genoeg onderzoek is gedaan naar de relatie tussen schuldgevoel en helpen, waardoor het niet mogelijk is om harde uitspraken hierover te maken. Veel kwesties zijn daardoor tweeledig en kunnen niet met zekerheid in de campagne verwerkt worden. Zo is HIV/aids een ziekte waarvan mensen zeggen dat het weldegelijk de schuld is van de desbetreffende persoon (het had voorkomen kunnen worden door veilig seksueel contact). Het is dus niet zeker of deze opvattingen zullen werken in de campagne.

Stap 4 – Hulp: interventie programma

Het team van vrijwilligers heeft nu verschillende factoren die het hulpgedrag kunnen verhogen. De campagne zal er als volgt uit zien:

  1. Persoonlijke profielen van mensen met HIV/AIDS in Afrika worden gepresenteerd, wie, ondanks hun ziekte, het beste proberen te maken van de situatie, maar klaarblijkelijk medische en psychologische hulp nodig hebben die op dit moment niet beschikbaar is.
  2. Benadrukken dat door de beperkte informatie, armoede, en het gebrek aan anticonceptiemiddelen, mensen met HIV/AIDS zich niet bewust zijn van de risico’s van onveilig seksueel contact en mogelijkheden om infectie te voorkomen. Hierdoor kunnen zij niet persoonlijk verantwoordelijk worden gehouden voor het oplopen van de ziekte.
  3. Gevoelens van morele verplichting worden opgeroepen door zowel het laten zien dat mensen met HIV/AIDS in Afrika ten zeerste hulp nodig hebben als door het gevoel van onrecht oproepen over de armoede in Afrika.
  4. De berichten zullen vooral positief zijn om te voorkomen dat er negatieve attitudes worden gevormd ten opzichte van mensen met HIV/AIDS.
  5. Er wordt duidelijk gemaakt dat elke donatie, hoe klein dan ook, zal helpen. Ook zal duidelijk gesteld worden waarvoor de donaties precies gebruikt zullen worden.
  6. Om de drempel voor mensen om te doneren te verlagen, is doneren via internet mogelijk.

Toepassen van sociale psychologie: de weg van probleem tot interventie?

De PATH-methode helpt sociale psychologen om relatief snel en gemakkelijk een theoretisch gebaseerd interventie programma te ontwikkelen. Echter zijn er wel wat valkuilen. Zo kan het veel tijd kosten om een probleem te definiëren, en veel beraadslagen om de meest belangrijke elementen van het probleem aan te wijzen. Daarnaast kan het zijn dat er niet veel relevante literatuur of juist te veel relevante literatuur te vinden is over het onderwerp. Zelfs als deze in het verleden hebben gewerkt, garandeert dat geen succes voor de volgende keer.

De PATH-methode kan uitgelegd worden in vier belangrijke stappen:

  1. Problem: van het probleem naar een probleemdefinitie; het definiëren van het probleem.
  2. Analysis: van een probleemdefinitie naar een analyse en verklaring; formuleren van toepasselijke concepten en het ontwikkelen van theorie gebaseerde verklaringen.
  3. Test: van verklaringen naar een procesmodel; ontwikkelen en testen van een verklarend procesmodel.
  4. Help: van een procesmodel naar interventies; ontwikkelen en evalueren van een programma van interventie.

Stap 1 – Probleem: van het probleem naar een probleemdefinitie

De probleemdefinitie is meestal een stuk uitgebreider dan die in het voorbeeld over HIV/AIDS. Dit komt omdat het team van vrijwilligers al een stap verder waren: ze waren van mening dat er meer aandacht geschonken moet worden aan het HIV/AIDS probleem en startte daarvoor een campagne op. Meestal begint een psycholoog meer bij de basis van een probleem wanneer een probleemdefinitie gevormd moet worden. Hiervoor is het heel belangrijk dat goed beschreven wordt wat het probleem is. Wanneer dit is gebeurd, moeten er nog veel andere vragen gesteld worden: waarom is het eigenlijk een probleem en voor wie is het een probleem? Daarnaast moeten de belangrijkste oorzaken van het probleem in kaart worden gebracht. Ook moet de doelgroep bepaald worden waarop de interventie zal worden toegepast. Als laatste moeten de ‘key aspects’ gevonden worden. Dit betekent dat een goede probleemdefinitie duidelijk maakt dat het probleem van toegepaste vorm is in plaats van een basisvorm en is geformuleerd in concrete termen. Het is hierbij ook belangrijk dat het probleem sociale psychologische aspecten heeft en het probleem oplosbaar is. Wanneer een probleem niet gedefinieerd kan worden aan de hand van een paar termen, is het waarschijnlijk niet geschikt voor een PATH-analyse.

Stap 2 – Analyse: van een probleemdefinitie naar een analyse en verklaring

Wanneer het probleem is gedefinieerd in termen van één of meer sociaal psychologische constructen, is de tweede stap om te komen met een sociaal psychologische verklaring van het probleem. Hiervoor moet eerst bepaald worden wat de uitkomst variabele is: welke variabele moet uiteindelijk veranderd worden?

Het is soms niet zo voor de hand liggend waar in de literatuur gezocht naar moet worden. Zelfs wanneer dit wel duidelijk is, kunnen er veel verschillende theorieën zijn. Zo zijn er ‘social exchange’ en ‘reciprocity’ theorieën. Deze theorieën benadrukken de rol van egoïsme in helpen. Zo voelen mensen zichzelf goed wanneer zij iets hebben gedaan voor een ander. Daarnaast zijn er empathie-altruïsme theorieën. Het basisidee van deze theorie is dat empathie altruïstisch gedrag motiveert gericht op het verlichten van het leiden van een slachtoffer.

Om te bepalen wat de validiteit is van sociale psychologische theorieën, is het belangrijk om te bepalen in hoeverre de experimenten die gebruikt zijn voor de theorie, toepasbaar zijn op de echte wereld. Dit refereert naar de externe validiteit van een experiment. Het is mogelijk dat de bevindingen van een onderzoek, door de specifieke onderzoeksvraag of beperkingen in de steekproeven, op een beperkt aantal real-life situaties toepasbaar zijn.

Stap 3 – Test: van verklaringen naar een procesmodel

Het procesmodel heeft een uitkomst variabele die beïnvloed wordt. Het model moet voornamelijk variabelen bevatten die beïnvloed kunnen worden en moeten de relatie tussen de variabelen in de vorm van een procesmodel beschrijven. Dit procesmodel is de kern van de PATH-methode. Over het algemeen specificeert het model maar een paar mogelijke relaties tussen de variabelen. Dit dwingt onderzoekers om selectief te zijn waardoor niet alles door alles verklaard wordt. Het is soms moeilijk om in de literatuur te vinden hoe bepaalde variabelen invloed hebben op elkaar. Mocht er niets te vinden zijn over een specifieke variabele, dan is het goed om te kijken naar de meer algemene vorm van de desbetreffende variabele.

Stap 4 – Help: van een procesmodel naar een interventie

Dit is de moeilijkste stap in het proces. Het is belangrijk dat het interventieprogramma vooral factoren bevat die beïnvloed kunnen worden door interventie. Veel sociale psychologische variabelen als attitudes en sociale normen, kunnen beïnvloed worden door interventies, maar factoren als sekse, persoonlijkheid of andere diepgewortelde trekken of waarden niet. De stap van testen naar interventie is heel groot. De psycholoog moet zo veel mogelijk interventie programma’s bedenken. Vooral het vormen van de details kost veel werk.

Wat zijn problemen bij het toepassen van theorieën?

Het is moeilijk om sociale psychologische theorieën toe te passen op sociale problemen, omdat veel theorieën ontwikkeld zijn aan de hand van experimenten in laboratoria. De volgende beperkingen zullen nu besproken worden: oversimplificatie, externe validiteit en tegenstrijdig bewijs.

Oversimplificatie

De situatie die onderzocht wordt middels experimenten is bij definitie een reductie en simplificatie van de werkelijkheid. Een laboratoriumexperiment kan nooit de complexheid van variabelen die het menselijk gedrag beïnvloeden omvatten. Vaak wordt er in dergelijke experimenten maar één van de vele variabelen onderzocht.

Externe validiteit

Een andere beperking is dat alle factoren in het echte leven de impact van de variabelen kunnen bedekken die heel duidelijk worden gemanipuleerd in een experiment. Het is hierdoor moeilijk om de bevindingen van bepaalde onderzoeken toe te passen op situaties in het echte leven.

Tegenstrijdig bewijs

Een andere beperking is dat onderzoeken vaak tegenstrijdige bevindingen voortbrengen. Zo kan een effect gevonden worden in het ene onderzoek, maar wordt deze niet gevonden wanner het onderzoek door iemand anders op een ander moment wordt uitgevoerd. Dit komt vaak voort uit het feit dat de onderzoeken dan iets verschillen op het vlak van hun methodologie. Dit laat dus zien dat wanneer de omstandigheden niet precies hetzelfde zijn, mensen al snel anders kunnen reageren op een soortgelijke situatie.

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten